NEW YORK – De wereld is er zich terdege van bewust dat de klimaatcrisis een van de belangrijkste struikelblokken is voor duurzame ontwikkeling. En toch, ondanks de dramatische bewijzen voor de dodelijke gevolgen van de klimaatverandering, en ondanks het feit dat we over de kennis, technologieën en middelen beschikken om het probleem op te lossen, gaan we door op hetzelfde koolstofrijke pad dat ons voortbestaan bedreigt.
We weten ook dat klimaatstabilisatie afhankelijk is van een reactie van de gehele samenleving, en dus van de gelijke en eerlijke deelname van alle burgers aan het bestuur. Ook dat is nog niet gebeurd: vrouwen zijn ondervertegenwoordigd in de besluitvorming over het klimaat. En hoewel deze trend langzaam wordt omgebogen, moet er nog veel meer worden gedaan om een genderbewuste reactie op de klimaatverandering te bevorderen. Drie vereisten springen in het oog: vrouwelijk leiderschap, rechten van de inheemse bevolking en onderwijs.
Al bijna tien jaar worden inspanningen geleverd om de gendergelijkheid in het klimaatbeleid te verbeteren. In 2014 hebben de afgevaardigden op de COP20 het Lima Work Programme on Gender aangenomen om meer vrouwen bij de onderhandelingen over klimaatverandering te betrekken. Maar vijf jaar later, tijdens COP25 in Madrid, waren zestig procent van de regeringsafgevaardigden en 73 procent van de hoofden en adjunct-hoofden van de delegaties mannen.
Dit gebrek aan evenwicht leidde tot de goedkeuring van het Enhanced Lima Work Programme and Action Plan on Gender. In het kader van dat versterkte plan hebben de partijen bij de mondiale klimaatbesprekingen zich ertoe verbonden nationale contactpunten voor gender en klimaatverandering aan te wijzen en te ondersteunen, zowel bij de klimaatonderhandelingen zelf als bij de uitvoering en monitoring van projecten. Desondanks bekleedden vrouwen van 2019 tot 2021 slechts 33 procent van alle leidinggevende posities in klimaatonderhandelingen en expertmechanismen.
Maar de inspanningen om vrouwen bij deze besprekingen te betrekken, worden voortgezet. In de slotovereenkomst die na afloop van de COP26 in Glasgow van november vorig jaar werd gesloten, zijn gendergelijkheid en vrouwelijk leiderschap opgenomen als centrale onderdelen van het klimaatbeleid en de klimaatstrategieën. Dit betekent een duidelijke erkenning van het feit dat de overgang naar een netto-nul-uitstoot alleen mogelijk zal zijn door actief burgerschap, waarin vrouwen een cruciale rol moeten spelen.
Vrouwen worden niet alleen onevenredig zwaar getroffen door de klimaatcrisisis, maar zijn ook belangrijke aanjagers van verandering. Door vrouwen een plaats te geven aan de besluitvormingstafel en een genderperspectief te gebruiken om koolstofarme ontwikkelingsstrategieën vorm te geven, zal veel vooruitgang worden geboekt bij de inspanningen om de klimaatverandering te matigen en zich eraan aan te passen.
Access every new PS commentary, our entire On Point suite of subscriber-exclusive content – including Longer Reads, Insider Interviews, Big Picture/Big Question, and Say More – and the full PS archive.
Subscribe Now
De transitie naar koolstofneutraliteit vergt een radicale verandering van de productiesystemen en consumptiepatronen in alle sectoren. Vrouwen moeten deel uitmaken van het proces om doeltreffend beleid te ontwikkelen. De taak is gigantisch, maar er zijn voorbeelden die navolging verdienen.
Costa Rica, bijvoorbeeld, heeft een duidelijk pad uitgezet naar een koolstofdioxide-uitstoot van nul. Sinds 2014 is meer dan 98 procent van de in Costa Rica opgewekte energie afkomstig van hernieuwbare bronnen. En in 2021 kreeg het land de Earthshot Prize voor zijn natuurbehoudsmodel, waarbij lokale burgers worden betaald om natuurlijke ecosystemen, zoals regenwouden, in stand te houden en te herstellen. Het succes van Costa Rica kan grotendeels worden toegeschreven aan de inzet van zijn burgers voor duurzame ontwikkeling en de betrokkenheid van inheemse en plattelandsvrouwen bij klimaatadaptatie, kennisproductie en inspanningen om de veerkracht te versterken.
