agonzalez3_David TalukdarNurPhoto via Getty Images_women sellers David Talukdar/NurPhoto via Getty Images

We moeten vrouwen helpen de “exportcode” te kraken

NEW YORK – Toen ik de in Accra gevestigde mode-ontwerpster Chiedza Makonnen in 2014 voor het eerst ontmoette, was haar omzet buiten Ghana uiterst miniem. Maar vandaag de dag is Afrodesiac Worldwide, het merk van Makonnen, vertegenwoordigd op het rode tapijt van Hollywood en de podia van het Essence Festivalin New Orleans. Omdat Makonnen de “export code” heeft weten te kraken, heeft haar bedrijf de productie kunnen opschalen, het personeelsbestand kunnen verdrievoudigen en het mediaprofiel enorm kunnen uitbreiden.

Het kraken van de exportcode betekent het overwinnen van de notie dat bedrijven die eigendom zijn van en beheerd worden door vrouwen niet mondiaal kunnen opereren, omdat het voldoen aan de normen die vereist zijn voor grensoverschrijdende handel te uitdagend en te duur is. Alom wordt aangenomen (maar niet ronduit gezegd) dat bedrijven die eigendom zijn van vrouwen riskanter zijn, en daarom minder aantrekkelijk voor beleggers. Maar net zoals vrouwen vijftig jaar geleden hun beha's verbrandden om een symbool van onderdrukking te vernietigen, moeten vrouwen vandaag de dag de hindernissen opruimen die hen ervan weerhouden om vrijelijk handel te drijven in de mondiale economie.

De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat vrouwen in vele landen op deze Internationale Vrouwendag veel beter af zijn en over meer kansen beschikken dan hun moeders en grootmoeders, dankzij aanzienlijke verbeteringen in de toegang tot onderwijs en gezondheidszorg. Maar er blijven grote achterstanden bestaan, en gezien het trage en ongelijke tempo van de vooruitgang is er geen ruimte voor zelfgenoegzaamheid.

Volgens het World Economic Forum zal het, als we in het huidige tempo blijven doorgaan, nog 108 jaar duren voordat we de hele gender-kloof in 106 landen gesloten zullen hebben; en in de ten zuiden van de Sahara gelegen landen van Afrika, waar het probleem het meest acuut is, zal het minstens nog 135 jaar duren. De grootste kloof doet zich voor op economisch gebied; het zal naar schatting 202 jaar duren om die te sluiten.

Gender-ongelijkheid is een waarlijk mondiaal probleem, dat zelfs in de landen waar de gendergelijkheid het hoogst is is blijven bestaan. Niettemin zijn er wel een paar lichtpuntjes die als richtsnoer kunnen dienen voor anderen. In Noorwegen hebben vrouwen nu bijvoorbeeld voor het eerst in de geschiedenis van het land de drie hoogste regeringsfuncties in handen (die van de premier, minister van financiën en minister van buitenlandse zaken). In Rwanda zijn de ministersposten zeer evenwichtig verdeeld tussen de genders, en is 61% van de parlementariërs vrouw. En in Barbados dient een vrouw nu voor het eerst als premier.

Helaas lijken handel en bedrijfsleven achterop te liggen bij de politiek. Ondanks de baanbrekende Noorse wet uit 2007 die eist dat vrouwen 40% van de bestuurszetels in het bedrijfsleven bezetten, nemen vrouwen nog steeds onevenredig minder vaak topmanagementposities in. In de publieke en private sector van Noorwegen is nog niet een kwart van de hogere managers vrouw; en in 2017 werden slechts 15 van de 213 beursgenoteerde bedrijven geleid door vrouwen.

Winter Sale: Save 40% on a new PS subscription
PS_Sales_Winter_1333x1000 AI

Winter Sale: Save 40% on a new PS subscription

At a time of escalating global turmoil, there is an urgent need for incisive, informed analysis of the issues and questions driving the news – just what PS has always provided.

Subscribe to Digital or Digital Plus now to secure your discount.

Subscribe Now

Weliswaar suggereert de Gender-Equality Index uit 2019 van Bloomberg, waarin bedrijven uit 36 landen zijn opgenomen, dat bedrijven meer zijn gaan doen om ervoor te zorgen dat vrouwen doordringen tot de topposities en de bestuurskamer. Maar de sombere waarheid is dat vrouwen in de meeste landen van de wereld economisch gezien buitenspel staan.

De economische marginalisering van vrouwen is een probleem voor iedereen. Volgens de Wereldbank verdient een man in zijn leven gemiddeld ruim $23.000 meer dan een vrouw, wat impliceert dat $160 bln aan menselijk kapitaal – het equivalent van twee jaar mondiaal bbp – op tafel blijft liggen. Het opnemen van de één miljard vrouwen die wereldwijd in de marges van de formele economie blijven hangen zou als het toevoegen van een tweede China en een tweede Verenigde Staten zijn. Zoals ik en vele andere pleitbezorgers van gender-gelijkheid de afgelopen jaren herhaaldelijk hebben gezegd: “Je kunt de wedstrijd niet winnen als je halve team op de bank zit.”

Bij het International Trade Center (ITC) doen we ons best om vrouwen in staat te stellen de exportcode te kraken en zich bij mannen aan te sluiten als gelijkwaardige spelers op het mondiale economische speelveld. Uit ons onderzoek in 25 landen blijkt dat slechts één op de vijf exportbedrijven eigendom is van vrouwen, als gevolg van aanzienlijke op gender gebaseerde vormen van discriminatie.

Met het SheTrades Initiative van het ITC hopen we drie miljoen vrouwelijke ondernemers op de mondiale markten aan te sluiten. Makonnen is slechts één van de vele vrouwen die al van het programma hebben geprofiteerd. Tot de andere behoren Sonia Mugabo in Rwanda, die door Forbes Africa is opgenomen in zijn lijst van veelbelovende jonge ondernemers, en Anyango Mpinga, die nu één van Kenia's toonaangevende ontwerpers is.

Succes in de mode is niet het enige wat deze drie vrouwen gemeen hebben. Voordat ze aan het SheTrades Initiative gingen deelnemen, waren ze alle drie gestuit op gender-gerelateerde barrières toen ze hun bedrijven probeerden op te schalen. Maar miljoenen andere vrouwelijke ondernemers moeten nog steeds de exportcode kraken. Als de barrières waarmee zij geconfronteerd worden niet worden geslecht, zullen we tijdens ons leven nooit gendergelijkheid kunnen verwezenlijken.

Het mogelijk maken van de volledige deelname van vrouwen aan de wereldhandel is niet louter een morele kwestie. Het is ook een economisch imperatief, omdat bloeiende exportsectoren de concurrentiekracht verbeteren en beter betaalde banen creëren. En hoewel er geen magische oplossing bestaat, blijkt uit het SheTrades Initiative en soortgelijke programma's dat het mogelijk is. Met het juiste beleid zullen mannen én vrouwen beter af zijn.

De eerste stap is het uitrusten van vrouwelijke ondernemers met de middelen, de vaardigheden en het vertrouwen om de exportcode te kraken. Als zij dat eenmaal hebben gedaan, is er geen limiet aan wat ze kunnen bereiken.

Vertaling: Menno Grootveld

https://prosyn.org/y6ZOsOKnl