LISSABON – Eerder deze zomer organiseerden de Verenigde Naties hun Oceaanconferentie (UNOC) in Lissabon, Portugal. Het doel was ʻde aanzet te geven tot de hoognodige, wetenschappelijk onderbouwde, innovatieve oplossingen om een nieuw hoofdstuk te beginnen in de wereldwijde actie voor de oceanen.ʼ De wereld heeft behoefte aan een ʻduurzaam beheerde oceaan,ʼ aldus Miguel de Serpa Soares, plaatsvervangend secretaris-generaal voor juridische zaken van de VN, die de conferentie een ʻenorm succesʼ noemde. Was het maar waar.
Het belang van de oceaan kan niet genoeg worden benadrukt. Het is de grootste biosfeer van de planeet en herbergt tot tachtig procent van al het leven op aarde. De oceaan genereert vijftig procent van de zuurstof die we inademen en absorbeert een kwart van alle kooldioxide-emissies, wat essentieel is voor de regeling van het klimaat en het weer. En de oceaan is ook economisch van vitaal belang: ruwweg 120 miljoen mensen zijn werkzaam in de visserij en aanverwante activiteiten, meestal voor kleinschalige ondernemingen in ontwikkelingslanden.
De afgelopen vier decennia is de oceaan echter onder een ongekende druk komen te staan, grotendeels als gevolg van de snelle groei van de commerciële maritieme activiteit. Deze groei is met name significant in de exclusieve economische zones (EEZʼs), aaneengesloten gebieden van territoriale wateren, die zich zoʼn 230 mijl van de landsgrenzen uitstrekken.
Het beginsel van nationale soevereiniteit over de EEZʼs werd in 1982 vastgelegd in het VN-verdrag inzake het Recht van de Zee. In de daaropvolgende jaren verkochten regeringen uitgestrekte stukken oceaangebied door middel van vergunningen en concessies, waardoor het beheer van mariene ecosystemen in feite werd overgedragen aan de particuliere sector.
Beleidsmakers redeneerden kennelijk dat bedrijven er financieel belang bij zouden hebben verantwoordelijke bedrijfspraktijken toe te passen om de hulpbronnen te behouden waaraan zij zoveel waarde onttrokken. In plaats daarvan hebben de wijdverbreide olie- en gasexploratie, de industriële visserij en de hectische maritieme handel, zoals de speciale VN-gezant voor de oceaan Peter Thomson het onlangs uitdrukte, ʻde gezondheid van de oceaanʼ in een ʻneerwaartse spiraalʼ doen belanden.
De verzuring en opwarming van de zee hebben vorig jaar recordhoogten bereikt. Slechts ongeveer dertien procent van de oceaan kan nu nog worden aangemerkt als ʻmariene wildernisʼ (biologisch en ecologisch intacte zeegebieden, die grotendeels vrij zijn van menselijke verstoring). Ruim een derde van de zeezoogdieren en bijna een derde van de rifvormende koralen worden nu met uitsterven bedreigd.
At a time when democracy is under threat, there is an urgent need for incisive, informed analysis of the issues and questions driving the news – just what PS has always provided. Subscribe now and save $50 on a new subscription.
Subscribe Now
Tegen deze achtergrond werd de UNOC bijeengeroepen om ʻde vernietigingʼ van de ecosystemen van de oceanen een halt toe te roepen. Maar ondanks veel hoogdravende retoriek kwamen er alleen vage verklaringen uit de bus: de 193 lidstaten van de VN bevestigden opnieuw hun toezegging om het maritieme bestuur te versterken door (onder meer) de gegevensverzameling op te voeren en de financiering van op de natuur gebaseerde oplossingen te bevorderen.
Afgezien van de onlangs door Colombia aangekondigde plannen om vier nieuwe mariene beschermde gebieden te creëren, werden in feite geen bindende toezeggingen gedaan. En, veelzeggend, de impasse over diepzeemijnbouw werd niet doorbroken. Terwijl veel geavanceerde economieën, waaronder Japan en Zuid-Korea, die controversiële praktijk steunen, eisten landen in de Stille Oceaan zoals Palau en Fiji een moratorium voor de hele industrie wegens een gebrek aan milieugegevens.
