NEW YORK – Gezondheidszorg is een mensenrecht. Niettemin moet grofweg de helft van de wereldbevolking – 3,5 miljard mensen – essentiële gezondheidszorgdiensten aan zich voorbij laten gaan, als gevolg van financiële beperkingen of een gebrek aan toegankelijke faciliteiten. Een universele ziektekostendekking zou verandering kunnen aanbrengen in deze zorgelijke statistiek. Maar als deze belofte waargemaakt wil worden, moet de gezondheidszorg op het gebied van de voortplanting erin meegenomen worden.
Het idee van een universele ziektekostendekking is simpel en krachtig: het garanderen van de toegang tot kwalitatieve gezondheidszorgdiensten, essentiële geneesmiddelen en vaccins, en het verzekeren van mensen tegen catastrofale en routinematige ziektekosten zou de armoede omlaag kunnen brengen en de gezondheidszorgresultaten kunnen verbeteren. Dat is de reden dat de universele ziektekostendekking in 2015 werd ingevoerd als een centraal onderdeel van de United Nations Sustainable Development Goals (Ontwikkelingsdoelstellingen van de Verenigde Naties, kortweg SDGs).
De SDGs noemen de gezondheidszorg op het gebied van de voortplanting als een essentiële voorwaarde voor gendergelijkheid; zonder deze zorg hebben vrouwen en meisjes geen controle over andere aspecten van hun leven. Maar de gezondheidszorg op het gebied van de voortplanting wordt vaak uit gezondheidszorgstrategieën verwijderd omwille van politieke redenen, waardoor de pogingen om een universele ziektekostendekking in 2030 te verwezenlijken worden gedwarsboomd.
Zoals het er nu voor staat worden vrouwen geconfronteerd met onevenredig grote politieke, sociale en financiële barrières als het gaat om de toegang tot gezondheidszorg. Hun out-of-pocket kosten zijn beduidend hoger dan die van mannen, vooral vanwege het niet gedekt zijn tegen ziektekosten of vanwege beperkingen op het terrein van de reproductieve gezondheidszorg, en zij kunnen dikwijl op grond van de wet of het gewoonterecht überhaupt geen zorg krijgen. Deze barrières zijn vooral hoog voor LGBT+-individuen, vrouwen met beperkingen, inheemse vrouwen, plattelandsvrouwen en adolescenten.
In plaats van voorbij te gaan aan de kwestie van de seksuele en reproductieve gezondheidszorg – en van gender in bredere zin – moeten overheden hun verantwoordelijkheid erkennen als het gaat om het aanpakken van de noden van vrouwen. Zij moeten de centrale rol onder ogen zien die de seksuele en reproductieve gezondheid speelt in de levens van vrouwen, de geïntegreerde aard van de gezondheid van vrouwen, en de impact ervan op gemeenschappen. En ze moeten hun programma's voor de universele ziektekostendekking dienovereenkomstig vormgeven.
Om de moedersterfte terug te dringen is het bijvoorbeeld niet genoeg om te voorzien in pre-natale zorg, veilige bevallingen en post-natale zorg; vrouwen moeten ook toegang hebben tot veilige, legale en betaalbare abortusdiensten en post-abortuszorg. Op dezelfde manier is het terugdringen van seksueel overdraagbare ziekten zoals HIV en AIDS niet mogelijk zonder de toegang uit te breiden tot testen, therapieën en profylactica, en de gender- en machtsdynamiek aan te pakken die de doorgifte van deze ziekten versterken. Andere cruciale gezondheidsdiensten op het gebied van de seksuele en reproductieve gezondheidszorg omvatten de toegang tot anticonceptie; het voorkomen en behandelen van onvruchtbaarheid; het behandelen van infecties en kankers in het geboortekanaal; en diensten om het op gender gebaseerde geweld aan te pakken.
Access every new PS commentary, our entire On Point suite of subscriber-exclusive content – including Longer Reads, Insider Interviews, Big Picture/Big Question, and Say More – and the full PS archive.
Subscribe Now
Nu regeringen dit jaar onderhandelen over een baanbrekende verklaring over de universele ziektekostendekking, moeten ze het volledige scala aan gezondheidszorgdiensten op het gebied van de voortplanting in het centrum van hun universele ziektekostendekkingsstrategieën zetten. Als ze dat doen wordt de last van ziekten en sterfelijkheid die door vrouwen en meisjes wordt gedragen verlicht, terwijl ze de mogelijkheid krijgen om hun eigen reproductieve gezondheidszorg te regelen. Het gevolg zou zijn dat meer vrouwen kunnen deelnemen aan onderwijs, betaald werk en de politiek.
