NAIROBI – Temidden van een escalerende klimaatnoodtoestand en een wereldwijde schuldencrisis klinkt in de ontwikkelingslanden de roep om een nieuwe ‘klimaatgeschikte’ mondiale financiële architectuur steeds luider. De dringende behoefte aan beslissende actie is onderstreept door het Bridgetown Initiative van premier Mia Mottley van Barbados, de V20-groep van klimaatgevoelige landen en de recente Paris Summit for a New Global Financing Pact. De Africa Climate Summit in Nairobi deze week bood een unieke gelegenheid om de broodnodige maatregelen te promoten om lage-inkomenslanden te ondersteunen bij het nastreven van duurzame groei.
De situatie is vooral urgent in Afrika. Volgens recente schattingen van de Afrikaanse Ontwikkelingsbank (AfDB) heeft het continent tussen 2020 en 2030 2,8 biljoen dollar aan klimaatfinanciering nodig. Maar Afrika ontvangt momenteel slechts drie procent van de wereldwijde klimaatfinanciering, waarvan slechts veertien procent afkomstig is uit de particuliere sector. Het is vermeldenswaard dat het continent verantwoordelijk is voor 3,8 procent van de wereldwijde uitstoot aan broeikasgassen, terwijl het Noorden verantwoordelijk is voor negentig procent.
Maar hoewel ’s werelds meest kwetsbare landen de dupe zijn van een crisis die zij niet hebben veroorzaakt, is de ontwikkelingsgerelateerde klimaatfinanciering in feite afgenomen, net als de totale ontwikkelingshulp aan Afrika. Uit voorlopige cijfers voor 2022 blijkt dat de bilaterale officiële ontwikkelingshulp (ODA) van leden van de Commissie voor Ontwikkelingsbijstand van de OESO aan Afrika vorig jaar in totaal 34 miljard dollar bedroeg, een daling van 7,4 procent in reële termen ten opzichte van 2021. Ondertussen steeg het totale vermogen onder beheer op de particuliere markt tot 11,7 biljoen dollar in 2022, een stijging van bijna twintig procent per jaar sinds 2017.
Gezien de ernst en de urgentie van de klimaatcrisis moet de internationale gemeenschap samenkomen om concrete oplossingen te bedenken en overeen te komen in de aanloop naar de conferentie van de Verenigde Naties over klimaatverandering (COP28) in Dubai in november. Om veerkracht op te bouwen tegen onvermijdelijke klimaatschokken, moeten we het fonds voor ‘verlies en schade’ dat de wereldleiders vorig jaar tijdens COP27 in Egypte zijn overeengekomen, volledig financieren, de financiering voor aanpassingsmaatregelen verdubbelen en het principe ‘de vervuiler betaalt’ toepassen op maritieme activiteiten.
Om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen en de ergste gevolgen van de klimaatverandering te verzachten, moeten financiële middelen op een ongekende schaal worden gemobiliseerd. Maar de voorstellen die momenteel de ronde doen onder mondiale beleidsmakers missen focus. In het licht van de grootste uitdaging voor de menselijke overlevingskansen lopen we het risico om, net als Sisyphus, verstrikt te raken in een cyclus van nutteloze, incrementele acties. In de aanloop naar COP28 moeten we ons richten op een paar essentiële stappen die wereldwijde klimaatactie kunnen stimuleren en de opwarming van de aarde kunnen helpen beperken tot de internationaal overeengekomen doelstelling van hooguit 1,5° Celsius boven pre-industrieel niveau.
In de eerste plaats moeten we het schuldenprobleem van Afrika aanpakken. De internationale gemeenschap moet kwetsbare ontwikkelingslanden die worstelen met schuldencrises ondersteunen en hen in staat stellen te investeren in klimaatadaptatie, veerkracht en duurzame ontwikkeling. Om een houdbare schuldpositie te bereiken, moeten ontwikkelingslanden hun economieën diversifiëren, schuldsaneringsovereenkomsten sluiten, en zorgen voor transparant en verantwoordelijk bestuur. Ontwikkelde landen en mondiale financiële instellingen, met name de vijfhonderdvijftig leden van de Glasgow Financial Alliance for Net Zero, kunnen deze inspanningen ondersteunen door concessionele financiering te bieden voor klimaataanpassingsbeleid.
As the US presidential election nears, stay informed with Project Syndicate - your go-to source of expert insight and in-depth analysis of the issues, forces, and trends shaping the vote. Subscribe now and save 30% on a new Digital subscription.
Subscribe Now
In de tweede plaats zouden de lopende inspanningen om het systeem van multilaterale ontwikkelingsbanken te hervormen, waaronder het initiatief ‘Evolution Roadmap’ van de Wereldbank, deze MDB’s in staat kunnen stellen ontwikkelingslanden te helpen met de snelheid en op de schaal die nodig zijn om de mondiale ontwikkelingsdoelstellingen te halen en uitdagingen zoals de klimaatverandering, de toegang tot energie en de paraatheid voor pandemieën aan te pakken. Deze hervormingen moeten er ook voor zorgen dat middelen worden doorgesluisd naar regionale kredietverstrekkers zoals de AfDB en de Inter-Amerikaanse Ontwikkelingsbank.
