WASHINGTON, DC – Als zich een noodtoestand voordoet, komen binnen overheden en gemeenschappen speciale processen op gang. En iedereen doet dan zijn of haar best om te helpen.
De wereld bevindt zich nu in een noodtoestand met betrekking tot het klimaat. Op de United Nations Climate Action Summit in New York van maandag 23 september moesten regeringsleiders en leiders uit het bedrijfsleven, de financiële sector en de civil society veel meer ambitie tonen om de opwarming van de aarde te bestrijden dan ze tot nu toe gedaan hadden. Een snellere overgang naar schone energie is groot belang zijn voor het versnellen van de inspanningen op dit gebied.
Wetenschappers hebben ons gewaarschuwd voor de kantelpunten van de klimaatverandering, maar we laten die voorbijgaan alsof we uit een treinraampje naar seinpalen zitten te kijken. De Noordpool staat in de brand, droogtes zijn heftiger dan voorheen, plant- en zaaiseizoenen zijn ontwricht, en de uitstoot van broeikasgassen neemt toe.
Het is waar dat de wereld op de crisis reageert. Iedere dag laten nieuwe doorbraken op het gebied van het transport, de industrie, de energie, de landbouw en het grondgebruik zien dat we onszelf kunnen bevrijden van onze koolstofverslaving. De financiële sector heeft inmiddels ook oog voor de klimaatrisico's en onderkent haar verantwoordelijkheid voor het aanpakken daarvan. Grote beleggers in het Climate Action 100+-initiatief stellen nu bijvoorbeeld indringender vragen aan de bedrijven in hun portefeuille. Kredietbeoordelaar Moody’s heeft bedrijven gekocht waarvan de gedetailleerde modellen de fysieke risico's voor bezittingen kunnen voorspellen, op basis van diverse klimaatscenario's. En een toenemend aantal centrale banken houdt zich bezig met de gevolgen van het nastreven van de doelstellingen van het Parijse klimaatakkoord uit 2015.
Maar zoals secretaris-generaal António Guterres van de VN herhaaldelijk heeft gezegd, is de huidige reactie van de wereld ontoereikend. Toen Guterres in het voorjaar van 2017 de eerste oproep deed voor de klimaattop van afgelopen maandag waren er zorgen dat de aandacht van de wereld voor het probleem zou wegebben en dat lusteloos nationaal politiek leiderschap geen partij zou zijn voor de steeds ernstiger klimaatgevolgen.
Sindsdien is de top alleen maar nóg belangrijker geworden. Uit een rapport dat in oktober 2018 werd gepubliceerd door het Intergovernmental Panel on Climate Change van de VN bleek dat de wereld nog twaalf jaar had om de ontwikkeling van de koolstofdioxide-uitstoot om te buigen, teneinde de opwarming van de aarde deze eeuw te beperken tot 1,5 °C boven het pre-industriële niveau – een doelstelling uit het akkoord van Parijs. De civil society, en met name jongeren, eisen antwoorden en grotere inspanningen om deze doelstelling te verwezenlijken.
Guterres heeft de regeringsleiders daarom expliciet gevraagd om met concrete plannen en niet met loze toespraken naar de top te komen. Hij heeft de grote economieën van de wereld uitgedaagd: vertel ons wanneer jullie definitief stoppen met het gebruik van steenkool, schadelijke subsidies op fossiele brandstoffen beëindigen en geen belasting meer heffen op basis van inkomen, maar op basis van vervuiling. Dat zijn de beslissingen die de transformatie zullen sturen die de wereld nodig heeft.
De kern van deze transformatie wordt gevormd door de energietransitie die, hoewel zij onderweg is, in vele delen van de wereld achterblijft of stagneert. Een ambitieuzere inspanning van energieproducenten en grote eindgebruikers is van cruciaal belang, evenals het uitbreiden van betaalbare en betrouwbare schone energie-diensten naar iedereen die deze nodig heeft. Er moet ook een grote hervorming komen van de manier waarop de transitie gefinancierd wordt.