Als de wereldleiders aan de andere kant de seksuele en reproductieve gezondheid uit hun universele ziektekostendekkingsstrategieën verwijderen, zullen ze een krachtig signaal doen uitgaan dat de gezondheid en de levens van vrouwen er niet toe doen. De gezondheidszorgkosten voor veel vrouwen en hun gezinnen zouden vreselijk hoog blijven, en de kosten van de volksgezondheid zouden stijgen, omdat vrouwen toch op zoek zouden moeten gaan naar behandeling van de levensbedreigende gevolgen van slechte moederschapszorg, onbehandelde seksuele aandoeningen en de ontoereikende toegang tot anticonceptie- en abortusdiensten.
Deze verwachtingen worden bevestigd door de ervaringen. Het Turkse Gezondheidszorgtransformatieprogramma was specifiek ontworpen om de moederschapszorg te verbeteren, en heeft geleid tot een aanzienlijke daling van de moedersterfte, van 61 doden per 100.000 levendgeborenen toen de implementatie in 2003 begon, tot 15,5 doden per 100.000 levendgeborenen in 2011.
Ghana’s UHC programma werd daarentegen niet ontwikkeld met veel aandacht voor de noden van vrouwen, en heeft niet geleid tot betekenisvolle verbeteringen op het terrein van de moedersterfte. Een onderzoek naar de dekking van gemeenschapszorg in West-Afrika heeft bevestigd dat als de moederschapszorg niet wordt gedekt, de gezondheidsresultaten niet verbeteren.
De juiste keuze zou voor de hand moeten liggen, maar veel regeringen blijven zich verzetten tegen het bieden van dekking voor de kosten van seksuele en reproductieve zorg. Voor sommigen is het een kwestie van geld: zij vrezen de kosten van het investeren in de gezondheid van vrouwen, en beseffen niet dat deze kosten in het niet vallen bij de kosten van niets doen.
Voor anderen is de oppositie van ideologische aard. In de Verenigde Staten, waar een toenemend aantal Republikeinse deelstaatregeringen draconische anti-abortuswetten heeft ingevoerd, haalt de regering van president Donald Trump, die zich tegen de universele ziektekostendekking verzet, de seksuele en reproductieve gezondheidszorg actief uit de volksgezondheidsprogramma's – door bijvoorbeeld te proberen de financiering van anticonceptieprogramma's voor lageinkomensgroepen te kortwieken.
Gezien dergelijke weerstand van regeringen is de last op de schouders van de civil society en de gezondheidszorgverstrekkers terechtgekomen om te pleiten voor het richten van de universele ziektekostendekking op de behoeften van vrouwen en meisjes. Op de vergadering van het uitvoerend bestuur van de Wereldgezondheidsorganisatie in januari dit jaar hebben civil society organisaties bijvoorbeeld een krachtig pleidooi gehouden voor de insluiting van seksuele en reproductieve gezondheidszorg.
Nu het mondiale streven naar het invoeren van een universele ziektekostendekking toeneemt, doen zich meer mogelijkheden voor om deze zaak te bepleiten, zoals op de recente World Health Assembly – waar de Alliance for Gender Equality in UHC een “7e vraag” naar voren bracht om een hogere prioriteit toe te kennen aan de gezondheidszorg voor en de rechten van vrouwen en meisjes – en tijdens de politieke onderhandelingen deze zomer bij de VN. Deze gebeurtenissen zullen de basis leggen voor de High-Level Meeting on Universal Health Coverage van de VN in september, waar regeringen een routekaart zullen aannemen voor het inrichten, financieren en leveren van universele gezondheidszorgprogramma's wereldwijd.
Overheden over de hele wereld hebben nu een kans die zich eenmaal in het leven voordoet om door te pakken bij het ter beschikking stellen van kwalitatieve, betaalbare gezondheidszorg – inclusief het hele scala aan reproductieve gezondheidszorgdiensten – aan iedereen. Voor het grijpen van deze kans zal een krachtige politieke wil nodig zijn. Maar één ding is zeker: alleen door de noden en rechten van vrouwen en meisjes te benadrukken kan welke universele ziektekostendekkingsstrategie dan ook werkelijk universeel zijn.
To have unlimited access to our content including in-depth commentaries, book reviews, exclusive interviews, PS OnPoint and PS The Big Picture, please subscribe
Since Plato’s Republic 2,300 years ago, philosophers have understood the process by which demagogues come to power in free and fair elections, only to overthrow democracy and establish tyrannical rule. The process is straightforward, and we have now just watched it play out.
observes that philosophers since Plato have understood how tyrants come to power in free elections.