In de derde plaats moeten aanzienlijke investeringen worden gericht op de groene transitie, met bijzondere aandacht voor het uitbreiden van de toegang tot hernieuwbare energie voor landen die kwetsbaar zijn voor klimaatverandering. Afrikaanse regeringen zouden hiertoe regionale programma’s kunnen opzetten om hun natuurlijke hulpbronnen te benutten voor de productie van schone energie.
Tot slot heeft de International Development Association, de faciliteit voor zachte leningen van de Wereldbank, zich ontpopt als een cruciaal instrument dat het niveau van steun kan bieden dat Afrika nodig heeft. Deze IDA is nu al de belangrijkste bron van concessionele financiering voor Afrika, en Afrikaanse landen nemen vijfenzeventig procent van de IDA-toezeggingen voor hun rekening, die in totaal 34,2 miljard dollar bedragen – oftewel 25,8 miljard dollar – in het begrotingsjaar dat eindigt op 30 juni 2023.
De IDA is niet alleen bekend bij en vertrouwd door regeringen over het hele continent, maar versterkt ook effectief de donorbijdragen, een bijzonder waardevol kenmerk in een tijd waarin donorlanden budgettair beperkt zijn. Wij hopen dat de oproep van de G20 en de top in Parijs voor een ambitieuze aanvulling van de IDA zich zal vertalen in substantiële steun voor het aanpakken van de uitdagingen waar de begunstigde landen voor staan.
Ondanks de enorme uitdagingen die voor ons liggen, blijft het haalbaar om een nieuwe wereldwijde financiële architectuur op te zetten die klaar is voor het klimaat. Door samen te werken en ervoor te zorgen dat alle landen hun deel betalen, kan de internationale gemeenschap politieke tegenstellingen overbruggen en tastbare vooruitgang boeken in de richting van een leefbare wereld. Maar om dit te doen, moeten we het huidige momentum vasthouden, totdat we ons doel hebben bereikt: klimaatgevoelige landen in staat stellen om duurzame, veerkrachtige groei te realiseren.
To have unlimited access to our content including in-depth commentaries, book reviews, exclusive interviews, PS OnPoint and PS The Big Picture, please subscribe
Initial evidence suggests that the victory of the pro-Russian Georgian Dream party in the recent parliamentary election reflects widespread fraud. If the West fails to support democratic opposition parties in challenging the results, Georgia’s 30-year-old democracy could come to an end.
urges Western leaders to take steps to halt the country’s slide into authoritarianism.
NAIROBI – Temidden van een escalerende klimaatnoodtoestand en een wereldwijde schuldencrisis klinkt in de ontwikkelingslanden de roep om een nieuwe ‘klimaatgeschikte’ mondiale financiële architectuur steeds luider. De dringende behoefte aan beslissende actie is onderstreept door het Bridgetown Initiative van premier Mia Mottley van Barbados, de V20-groep van klimaatgevoelige landen en de recente Paris Summit for a New Global Financing Pact. De Africa Climate Summit in Nairobi deze week bood een unieke gelegenheid om de broodnodige maatregelen te promoten om lage-inkomenslanden te ondersteunen bij het nastreven van duurzame groei.
De situatie is vooral urgent in Afrika. Volgens recente schattingen van de Afrikaanse Ontwikkelingsbank (AfDB) heeft het continent tussen 2020 en 2030 2,8 biljoen dollar aan klimaatfinanciering nodig. Maar Afrika ontvangt momenteel slechts drie procent van de wereldwijde klimaatfinanciering, waarvan slechts veertien procent afkomstig is uit de particuliere sector. Het is vermeldenswaard dat het continent verantwoordelijk is voor 3,8 procent van de wereldwijde uitstoot aan broeikasgassen, terwijl het Noorden verantwoordelijk is voor negentig procent.
Maar hoewel ’s werelds meest kwetsbare landen de dupe zijn van een crisis die zij niet hebben veroorzaakt, is de ontwikkelingsgerelateerde klimaatfinanciering in feite afgenomen, net als de totale ontwikkelingshulp aan Afrika. Uit voorlopige cijfers voor 2022 blijkt dat de bilaterale officiële ontwikkelingshulp (ODA) van leden van de Commissie voor Ontwikkelingsbijstand van de OESO aan Afrika vorig jaar in totaal 34 miljard dollar bedroeg, een daling van 7,4 procent in reële termen ten opzichte van 2021. Ondertussen steeg het totale vermogen onder beheer op de particuliere markt tot 11,7 biljoen dollar in 2022, een stijging van bijna twintig procent per jaar sinds 2017.