De belangrijkste conclusie van de conferentie was dat de VN blijven streven naar stapsgewijze verandering, waarbij de particuliere sector de touwtjes stevig in handen houdt. Dit komt tot uiting in de nadruk die wordt gelegd op ʻnatuurlijk kapitaalʼ-oplossingen, waarbij een prijskaartje wordt gehangen aan de natuur om deze te redden. De neoliberale beleidsvorming die de huidige crisis heeft veroorzaakt, heeft een ideologische make-over ondergaan. Waar het aandeelhouderskapitalisme er niet in is geslaagd zelfregulering door particuliere eigenaren te garanderen, wordt het ʻstakeholderkapitalismeʼ verondersteld daarin wel te kunnen slagen, omdat bedrijven de concurrerende belangen van beleggers, werknemers, gemeenschappen en het milieu tegen elkaar zullen afwegen.
Het is niet moeilijk te begrijpen waarom dit stakeholderkapitalisme zo aantrekkelijk is: het wekt de indruk dat we van twee walletjes kunnen eten. Maar als het om de oceaan gaat, is de houdbaarheidsdatum allang verstreken. Gezien de huidige technologische beperkingen sluit de bescherming van de oceaan tegen verdere aantasting elke verdere maritieme industrialisatie uit.
Waarom denken de VN – of wie dan ook – dat particuliere bedrijven verantwoordelijke rentmeesters van de planeet kunnen worden? De snelle degradatie van mariene ecosystemen is niet bepaald nieuwe informatie, maar toch hebben bedrijven hun schadelijke activiteiten alleen maar uitgebreid. Realistisch gezien zal het stakeholder-kapitalisme moeilijke beslissingen over winstmaximalisatie in een wereld met klimaatbeperkingen alleen maar doorschuiven naar toekomstige generaties.
Nu heeft de wereld de kans om een veelbelovender aanpak voor de bescherming van de oceaan te omarmen: de IntergovernmentalConference on Marine Biodiversity of Areas Beyond National Jurisdiction. De vergaderingen, die deze week in New York zijn hervat, zullen naar verwachting een juridisch kader opleveren voor het beheer van alle mariene gebieden buiten de EEZʼs van de kustlanden.
De volle zee omvat 64 procent van de oppervlakte van de oceaan en herbergt de grootste reservoirs van biodiversiteit op aarde. Het aantal soorten dat er voorkomt is enorm, en naar verwachting zullen er nog veel meer worden ontdekt. Maar dit domein wordt met de dag drukker – en meer bedreigd.
De bescherming van de volle zee is lange tijd in handen geweest van een lappendeken van internationale agentschappen. Als gevolg daarvan is momenteel slechts 1,2 procent van dit fragiele ecosysteem beschermd tegen uitbuiting door commerciële activiteiten.
Zoals Guy Standing, wetenschappelijk onderzoeker aan de universiteit van Londen, mij onlangs vertelde, is er weinig reden om aan te nemen dat de conferentie veel zal doen om ʻde macht van oligopolistische ondernemingen in niet-territoriale wateren terug te dringen.ʼ In plaats daarvan zal het voor de VN de zoveelste gelegenheid zijn om het verhaal te verkondigen dat het winstoogmerk, dat grotendeels verantwoordelijk is voor de vernietiging van de oceanen, de aanzet kan geven tot de noodzakelijke actie om deze te redden.
Zoals Standing het stelt: als we onze oceanen willen redden, moeten we de privatisering ervan terugdraaien. Dat betekent dat we moeten aandringen op bindende afspraken, effectieve regelgeving en betrouwbare handhaving. Bovenal betekent het dat we moeten erkennen dat de werkelijke waarde van de oceaan geen prijskaartje heeft.
To have unlimited access to our content including in-depth commentaries, book reviews, exclusive interviews, PS OnPoint and PS The Big Picture, please subscribe
In 2024, global geopolitics and national politics have undergone considerable upheaval, and the world economy has both significant weaknesses, including Europe and China, and notable bright spots, especially the US. In the coming year, the range of possible outcomes will broaden further.
offers his predictions for the new year while acknowledging that the range of possible outcomes is widening.