Om te beginnen is een nieuwe club gangmakers in opkomst die wil laten zien hoe het verbeteren van de energiezuinigheid vaak de meest kosteneffectieve manier is om de CO2-emissies terug te dringen en te helpen de luchtkwaliteit te bewaken. Door de energiezuinigheid sneller te bewerkstelligen, teneinde de klimaatverandering agressiever aan te pakken en de Sustainable Development Goals (Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen) van de VN te verwezenlijken, zullen deze landen toegang krijgen tot data, technische hulp en adviezen – ook van de particuliere sector. Dit zal beleidsmakers helpen de meest effectieve en toepasselijke strategieën te implementeren voor gebouwen, transport en huishoudelijke apparaten.
Daarnaast is er tijdens de zinderende zomer op het noordelijk halfrond van 2019 een duurzame coalitie op het gebied van de speurtocht naar verkoeling ontstaan. Overheden willen graag nationale plannen ontwikkelen die erop gericht zijn voor iedereen de toegang tot verkoeling te garanderen, inclusief degenen met lage inkomens en de meest kwetsbaren, op een hyper-efficiënte wijze die vrij is van supervervuilende stoffen.
Een andere prioriteit is het effectiever op elkaar laten aansluiten van beleggers en schone energieprojecten. Via ontwikkelingshulp en klimaatfinanciering hebben rijke landen lange tijd fondsen toegewezen aan de steun voor dergelijke projecten in ontwikkelingseconomieën. Maar alleen al het aantal en de ingewikkeldheid van deze faciliteiten zou ervoor kunnen zorgen dat ze niet (meer) worden gebruikt. Project-operators en overheidsfunctionarissen klagen dat het geld niet rolt, terwijl beleggers moeite hebben geschikte projecten te vinden. Een schoon beleggingsplatform zou kunnen helpen deze kreukels glad te strijken.
Duurzame energie wordt steeds concurrerender ten opzichte van steenkool, maar er is dringend behoefte aan opslagcapaciteit als duurzame energiebronnen snel een betrouwbaar onderdeel moeten worden van de energiesystemen van ontwikkelingslanden. Bemoedigend genoeg hebben publieke en private partners elkaar nu gevonden om de batterij-opslag op te schalen, vooral in Afrika.
Hoe de industrie- en de transportsector de komende tien jaar energie zullen consumeren zal van cruciaal belang zijn voor de hoop om de doelstellingen van het akkoord van Parijs te verwezenlijken. Veel bedrijfstakken ontwikkelen nu ambitieuzere plannen om de klimaatverandering te verzachten. Daar bovenop moet de elektrische transportrevolutie zich uitbreiden naar het goederenvervoer, het vliegverkeer en de scheepvaart.
Eén lichtpuntje in dit opzicht in de toegenomen samenwerking door de hele waardeketen van het scheepvaartverkeer heen, wat de zwaarbevochten overeenkomsten tot leven zal wekken die bij de International Maritime Organization zijn bereikt. Nu landen als Denemarken de leiding hebben genomen, is het werk erop gericht schepen met nulemissies te ontwikkelen, die de kern moeten vormen van de koolstofneutrale wereldeconomie. Veel scheepsbouwers en -eigenaren, brandstofleveranciers, havens en multinationale bedrijven hebben op wetenschappelijke feiten gebaseerde doelstellingen voor de emissiereductie geadopteerd. En er zijn momenteel pogingen gaande om een mondiaal raamwerk in te richten voor verantwoordelijke scheepvaartfinanciering op grond van de Poseidon Principles.
Managementgoeroe Tom Peters heeft gezegd dat “leiders geen volgelingen creëren, maar méér leiders.” Als de wereld de klimaatdoelstellingen wil verwezenlijken, heeft zij dringend meer inspirerende rolmodellen nodig. Op 23 september zijn wij er in New York achtergekomen wie dat zijn.
Vertaling: Menno Grootveld
WASHINGTON, DC – Als zich een noodtoestand voordoet, komen binnen overheden en gemeenschappen speciale processen op gang. En iedereen doet dan zijn of haar best om te helpen.