Despite being a criminal, a charlatan, and an aspiring dictator, Donald Trump has won not only the Electoral College, but also the popular vote – a feat he did not achieve in 2016 or 2020. A nihilistic voter base, profit-hungry business leaders, and craven Republican politicians are to blame.
points the finger at a nihilistic voter base, profit-hungry business leaders, and craven Republican politicians.
NEW YORK – Gezondheidszorg is een mensenrecht. Niettemin moet grofweg de helft van de wereldbevolking – 3,5 miljard mensen – essentiële gezondheidszorgdiensten aan zich voorbij laten gaan, als gevolg van financiële beperkingen of een gebrek aan toegankelijke faciliteiten. Een universele ziektekostendekking zou verandering kunnen aanbrengen in deze zorgelijke statistiek. Maar als deze belofte waargemaakt wil worden, moet de gezondheidszorg op het gebied van de voortplanting erin meegenomen worden.
Het idee van een universele ziektekostendekking is simpel en krachtig: het garanderen van de toegang tot kwalitatieve gezondheidszorgdiensten, essentiële geneesmiddelen en vaccins, en het verzekeren van mensen tegen catastrofale en routinematige ziektekosten zou de armoede omlaag kunnen brengen en de gezondheidszorgresultaten kunnen verbeteren. Dat is de reden dat de universele ziektekostendekking in 2015 werd ingevoerd als een centraal onderdeel van de United Nations Sustainable Development Goals (Ontwikkelingsdoelstellingen van de Verenigde Naties, kortweg SDGs).
De SDGs noemen de gezondheidszorg op het gebied van de voortplanting als een essentiële voorwaarde voor gendergelijkheid; zonder deze zorg hebben vrouwen en meisjes geen controle over andere aspecten van hun leven. Maar de gezondheidszorg op het gebied van de voortplanting wordt vaak uit gezondheidszorgstrategieën verwijderd omwille van politieke redenen, waardoor de pogingen om een universele ziektekostendekking in 2030 te verwezenlijken worden gedwarsboomd.
Zoals het er nu voor staat worden vrouwen geconfronteerd met onevenredig grote politieke, sociale en financiële barrières als het gaat om de toegang tot gezondheidszorg. Hun out-of-pocket kosten zijn beduidend hoger dan die van mannen, vooral vanwege het niet gedekt zijn tegen ziektekosten of vanwege beperkingen op het terrein van de reproductieve gezondheidszorg, en zij kunnen dikwijl op grond van de wet of het gewoonterecht überhaupt geen zorg krijgen. Deze barrières zijn vooral hoog voor LGBT+-individuen, vrouwen met beperkingen, inheemse vrouwen, plattelandsvrouwen en adolescenten.
In plaats van voorbij te gaan aan de kwestie van de seksuele en reproductieve gezondheidszorg – en van gender in bredere zin – moeten overheden hun verantwoordelijkheid erkennen als het gaat om het aanpakken van de noden van vrouwen. Zij moeten de centrale rol onder ogen zien die de seksuele en reproductieve gezondheid speelt in de levens van vrouwen, de geïntegreerde aard van de gezondheid van vrouwen, en de impact ervan op gemeenschappen. En ze moeten hun programma's voor de universele ziektekostendekking dienovereenkomstig vormgeven.
Om de moedersterfte terug te dringen is het bijvoorbeeld niet genoeg om te voorzien in pre-natale zorg, veilige bevallingen en post-natale zorg; vrouwen moeten ook toegang hebben tot veilige, legale en betaalbare abortusdiensten en post-abortuszorg. Op dezelfde manier is het terugdringen van seksueel overdraagbare ziekten zoals HIV en AIDS niet mogelijk zonder de toegang uit te breiden tot testen, therapieën en profylactica, en de gender- en machtsdynamiek aan te pakken die de doorgifte van deze ziekten versterken. Andere cruciale gezondheidsdiensten op het gebied van de seksuele en reproductieve gezondheidszorg omvatten de toegang tot anticonceptie; het voorkomen en behandelen van onvruchtbaarheid; het behandelen van infecties en kankers in het geboortekanaal; en diensten om het op gender gebaseerde geweld aan te pakken.
Introductory Offer: Save 30% on PS Digital
Access every new PS commentary, our entire On Point suite of subscriber-exclusive content – including Longer Reads, Insider Interviews, Big Picture/Big Question, and Say More – and the full PS archive.
