nsofor6_ Luke DrayGetty Images_uganda ebola Luke Dray/Getty Images

Gezondheidssolidariteit is gezondheidszekerheid

ABUJA – Bij de start van het tweede jaarlijkse Sustainable Development Goals Moment van de Verenigde Naties vorige maand benadrukte UNICEF Goodwill Ambassador Priyanka Chopra Jonas de rol van solidariteit als motor voor verandering. ʻMondiale solidariteit is belangrijker dan ooit,ʼ zei ze. ʻSamen hebben we een buitengewone kans om de wereld waarin we leven te veranderen.ʼ

Hoewel Chopra Jonas verwees naar de strijd tegen de klimaatverandering, zou dat sentiment ook van toepassing kunnen zijn op vele andere mondiale vraagstukken. Solidariteit is essentieel voor het oplossen van veel van de meest urgente problemen van de mensheid. Maar het is cruciaal voor het bereiken van gezondheidszekerheid.

En na tweeënhalf jaar COVID-19 vallen de gezondheidssystemen in de wereld uit elkaar. Hoewel het einde van de pandemie in zicht is, raast het virus nog steeds rond. Bovendien is apenpokken officieel uitgeroepen tot een Public Health Emergency of International Concern (noodsituatie op het gebied van de volksgezondheid van internationaal belang) en zijn in ruim dertig landen, waaronder de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk, gevallen van het van vaccinatie afgeleide poliovirus gedocumenteerd. Nu besmettelijke ziekten zich binnen enkele uren over de hele wereld kunnen verspreiden, is mondiale solidariteit belangrijker dan ooit.

Wat dit betekent is eenvoudig. Mensen die langs het pad van een naderende natuurbrand wonen, moeten samenwerken om deze te blussen. Hetzelfde geldt voor wereldwijde gezondheidszekerheid. In 1966 – op het hoogtepunt van de Koude Oorlog – werkten  de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie samen om pokken en mazelen uit te roeien. Deze samenwerking stimuleerde op haar beurt de WHO om het uitroeiingsprogramma te leiden.

Uit deze geschiedenis kunnen belangrijke lessen worden getrokken. Om te beginnen kan mondiale solidariteit op gezondheidsgebied leiden tot onverwachte allianties. De VS en de Sovjet-Unie waren rivaliserende grootmachten, maar toch hebben zij de Koude Oorlog genegeerd om een ziekte uit te roeien die de mensheid al ruim drieduizend jaar had geplaagd.

Door de WHO, een wereldwijde organisatie, de leiding te geven, werd bovendien gegarandeerd dat het pokkenvaccin vrij beschikbaar was voor elk land, zonder dat rijkere landen doses oppotten. Het laatste geval van pokken werd vastgesteld in Somalië in 1977, tien jaar na het begin van het programma, en de WHO verklaarde de ziekte drie jaar later uitgeroeid. De hele inspanning kostte driehonderd miljoen dollar, maar heeft naar schatting ruim één miljard dollar per jaar bespaard.

Winter Sale: Save 40% on a new PS subscription
PS_Sales_Winter_1333x1000 AI

Winter Sale: Save 40% on a new PS subscription

At a time of escalating global turmoil, there is an urgent need for incisive, informed analysis of the issues and questions driving the news – just what PS has always provided.

Subscribe to Digital or Digital Plus now to secure your discount.

Subscribe Now

Polio is een andere ziekte die bijna is uitgeroeid dankzij een gecoördineerde wereldwijde inspanning. Rotary International – met wereldwijd 1,4 miljoen leden – startte in 1985 een campagne om kinderen over de hele wereld in te enten tegen polio. Drie jaar later werd tijdens de Wereldgezondheidsassemblee van de WHO het Global Polio Eradication Initiative (GPEI) opgericht. Veel landen sloten zich bij het initiatief aan, droegen geld bij en mobiliseerden instanties en gemeenschappen. In de 34 jaar sinds de oprichting heeft het GPEI de wereldwijde incidentie van polio met ruim 99 procent verminderd, verlamming bij ruim tien miljoen mensen voorkomen en 2,5 miljard kinderen ingeënt.

We lijken deze lessen te zijn vergeten. In tegenstelling tot de gezamenlijke wereldwijde inspanningen om pokken en polio uit te roeien, wordt de reactie op COVID-19 gekenmerkt door nationalistisch parochialisme. De pandemie is een wereldwijde calamiteit die ruim zes miljoen mensen het leven heeft gekost, en daarnaast ten minste honderd miljoen mensen heeft getroffen met zogenaamde long-COVID. Maar in plaats van hun reacties te coördineren, concentreerden de ontwikkelde landen zich deze keer op het beperken van de gevolgen binnen hun grenzen. Rijke westerse landen namen een belegeringsmentaliteit aan, hamsterden persoonlijke beschermingsmiddelen, vaccins en medicijnen en lieten armere landen genoegen nemen met kruimels.

Afrika daarentegen heeft de best gecoördineerde reactie ter wereld op COVID-19 geïnitieerd, door de middelen van regionale instellingen zoals de Afrikaanse Unie te bundelen en lokale partnerschappen aan te moedigen. De aanpak van een pandemie als COVID-19 vereist dit niveau van samenwerking op wereldschaal.

De COVID-19 Vaccine Global Access (COVAX)-faciliteit was bedoeld als coördinatiemechanisme om de wereldwijde vaccinatie-inspanningen te stimuleren en ervoor te zorgen dat landen met lagere inkomens toegang tot vaccins zouden krijgen. Maar COVAX werd voortdurend geconfronteerd met financieringstekorten en had moeite om doses aan te schaffen. In een recent interview betoogde Harris Gleckman, voormalig hoofd van het kantoor in New York van de VN-conferentie over handel en ontwikkeling, dat COVAX bedrijfsbelangen in staat stelde VN-processen te gebruiken om hun winsten veilig te stellen, met weinig oog voor de sociale kosten.

Simpel gezegd, vaccin-nationalisme doodde kwetsbare mensen. Mike Whelan van de Coalition for Epidemic Preparedness Innovations – een stichting die COVAX hielp lanceren – erkende dit in een recente paneldiscussie.

De reactie op apenpokken is een ander voorbeeld van hoe vaccin-nationalisme de mondiale gezondheidszekerheid schaadt. Afrikaanse landen vechten al tientallen jaren tegen apenpokken, maar de ziekte kreeg pas internationale aandacht toen er in het Westen gevallen opdoken. Het eerste geval in Nigeria werd in 1972 gemeld, en sinds 2017 zijn daar elk jaar gevallen vastgesteld. Maar zelfs nu mensen in ontwikkelde landen tegen de ziekte worden ingeënt, wachten Afrikaanse landen nog steeds op hun doses.

De kans om het beter te doen ligt om de hoek. De gezondheidsautoriteiten in Oeganda hebben onlangs een ebola-uitbraak afgekondigd nadat een geval was bevestigd in het Mubende-district van het land. Mondiale solidariteit is nodig om deze uitbraak in te dammen. Landen met hogere inkomens moeten het voortouw nemen bij de ontwikkeling van detectie- en responsmechanismen. En mondiale instellingen zoals de VN en de WHO moeten nationalisme tegengaan door gelijkheid te bevorderen.

Samen kunnen we ziekte-uitbraken verslaan voordat ze in een spiraal terechtkomen. In ons eentje is het altijd veel moeilijker. Zoals een Igbo-spreekwoord zegt: als je huis in brand staat, ga dan niet op rattenjacht.

Vertaling: Menno Grootveld

https://prosyn.org/vZ0Cd6Ynl