De wereld bevindt zich nu in een noodtoestand met betrekking tot het klimaat. Op de United Nations Climate Action Summit in New York van maandag 23 september moesten regeringsleiders en leiders uit het bedrijfsleven, de financiële sector en de civil society veel meer ambitie tonen om de opwarming van de aarde te bestrijden dan ze tot nu toe gedaan hadden. Een snellere overgang naar schone energie is groot belang zijn voor het versnellen van de inspanningen op dit gebied.
Wetenschappers hebben ons gewaarschuwd voor de kantelpunten van de klimaatverandering, maar we laten die voorbijgaan alsof we uit een treinraampje naar seinpalen zitten te kijken. De Noordpool staat in de brand, droogtes zijn heftiger dan voorheen, plant- en zaaiseizoenen zijn ontwricht, en de uitstoot van broeikasgassen neemt toe.
Het is waar dat de wereld op de crisis reageert. Iedere dag laten nieuwe doorbraken op het gebied van het transport, de industrie, de energie, de landbouw en het grondgebruik zien dat we onszelf kunnen bevrijden van onze koolstofverslaving. De financiële sector heeft inmiddels ook oog voor de klimaatrisico's en onderkent haar verantwoordelijkheid voor het aanpakken daarvan. Grote beleggers in het Climate Action 100+-initiatief stellen nu bijvoorbeeld indringender vragen aan de bedrijven in hun portefeuille. Kredietbeoordelaar Moody’s heeft bedrijven gekocht waarvan de gedetailleerde modellen de fysieke risico's voor bezittingen kunnen voorspellen, op basis van diverse klimaatscenario's. En een toenemend aantal centrale banken houdt zich bezig met de gevolgen van het nastreven van de doelstellingen van het Parijse klimaatakkoord uit 2015.
Maar zoals secretaris-generaal António Guterres van de VN herhaaldelijk heeft gezegd, is de huidige reactie van de wereld ontoereikend. Toen Guterres in het voorjaar van 2017 de eerste oproep deed voor de klimaattop van afgelopen maandag waren er zorgen dat de aandacht van de wereld voor het probleem zou wegebben en dat lusteloos nationaal politiek leiderschap geen partij zou zijn voor de steeds ernstiger klimaatgevolgen.
Sindsdien is de top alleen maar nóg belangrijker geworden. Uit een rapport dat in oktober 2018 werd gepubliceerd door het Intergovernmental Panel on Climate Change van de VN bleek dat de wereld nog twaalf jaar had om de ontwikkeling van de koolstofdioxide-uitstoot om te buigen, teneinde de opwarming van de aarde deze eeuw te beperken tot 1,5 °C boven het pre-industriële niveau – een doelstelling uit het akkoord van Parijs. De civil society, en met name jongeren, eisen antwoorden en grotere inspanningen om deze doelstelling te verwezenlijken.
BLACK FRIDAY SALE: Subscribe for as little as $34.99
Subscribe now to gain access to insights and analyses from the world’s leading thinkers – starting at just $34.99 for your first year.
Subscribe Now
Guterres heeft de regeringsleiders daarom expliciet gevraagd om met concrete plannen en niet met loze toespraken naar de top te komen. Hij heeft de grote economieën van de wereld uitgedaagd: vertel ons wanneer jullie definitief stoppen met het gebruik van steenkool, schadelijke subsidies op fossiele brandstoffen beëindigen en geen belasting meer heffen op basis van inkomen, maar op basis van vervuiling. Dat zijn de beslissingen die de transformatie zullen sturen die de wereld nodig heeft.
De kern van deze transformatie wordt gevormd door de energietransitie die, hoewel zij onderweg is, in vele delen van de wereld achterblijft of stagneert. Een ambitieuzere inspanning van energieproducenten en grote eindgebruikers is van cruciaal belang, evenals het uitbreiden van betaalbare en betrouwbare schone energie-diensten naar iedereen die deze nodig heeft. Er moet ook een grote hervorming komen van de manier waarop de transitie gefinancierd wordt.
