wolf67_Steve Fecht Zuma Press_marybarra Steve Fecht/Zuma Press

Vrouwen zijn nog steeds opgejaagd wild in het bedrijfsleven

NEW YORK – Toen Mary Barra begin december tot CEO van General Motors (GM) werd benoemd – de eerste vrouw die de leiding in handen neemt bij een grote Amerikaanse autoproducent – kwam dat op velen over als een mijlpaal in de vrouwenstrijd voor gelijke rechten en kansen. Maar is de promotie van Barra werkelijk een triomf, in een klimaat waarin volgens Catalyst – de feministische organisatie die het ‘glazen plafond’ waar vrouwen telkens weer op stuiten in de gaten houdt – slechts 4,2% van de CEO’s van de bedrijven uit de US Fortune 500-lijst uit vrouwen bestaat?

Je kunt deze vraag beantwoorden door te kijken naar wie het oordeel velt. Volgens één telling zou twee derde van de professionele journalisten in de Verenigde Staten uit mannen bestaan, en zouden mannen bijna 90% van de inhoud van de economiesecties van de traditionele media voor hun rekening nemen. Het hele verhaal over een ‘triomf’, voor Barra of de rest van ons – inclusief be•ïnvloedbare meisjes van 15 die op zoek zijn naar rolmodellen – wordt onderuit gehaald door het feit dat het door mannen gedomineerde zakennieuws nog steeds het beeld bepaalt.

Uit feministische analyses van het taalgebruik in de media uit de jaren zeventig, met name door Dale Spender, blijkt hoe de taal wordt aangewend om vrouwen roem, macht en handelingsbekwaamheid te ontzeggen als hun successen worden opgemerkt. Die kritiek geldt ook vandaag de dag nog evenzeer.

Veel nieuwsverhalen over vrouwelijke CEO’s en andere goed presterende vrouwen gaan gepaard met een reeks vertrouwde clichés: ze zijn bij toeval in hun nieuwe rol terecht gekomen (en verdienen die dus niet), hebben hun positie te danken aan mannelijke verwanten of hun echtgenoten (en hebben dus niet echt de touwtjes in handen), of zullen het niet lang volhouden. Als er geen andere mogelijkheid overblijft wordt zozeer de nadruk gelegd op hun geslacht dat het leiderschap van vrouwen er vanzelf door wordt ondermijnd.

Deze clichés bedreigen niet alleen de reputatie van succesvolle vrouwen; als het om CEO’s gaat, wordt ook de waarde van hun bedrijven erdoor geschaad. In de nieuwsverslagen over de benoeming van Barra bij GM werden al deze clichŽs uit de kast gehaald.

CNN had het bijvoorbeeld over Barra’s “behendigheid om carrière te maken” – een formulering met een suggestieve ondertoon die nooit voor een leidinggevende man zou worden gebruikt. Bij zo iemand zouden hard werken, talent, ambitie en toewijding immers meer gewicht in de schaal leggen dan “carrièredrang”. De nieuwszender besloot zijn verslag met de conclusie dat Barra haar doel zal hebben bereikt als andere mensen haar niet langer “car girl” meer noemen, maar “boss” – ook al bleek uit de reportage op geen enkele manier dat iemand haar daadwerkelijk “car girl” heeft genoemd.

Secure your copy of PS Quarterly: The Year Ahead 2025
PS_YA25-Onsite_1333x1000

Secure your copy of PS Quarterly: The Year Ahead 2025

Our annual flagship magazine, PS Quarterly: The Year Ahead 2025, has arrived. To gain digital access to all of the magazine’s content, and receive your print copy, subscribe to PS Digital Plus now.

Subscribe Now

Op dezelfde manier kwam de New York Times met Barra's vader op de proppen. De kop boven het artikel suggereerde dat zij “in haar rol was geboren”, alsof ze haar positie niet te danken zou hebben aan ambitie en hard werken. Er wordt verwezen naar de auto waarin haar man rijdt, en ze wordt zelf omschreven als “zacht sprekend”. En er wordt gewag gemaakt van een pijnlijk citaat van haar voorganger, Daniel F. Akerson: “Mary werd noch vanwege haar talent, noch vanwege haar geslacht gekozen”. De bevordering van Barra zou net zoiets zijn geweest “als toekijken hoe je dochter haar studie met succes bekroont”.

Je kunt je moeilijk voorstellen dat een zwarte CEO van middelbare leeftijd (Barra is 51) aan verslaggevers wordt voorgesteld met de verzekering dat “hij niet werd gekozen vanwege zijn ras”. En je kunt je eveneens moeilijk voorstellen dat zijn blanke collega tegen de nationale pers zou zeggen dat het toekijken hoe deze 51-jarige man leiding geeft net zoiets is als het toekijken hoe een 22-jarige zoon “een universitaire graad behaalt”.

Dan is er de benadering van de “Potemkin CEO”, die er impliciet vanuit gaat dat machtige mannen nooit écht een vrouw zullen kiezen om leiding te geven aan een belangrijke instelling. Volgens dit cliché moet de promotie van Barra wel een PR-stunt zijn, waarbij mannen de werkelijke macht achter de schermen in handen houden. Dus zien we de volgende kop in Fortune magazine staan: “Is GM’s Board Setting up Mary Barra to Fail as New CEO?” (“Hoopt de raad van commissarissen dat Mary Barra mislukt als CEO?”) Het artikel legt vervolgens uit dat de aanwezigheid van mannelijke rivalen de positie van Barra op fatale wijze kan verzwakken, alsof mannelijk CEO's niet evenzeer omringd worden door potentiële rivalen.

Misschien komt dit wel doordat ze écht in de eerste plaats een vrouw is en geen manager. Een interview in het zakenkatern van de New York Times slaagt erin de hele discussie te laten gaan over hoe de zaken voor vrouwen zijn veranderd bij GM, en niet over wat Barra als CEO wil gaan doen, of over hoe de zaken in de auto-industrie zijn veranderd – voorwaar een belangrijke vraag. De interviewer vraagt aan het eind zelfs of haar man een werknemer van GM is.

Met reportages als deze wordt nieuws méér dan nieuws; het wordt een gebeurtenis in de echte wereld die de winst van een bedrijf negatief beïnvloedt. Waarom zou een groot bedrijf – vooral een bedrijf als GM, dat een ernstige crisis heeft ondergaan die in 2008 tot een grootschalige reddingsoperatie van de overheid heeft geleid – het risico lopen leiders te benoemen, hoe getalenteerd ook, die onvermijdelijk waardeverminderende reportages als deze uitlokken?

Ik kan maar niet begrijpen waarom serieuze journalisten in zo extreme mate breken met fundamentele professionele normen van eerlijkheid en onpartijdigheid. Als ze dat doen, spelen ze de rol van waakhond van een bedreigde patriarchie, waarbij het 'glazen plafond' wordt verdedigd en dus versterkt.

Vertaling: Menno Grootveld

https://prosyn.org/x8SVBapnl