Subscribe Now
Nu regeringen dit jaar onderhandelen over een baanbrekende verklaring over de universele ziektekostendekking, moeten ze het volledige scala aan gezondheidszorgdiensten op het gebied van de voortplanting in het centrum van hun universele ziektekostendekkingsstrategieën zetten. Als ze dat doen wordt de last van ziekten en sterfelijkheid die door vrouwen en meisjes wordt gedragen verlicht, terwijl ze de mogelijkheid krijgen om hun eigen reproductieve gezondheidszorg te regelen. Het gevolg zou zijn dat meer vrouwen kunnen deelnemen aan onderwijs, betaald werk en de politiek.
Als de wereldleiders aan de andere kant de seksuele en reproductieve gezondheid uit hun universele ziektekostendekkingsstrategieën verwijderen, zullen ze een krachtig signaal doen uitgaan dat de gezondheid en de levens van vrouwen er niet toe doen. De gezondheidszorgkosten voor veel vrouwen en hun gezinnen zouden vreselijk hoog blijven, en de kosten van de volksgezondheid zouden stijgen, omdat vrouwen toch op zoek zouden moeten gaan naar behandeling van de levensbedreigende gevolgen van slechte moederschapszorg, onbehandelde seksuele aandoeningen en de ontoereikende toegang tot anticonceptie- en abortusdiensten.
Deze verwachtingen worden bevestigd door de ervaringen. Het Turkse Gezondheidszorgtransformatieprogramma was specifiek ontworpen om de moederschapszorg te verbeteren, en heeft geleid tot een aanzienlijke daling van de moedersterfte, van 61 doden per 100.000 levendgeborenen toen de implementatie in 2003 begon, tot 15,5 doden per 100.000 levendgeborenen in 2011.
Ghana’s UHC programma werd daarentegen niet ontwikkeld met veel aandacht voor de noden van vrouwen, en heeft niet geleid tot betekenisvolle verbeteringen op het terrein van de moedersterfte. Een onderzoek naar de dekking van gemeenschapszorg in West-Afrika heeft bevestigd dat als de moederschapszorg niet wordt gedekt, de gezondheidsresultaten niet verbeteren.
De juiste keuze zou voor de hand moeten liggen, maar veel regeringen blijven zich verzetten tegen het bieden van dekking voor de kosten van seksuele en reproductieve zorg. Voor sommigen is het een kwestie van geld: zij vrezen de kosten van het investeren in de gezondheid van vrouwen, en beseffen niet dat deze kosten in het niet vallen bij de kosten van niets doen.
Voor anderen is de oppositie van ideologische aard. In de Verenigde Staten, waar een toenemend aantal Republikeinse deelstaatregeringen draconische anti-abortuswetten heeft ingevoerd, haalt de regering van president Donald Trump, die zich tegen de universele ziektekostendekking verzet, de seksuele en reproductieve gezondheidszorg actief uit de volksgezondheidsprogramma's – door bijvoorbeeld te proberen de financiering van anticonceptieprogramma's voor lageinkomensgroepen te kortwieken.
Gezien dergelijke weerstand van regeringen is de last op de schouders van de civil society en de gezondheidszorgverstrekkers terechtgekomen om te pleiten voor het richten van de universele ziektekostendekking op de behoeften van vrouwen en meisjes. Op de vergadering van het uitvoerend bestuur van de Wereldgezondheidsorganisatie in januari dit jaar hebben civil society organisaties bijvoorbeeld een krachtig pleidooi gehouden voor de insluiting van seksuele en reproductieve gezondheidszorg.
Nu het mondiale streven naar het invoeren van een universele ziektekostendekking toeneemt, doen zich meer mogelijkheden voor om deze zaak te bepleiten, zoals op de recente World Health Assembly – waar de Alliance for Gender Equality in UHC een “7e vraag” naar voren bracht om een hogere prioriteit toe te kennen aan de gezondheidszorg voor en de rechten van vrouwen en meisjes – en tijdens de politieke onderhandelingen deze zomer bij de VN. Deze gebeurtenissen zullen de basis leggen voor de High-Level Meeting on Universal Health Coverage van de VN in september, waar regeringen een routekaart zullen aannemen voor het inrichten, financieren en leveren van universele gezondheidszorgprogramma's wereldwijd.
Overheden over de hele wereld hebben nu een kans die zich eenmaal in het leven voordoet om door te pakken bij het ter beschikking stellen van kwalitatieve, betaalbare gezondheidszorg – inclusief het hele scala aan reproductieve gezondheidszorgdiensten – aan iedereen. Voor het grijpen van deze kans zal een krachtige politieke wil nodig zijn. Maar één ding is zeker: alleen door de noden en rechten van vrouwen en meisjes te benadrukken kan welke universele ziektekostendekkingsstrategie dan ook werkelijk universeel zijn.
Vertaling: Menno Grootveld