Gezien de ernst en de urgentie van de klimaatcrisis moet de internationale gemeenschap samenkomen om concrete oplossingen te bedenken en overeen te komen in de aanloop naar de conferentie van de Verenigde Naties over klimaatverandering (COP28) in Dubai in november. Om veerkracht op te bouwen tegen onvermijdelijke klimaatschokken, moeten we het fonds voor ‘verlies en schade’ dat de wereldleiders vorig jaar tijdens COP27 in Egypte zijn overeengekomen, volledig financieren, de financiering voor aanpassingsmaatregelen verdubbelen en het principe ‘de vervuiler betaalt’ toepassen op maritieme activiteiten.
Om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen en de ergste gevolgen van de klimaatverandering te verzachten, moeten financiële middelen op een ongekende schaal worden gemobiliseerd. Maar de voorstellen die momenteel de ronde doen onder mondiale beleidsmakers missen focus. In het licht van de grootste uitdaging voor de menselijke overlevingskansen lopen we het risico om, net als Sisyphus, verstrikt te raken in een cyclus van nutteloze, incrementele acties. In de aanloop naar COP28 moeten we ons richten op een paar essentiële stappen die wereldwijde klimaatactie kunnen stimuleren en de opwarming van de aarde kunnen helpen beperken tot de internationaal overeengekomen doelstelling van hooguit 1,5° Celsius boven pre-industrieel niveau.
In de eerste plaats moeten we het schuldenprobleem van Afrika aanpakken. De internationale gemeenschap moet kwetsbare ontwikkelingslanden die worstelen met schuldencrises ondersteunen en hen in staat stellen te investeren in klimaatadaptatie, veerkracht en duurzame ontwikkeling. Om een houdbare schuldpositie te bereiken, moeten ontwikkelingslanden hun economieën diversifiëren, schuldsaneringsovereenkomsten sluiten, en zorgen voor transparant en verantwoordelijk bestuur. Ontwikkelde landen en mondiale financiële instellingen, met name de vijfhonderdvijftig leden van de Glasgow Financial Alliance for Net Zero, kunnen deze inspanningen ondersteunen door concessionele financiering te bieden voor klimaataanpassingsbeleid.
Go beyond the headlines with PS - and save 30%
As the US presidential election nears, stay informed with Project Syndicate - your go-to source of expert insight and in-depth analysis of the issues, forces, and trends shaping the vote. Subscribe now and save 30% on a new Digital subscription.
Subscribe Now
In de tweede plaats zouden de lopende inspanningen om het systeem van multilaterale ontwikkelingsbanken te hervormen, waaronder het initiatief ‘Evolution Roadmap’ van de Wereldbank, deze MDB’s in staat kunnen stellen ontwikkelingslanden te helpen met de snelheid en op de schaal die nodig zijn om de mondiale ontwikkelingsdoelstellingen te halen en uitdagingen zoals de klimaatverandering, de toegang tot energie en de paraatheid voor pandemieën aan te pakken. Deze hervormingen moeten er ook voor zorgen dat middelen worden doorgesluisd naar regionale kredietverstrekkers zoals de AfDB en de Inter-Amerikaanse Ontwikkelingsbank.
In de derde plaats moeten aanzienlijke investeringen worden gericht op de groene transitie, met bijzondere aandacht voor het uitbreiden van de toegang tot hernieuwbare energie voor landen die kwetsbaar zijn voor klimaatverandering. Afrikaanse regeringen zouden hiertoe regionale programma’s kunnen opzetten om hun natuurlijke hulpbronnen te benutten voor de productie van schone energie.
Tot slot heeft de International Development Association, de faciliteit voor zachte leningen van de Wereldbank, zich ontpopt als een cruciaal instrument dat het niveau van steun kan bieden dat Afrika nodig heeft. Deze IDA is nu al de belangrijkste bron van concessionele financiering voor Afrika, en Afrikaanse landen nemen vijfenzeventig procent van de IDA-toezeggingen voor hun rekening, die in totaal 34,2 miljard dollar bedragen – oftewel 25,8 miljard dollar – in het begrotingsjaar dat eindigt op 30 juni 2023.
De IDA is niet alleen bekend bij en vertrouwd door regeringen over het hele continent, maar versterkt ook effectief de donorbijdragen, een bijzonder waardevol kenmerk in een tijd waarin donorlanden budgettair beperkt zijn. Wij hopen dat de oproep van de G20 en de top in Parijs voor een ambitieuze aanvulling van de IDA zich zal vertalen in substantiële steun voor het aanpakken van de uitdagingen waar de begunstigde landen voor staan.
Ondanks de enorme uitdagingen die voor ons liggen, blijft het haalbaar om een nieuwe wereldwijde financiële architectuur op te zetten die klaar is voor het klimaat. Door samen te werken en ervoor te zorgen dat alle landen hun deel betalen, kan de internationale gemeenschap politieke tegenstellingen overbruggen en tastbare vooruitgang boeken in de richting van een leefbare wereld. Maar om dit te doen, moeten we het huidige momentum vasthouden, totdat we ons doel hebben bereikt: klimaatgevoelige landen in staat stellen om duurzame, veerkrachtige groei te realiseren.
Vertaling: Menno Grootveld