LISSABON – Eerder deze zomer organiseerden de Verenigde Naties hun Oceaanconferentie (UNOC) in Lissabon, Portugal. Het doel was ʻde aanzet te geven tot de hoognodige, wetenschappelijk onderbouwde, innovatieve oplossingen om een nieuw hoofdstuk te beginnen in de wereldwijde actie voor de oceanen.ʼ De wereld heeft behoefte aan een ʻduurzaam beheerde oceaan,ʼ aldus Miguel de Serpa Soares, plaatsvervangend secretaris-generaal voor juridische zaken van de VN, die de conferentie een ʻenorm succesʼ noemde. Was het maar waar.
Het belang van de oceaan kan niet genoeg worden benadrukt. Het is de grootste biosfeer van de planeet en herbergt tot tachtig procent van al het leven op aarde. De oceaan genereert vijftig procent van de zuurstof die we inademen en absorbeert een kwart van alle kooldioxide-emissies, wat essentieel is voor de regeling van het klimaat en het weer. En de oceaan is ook economisch van vitaal belang: ruwweg 120 miljoen mensen zijn werkzaam in de visserij en aanverwante activiteiten, meestal voor kleinschalige ondernemingen in ontwikkelingslanden.
De afgelopen vier decennia is de oceaan echter onder een ongekende druk komen te staan, grotendeels als gevolg van de snelle groei van de commerciële maritieme activiteit. Deze groei is met name significant in de exclusieve economische zones (EEZʼs), aaneengesloten gebieden van territoriale wateren, die zich zoʼn 230 mijl van de landsgrenzen uitstrekken.
Het beginsel van nationale soevereiniteit over de EEZʼs werd in 1982 vastgelegd in het VN-verdrag inzake het Recht van de Zee. In de daaropvolgende jaren verkochten regeringen uitgestrekte stukken oceaangebied door middel van vergunningen en concessies, waardoor het beheer van mariene ecosystemen in feite werd overgedragen aan de particuliere sector.
Beleidsmakers redeneerden kennelijk dat bedrijven er financieel belang bij zouden hebben verantwoordelijke bedrijfspraktijken toe te passen om de hulpbronnen te behouden waaraan zij zoveel waarde onttrokken. In plaats daarvan hebben de wijdverbreide olie- en gasexploratie, de industriële visserij en de hectische maritieme handel, zoals de speciale VN-gezant voor de oceaan Peter Thomson het onlangs uitdrukte, ʻde gezondheid van de oceaanʼ in een ʻneerwaartse spiraalʼ doen belanden.
De verzuring en opwarming van de zee hebben vorig jaar recordhoogten bereikt. Slechts ongeveer dertien procent van de oceaan kan nu nog worden aangemerkt als ʻmariene wildernisʼ (biologisch en ecologisch intacte zeegebieden, die grotendeels vrij zijn van menselijke verstoring). Ruim een derde van de zeezoogdieren en bijna een derde van de rifvormende koralen worden nu met uitsterven bedreigd.
HOLIDAY SALE: PS for less than $0.7 per week
At a time when democracy is under threat, there is an urgent need for incisive, informed analysis of the issues and questions driving the news – just what PS has always provided. Subscribe now and save $50 on a new subscription.
Subscribe Now
Tegen deze achtergrond werd de UNOC bijeengeroepen om ʻde vernietigingʼ van de ecosystemen van de oceanen een halt toe te roepen. Maar ondanks veel hoogdravende retoriek kwamen er alleen vage verklaringen uit de bus: de 193 lidstaten van de VN bevestigden opnieuw hun toezegging om het maritieme bestuur te versterken door (onder meer) de gegevensverzameling op te voeren en de financiering van op de natuur gebaseerde oplossingen te bevorderen.