Vooral inheemse vrouwen en plattelandsvrouwen zijn het meest kwetsbaar voor klimaatverandering en aantasting van het milieu. Het betrekken van deze vrouwen bij het creëren van duurzame praktijken is dan ook van cruciaal belang om de doeltreffendheid van klimaatgerelateerde besluiten te waarborgen. Initiatieven zoals de Shared Societies-aanpak van Club de Madrid benadrukken dat inheemse gemeenschappen het recht hebben om bij deze besprekingen te worden betrokken, en erkennen dat lokale gemeenschappen eerder geneigd zijn om plannen voor natuurbehoud te steunen en uit te voeren wanneer zij volledig worden betrokken bij de ontwikkeling ervan.
Onderwijs is ook een cruciaal onderdeel van inclusieve besluitvorming over het klimaat. In 2021 riep UNESCO op om milieu-educatie tegen 2025 in alle landen tot een kernonderdeel van het leerplan te maken. De Berlin Declaration on Education for Sustainable Developmentstelt dat milieu-educatie vanaf jonge leeftijd beschikbaar moet zijn voor zowel meisjes als jongens om ervoor te zorgen dat toekomstige generaties over voldoende kennis beschikken om op de klimaatverandering te reageren. Door de nadruk te leggen op gendergelijkheid en non-discriminatie bij de toegang tot klimaatkennis en -vaardigheden zullen jongeren beter in staat zijn veranderingen teweeg te brengen.
De recente ʻCEO lunch,ʼ uitsluitend voor mannen, tijdens de veiligheidsconferentie in München, toont aan dat vrouwen nog steeds ontbreken op de hoogste niveaus van de mondiale besluitvorming. Toch is vrouwelijk leiderschap nodig om doeltreffend te kunnen reageren op gemeenschappelijke mondiale problemen. Zonder de actieve en betekenisvolle deelname van vrouwen en meisjes aan lokale, nationale en mondiale klimaatstrategieën zal een koolstofneutrale toekomst buiten bereik blijven.
To have unlimited access to our content including in-depth commentaries, book reviews, exclusive interviews, PS OnPoint and PS The Big Picture, please subscribe
In the United States and Europe, immigration tends to divide people into opposing camps: those who claim that newcomers undermine economic opportunity and security for locals, and those who argue that welcoming migrants and refugees is a moral and economic imperative. How should one make sense of a debate that is often based on motivated reasoning, with emotion and underlying biases affecting the selection and interpretation of evidence?
To maintain its position as a global rule-maker and avoid becoming a rule-taker, the United States must use the coming year to promote clarity and confidence in the digital-asset market. The US faces three potential paths to maintaining its competitive edge in crypto: regulation, legislation, and designation.
urges policymakers to take decisive action and set new rules for the industry in 2024.
The World Trade Organization’s most recent ministerial conference concluded with a few positive outcomes demonstrating that meaningful change is possible, though there were some disappointments. A successful agenda of reforms will require more members – particularly emerging markets and developing economies – to take the lead.
writes that meaningful change will come only when members other than the US help steer the organization.
NEW YORK – De wereld is er zich terdege van bewust dat de klimaatcrisis een van de belangrijkste struikelblokken is voor duurzame ontwikkeling. En toch, ondanks de dramatische bewijzen voor de dodelijke gevolgen van de klimaatverandering, en ondanks het feit dat we over de kennis, technologieën en middelen beschikken om het probleem op te lossen, gaan we door op hetzelfde koolstofrijke pad dat ons voortbestaan bedreigt.
We weten ook dat klimaatstabilisatie afhankelijk is van een reactie van de gehele samenleving, en dus van de gelijke en eerlijke deelname van alle burgers aan het bestuur. Ook dat is nog niet gebeurd: vrouwen zijn ondervertegenwoordigd in de besluitvorming over het klimaat. En hoewel deze trend langzaam wordt omgebogen, moet er nog veel meer worden gedaan om een genderbewuste reactie op de klimaatverandering te bevorderen. Drie vereisten springen in het oog: vrouwelijk leiderschap, rechten van de inheemse bevolking en onderwijs.
Al bijna tien jaar worden inspanningen geleverd om de gendergelijkheid in het klimaatbeleid te verbeteren. In 2014 hebben de afgevaardigden op de COP20 het Lima Work Programme on Gender aangenomen om meer vrouwen bij de onderhandelingen over klimaatverandering te betrekken. Maar vijf jaar later, tijdens COP25 in Madrid, waren zestig procent van de regeringsafgevaardigden en 73 procent van de hoofden en adjunct-hoofden van de delegaties mannen.