Om te beginnen is een nieuwe club gangmakers in opkomst die wil laten zien hoe het verbeteren van de energiezuinigheid vaak de meest kosteneffectieve manier is om de CO2-emissies terug te dringen en te helpen de luchtkwaliteit te bewaken. Door de energiezuinigheid sneller te bewerkstelligen, teneinde de klimaatverandering agressiever aan te pakken en de Sustainable Development Goals (Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen) van de VN te verwezenlijken, zullen deze landen toegang krijgen tot data, technische hulp en adviezen – ook van de particuliere sector. Dit zal beleidsmakers helpen de meest effectieve en toepasselijke strategieën te implementeren voor gebouwen, transport en huishoudelijke apparaten.
Daarnaast is er tijdens de zinderende zomer op het noordelijk halfrond van 2019 een duurzame coalitie op het gebied van de speurtocht naar verkoeling ontstaan. Overheden willen graag nationale plannen ontwikkelen die erop gericht zijn voor iedereen de toegang tot verkoeling te garanderen, inclusief degenen met lage inkomens en de meest kwetsbaren, op een hyper-efficiënte wijze die vrij is van supervervuilende stoffen.
Een andere prioriteit is het effectiever op elkaar laten aansluiten van beleggers en schone energieprojecten. Via ontwikkelingshulp en klimaatfinanciering hebben rijke landen lange tijd fondsen toegewezen aan de steun voor dergelijke projecten in ontwikkelingseconomieën. Maar alleen al het aantal en de ingewikkeldheid van deze faciliteiten zou ervoor kunnen zorgen dat ze niet (meer) worden gebruikt. Project-operators en overheidsfunctionarissen klagen dat het geld niet rolt, terwijl beleggers moeite hebben geschikte projecten te vinden. Een schoon beleggingsplatform zou kunnen helpen deze kreukels glad te strijken.
Duurzame energie wordt steeds concurrerender ten opzichte van steenkool, maar er is dringend behoefte aan opslagcapaciteit als duurzame energiebronnen snel een betrouwbaar onderdeel moeten worden van de energiesystemen van ontwikkelingslanden. Bemoedigend genoeg hebben publieke en private partners elkaar nu gevonden om de batterij-opslag op te schalen, vooral in Afrika.
Hoe de industrie- en de transportsector de komende tien jaar energie zullen consumeren zal van cruciaal belang zijn voor de hoop om de doelstellingen van het akkoord van Parijs te verwezenlijken. Veel bedrijfstakken ontwikkelen nu ambitieuzere plannen om de klimaatverandering te verzachten. Daar bovenop moet de elektrische transportrevolutie zich uitbreiden naar het goederenvervoer, het vliegverkeer en de scheepvaart.
Eén lichtpuntje in dit opzicht in de toegenomen samenwerking door de hele waardeketen van het scheepvaartverkeer heen, wat de zwaarbevochten overeenkomsten tot leven zal wekken die bij de International Maritime Organization zijn bereikt. Nu landen als Denemarken de leiding hebben genomen, is het werk erop gericht schepen met nulemissies te ontwikkelen, die de kern moeten vormen van de koolstofneutrale wereldeconomie. Veel scheepsbouwers en -eigenaren, brandstofleveranciers, havens en multinationale bedrijven hebben op wetenschappelijke feiten gebaseerde doelstellingen voor de emissiereductie geadopteerd. En er zijn momenteel pogingen gaande om een mondiaal raamwerk in te richten voor verantwoordelijke scheepvaartfinanciering op grond van de Poseidon Principles.
Managementgoeroe Tom Peters heeft gezegd dat “leiders geen volgelingen creëren, maar méér leiders.” Als de wereld de klimaatdoelstellingen wil verwezenlijken, heeft zij dringend meer inspirerende rolmodellen nodig. Op 23 september zijn wij er in New York achtergekomen wie dat zijn.
Vertaling: Menno Grootveld