Afgezien van de onlangs door Colombia aangekondigde plannen om vier nieuwe mariene beschermde gebieden te creëren, werden in feite geen bindende toezeggingen gedaan. En, veelzeggend, de impasse over diepzeemijnbouw werd niet doorbroken. Terwijl veel geavanceerde economieën, waaronder Japan en Zuid-Korea, die controversiële praktijk steunen, eisten landen in de Stille Oceaan zoals Palau en Fiji een moratorium voor de hele industrie wegens een gebrek aan milieugegevens.
De belangrijkste conclusie van de conferentie was dat de VN blijven streven naar stapsgewijze verandering, waarbij de particuliere sector de touwtjes stevig in handen houdt. Dit komt tot uiting in de nadruk die wordt gelegd op ʻnatuurlijk kapitaalʼ-oplossingen, waarbij een prijskaartje wordt gehangen aan de natuur om deze te redden. De neoliberale beleidsvorming die de huidige crisis heeft veroorzaakt, heeft een ideologische make-over ondergaan. Waar het aandeelhouderskapitalisme er niet in is geslaagd zelfregulering door particuliere eigenaren te garanderen, wordt het ʻstakeholderkapitalismeʼ verondersteld daarin wel te kunnen slagen, omdat bedrijven de concurrerende belangen van beleggers, werknemers, gemeenschappen en het milieu tegen elkaar zullen afwegen.
Het is niet moeilijk te begrijpen waarom dit stakeholderkapitalisme zo aantrekkelijk is: het wekt de indruk dat we van twee walletjes kunnen eten. Maar als het om de oceaan gaat, is de houdbaarheidsdatum allang verstreken. Gezien de huidige technologische beperkingen sluit de bescherming van de oceaan tegen verdere aantasting elke verdere maritieme industrialisatie uit.
Waarom denken de VN – of wie dan ook – dat particuliere bedrijven verantwoordelijke rentmeesters van de planeet kunnen worden? De snelle degradatie van mariene ecosystemen is niet bepaald nieuwe informatie, maar toch hebben bedrijven hun schadelijke activiteiten alleen maar uitgebreid. Realistisch gezien zal het stakeholder-kapitalisme moeilijke beslissingen over winstmaximalisatie in een wereld met klimaatbeperkingen alleen maar doorschuiven naar toekomstige generaties.
Nu heeft de wereld de kans om een veelbelovender aanpak voor de bescherming van de oceaan te omarmen: de Intergovernmental Conference on Marine Biodiversity of Areas Beyond National Jurisdiction. De vergaderingen, die deze week in New York zijn hervat, zullen naar verwachting een juridisch kader opleveren voor het beheer van alle mariene gebieden buiten de EEZʼs van de kustlanden.
De volle zee omvat 64 procent van de oppervlakte van de oceaan en herbergt de grootste reservoirs van biodiversiteit op aarde. Het aantal soorten dat er voorkomt is enorm, en naar verwachting zullen er nog veel meer worden ontdekt. Maar dit domein wordt met de dag drukker – en meer bedreigd.
De bescherming van de volle zee is lange tijd in handen geweest van een lappendeken van internationale agentschappen. Als gevolg daarvan is momenteel slechts 1,2 procent van dit fragiele ecosysteem beschermd tegen uitbuiting door commerciële activiteiten.
Zoals Guy Standing, wetenschappelijk onderzoeker aan de universiteit van Londen, mij onlangs vertelde, is er weinig reden om aan te nemen dat de conferentie veel zal doen om ʻde macht van oligopolistische ondernemingen in niet-territoriale wateren terug te dringen.ʼ In plaats daarvan zal het voor de VN de zoveelste gelegenheid zijn om het verhaal te verkondigen dat het winstoogmerk, dat grotendeels verantwoordelijk is voor de vernietiging van de oceanen, de aanzet kan geven tot de noodzakelijke actie om deze te redden.
Zoals Standing het stelt: als we onze oceanen willen redden, moeten we de privatisering ervan terugdraaien. Dat betekent dat we moeten aandringen op bindende afspraken, effectieve regelgeving en betrouwbare handhaving. Bovenal betekent het dat we moeten erkennen dat de werkelijke waarde van de oceaan geen prijskaartje heeft.
Vertaling: Menno Grootveld