Dit gebrek aan evenwicht leidde tot de goedkeuring van het Enhanced Lima Work Programme and Action Plan on Gender. In het kader van dat versterkte plan hebben de partijen bij de mondiale klimaatbesprekingen zich ertoe verbonden nationale contactpunten voor gender en klimaatverandering aan te wijzen en te ondersteunen, zowel bij de klimaatonderhandelingen zelf als bij de uitvoering en monitoring van projecten. Desondanks bekleedden vrouwen van 2019 tot 2021 slechts 33 procent van alle leidinggevende posities in klimaatonderhandelingen en expertmechanismen.
Maar de inspanningen om vrouwen bij deze besprekingen te betrekken, worden voortgezet. In de slotovereenkomst die na afloop van de COP26 in Glasgow van november vorig jaar werd gesloten, zijn gendergelijkheid en vrouwelijk leiderschap opgenomen als centrale onderdelen van het klimaatbeleid en de klimaatstrategieën. Dit betekent een duidelijke erkenning van het feit dat de overgang naar een netto-nul-uitstoot alleen mogelijk zal zijn door actief burgerschap, waarin vrouwen een cruciale rol moeten spelen.
Vrouwen worden niet alleen onevenredig zwaar getroffen door de klimaatcrisisis, maar zijn ook belangrijke aanjagers van verandering. Door vrouwen een plaats te geven aan de besluitvormingstafel en een genderperspectief te gebruiken om koolstofarme ontwikkelingsstrategieën vorm te geven, zal veel vooruitgang worden geboekt bij de inspanningen om de klimaatverandering te matigen en zich eraan aan te passen.
Subscribe to PS Digital
Access every new PS commentary, our entire On Point suite of subscriber-exclusive content – including Longer Reads, Insider Interviews, Big Picture/Big Question, and Say More – and the full PS archive.
Subscribe Now
De transitie naar koolstofneutraliteit vergt een radicale verandering van de productiesystemen en consumptiepatronen in alle sectoren. Vrouwen moeten deel uitmaken van het proces om doeltreffend beleid te ontwikkelen. De taak is gigantisch, maar er zijn voorbeelden die navolging verdienen.
Costa Rica, bijvoorbeeld, heeft een duidelijk pad uitgezet naar een koolstofdioxide-uitstoot van nul. Sinds 2014 is meer dan 98 procent van de in Costa Rica opgewekte energie afkomstig van hernieuwbare bronnen. En in 2021 kreeg het land de Earthshot Prize voor zijn natuurbehoudsmodel, waarbij lokale burgers worden betaald om natuurlijke ecosystemen, zoals regenwouden, in stand te houden en te herstellen. Het succes van Costa Rica kan grotendeels worden toegeschreven aan de inzet van zijn burgers voor duurzame ontwikkeling en de betrokkenheid van inheemse en plattelandsvrouwen bij klimaatadaptatie, kennisproductie en inspanningen om de veerkracht te versterken.
Vooral inheemse vrouwen en plattelandsvrouwen zijn het meest kwetsbaar voor klimaatverandering en aantasting van het milieu. Het betrekken van deze vrouwen bij het creëren van duurzame praktijken is dan ook van cruciaal belang om de doeltreffendheid van klimaatgerelateerde besluiten te waarborgen. Initiatieven zoals de Shared Societies-aanpak van Club de Madrid benadrukken dat inheemse gemeenschappen het recht hebben om bij deze besprekingen te worden betrokken, en erkennen dat lokale gemeenschappen eerder geneigd zijn om plannen voor natuurbehoud te steunen en uit te voeren wanneer zij volledig worden betrokken bij de ontwikkeling ervan.
Onderwijs is ook een cruciaal onderdeel van inclusieve besluitvorming over het klimaat. In 2021 riep UNESCO op om milieu-educatie tegen 2025 in alle landen tot een kernonderdeel van het leerplan te maken. De Berlin Declaration on Education for Sustainable Developmentstelt dat milieu-educatie vanaf jonge leeftijd beschikbaar moet zijn voor zowel meisjes als jongens om ervoor te zorgen dat toekomstige generaties over voldoende kennis beschikken om op de klimaatverandering te reageren. Door de nadruk te leggen op gendergelijkheid en non-discriminatie bij de toegang tot klimaatkennis en -vaardigheden zullen jongeren beter in staat zijn veranderingen teweeg te brengen.
De recente ʻCEO lunch,ʼ uitsluitend voor mannen, tijdens de veiligheidsconferentie in München, toont aan dat vrouwen nog steeds ontbreken op de hoogste niveaus van de mondiale besluitvorming. Toch is vrouwelijk leiderschap nodig om doeltreffend te kunnen reageren op gemeenschappelijke mondiale problemen. Zonder de actieve en betekenisvolle deelname van vrouwen en meisjes aan lokale, nationale en mondiale klimaatstrategieën zal een koolstofneutrale toekomst buiten bereik blijven.
Vertaling: Menno Grootveld