GENÈVE – De wereldeconomie is verslaafd aan de niet-aflatende – en niet-duurzame – ontginning van natuurlijke hulpbronnen. Maar ondanks onze volledige afhankelijkheid van de natuur, is haar bijdrage – bijvoorbeeld het water dat wordt gebruikt om je kleren te maken of de grond waarop je voedsel wordt verbouwd – impliciet en grotendeels onzichtbaar. Om een rechtvaardige, natuurpositieve toekomst op te bouwen is een nieuwe generatie van op principes gebaseerde en goed beheerde markten voor ecosysteemgoederen en -diensten nodig.
Natuur en klimaatstabiliteit zijn twee zijden van dezelfde medaille en hun lot is met elkaar verweven. Het behoud en herstel van de biodiversiteit is essentieel voor het beperken van de uitstoot van broeikasgassen, terwijl een ongecontroleerde opwarming van de aarde de natuurlijke rijkdom van de planeet zal vernietigen. Maar inspanningen om de wereldeconomie koolstofvrij te maken zijn niet genoeg om de uitbuiting van ecosystemen te voorkomen. Het huidige draaiboek voor het klimaat kan worden geleerd en uitgebreid, maar niet zonder meer worden overgenomen.
Er is een nieuw draaiboek nodig om het verlies aan biodiversiteit een halt toe te roepen en te keren, en de Taskforce on Nature Markets is in maart 2022 opgericht om dit te helpen schrijven. De bevindingen en aanbevelingen van de taskforce over de beste manier om een nieuwe generatie markten te vormen die de natuur in stand houdt in plaats van vernietigt, zullen worden bekendgemaakt op de regionale top voor de Amazoneregenwoudalliantie in Belém, Brazilië.
De behoefte aan zo’n taskforce weerspiegelt een historische verschuiving in de richting van het beprijzen van de natuur. Er wordt bijvoorbeeld hard gewerkt aan het kwantificeren van natuurgerelateerde risico’s en het verplicht stellen van natuurgerelateerde bedrijfsinformatie. Er is een toenemende belangstelling voor regeneratieve landbouw, het delen van de voordelen van genetische hulpbronnen heeft tot heftige discussies geleid, en markten voor biodiversiteitskredieten beginnen vorm te krijgen.
Voorstanders van marktgebaseerde oplossingen beweren dat deze ontwikkelingen, in combinatie met beleidssignalen, uiteindelijk de wereldeconomie zullen afstemmen op natuurpositieve resultaten. Zij beweren dat de ecosystemen van de planeet zullen worden gered door bedrijven en overheden te belonen die natuurgerelateerde financiële producten en diensten aanbieden en investeringen sluizen naar het herstel van de biodiversiteit.
Beleidsmakers en leiders uit het bedrijfsleven hebben op dezelfde aanpak vertrouwd om de opwarming van de aarde te beperken, met gemengde resultaten. Maar de klimaatverandering leent zich om twee redenen beter voor een marktgebaseerd paradigma: de uitstoot van broeikasgassen is makkelijk kwantificeerbaar en verifieerbaar, en groene technologie blijft enorme investeringsbedragen aantrekken. De natuurlijke wereld daarentegen heeft geen equivalent voor de uitstoot van broeikasgassen, wat het moeilijk maakt om een prijs te bepalen, noch een technologisch landschap waarin geïnvesteerd kan worden, afgezien van een opkomend cluster van natuurbesparende productietechnologieën zoals in laboratoria gekweekt vlees en verticale landbouw.
Een ander fundamenteel verschil betreft de rol van inheemse volkeren en lokale gemeenschappen bij het behoud van de natuur. Hoewel ze minder dan vijf procent van de wereldbevolking uitmaken, beschermen inheemse volkeren tachtig procent van de biodiversiteit van de planeet. Zelfs goedbedoelde marktgebaseerde beleidsmaatregelen en instrumenten kunnen deze rentmeesters van de natuur ondermijnen, waardoor de vooruitzichten voor natuurbehoud (en dus klimaatmitigatie) somberder worden.
Marktmechanismen kunnen en moeten zeker worden ingezet om de natuur te redden. Maar gezien deze unieke uitdagingen zullen ze alleen slagen als hun bestuursbeginselen en werkmethoden zijn ontworpen om rechtvaardigheid en duurzame welvaart te bevorderen. De werkgroep doet zeven praktische aanbevelingen die de wereldeconomie naar een natuurpositief pad kunnen leiden.
Bovenaan de lijst staat de noodzaak voor ministers van Financiën en Economische Zaken en centrale bankiers om de economische en financiële regels beter af te stemmen op de doelen van het behoud van de biodiversiteit en de ondersteuning van de rentmeesters van de natuur. Bij het wijzigen van handels- en investeringsovereenkomsten moet internationale beleidscoördinatie via de G20 en andere internationale fora ervoor zorgen dat natuurrijke lage-inkomenslanden niet de dupe worden van de transitiekosten.
De centrale banken en toezichthouders moeten er ook voor zorgen dat de financiële markten beter afgestemd zijn op natuur- en klimaatafspraken. Degenen die de mondiale financiële instellingen besturen, moeten proactiever zijn – het is niet genoeg om zich te beperken tot de tussentijdse doelstellingen van financiële stabiliteit en marktintegriteit.
Het beheer van de markten voor zachte grondstoffen, met name landbouwproducten, moet worden herzien, gezien de enorme gevolgen ervan voor de biodiversiteit, het klimaat en de samenleving. Dergelijke gerichte acties moeten maatregelen omvatten om de transparantie te vergroten, met inbegrip van volledige traceerbaarheid, en om de huidige regelgevende desinteresse in de natuur te overwinnen.
Regels tegen het witwassen van geld moeten zich meer richten op milieumisdrijven zoals illegale ontbossing, mijnbouw, visserij en handel in wilde dieren. Legale investeringen in de landbouwsector, vooral in producenten van zachte grondstoffen, kunnen onbedoeld deze misdaden financieren, die de natuur vernietigen en vaak geweld aanwakkeren.
Gezien de unieke uitdagingen van het stoppen en keren van het verlies aan biodiversiteit en de totale afhankelijkheid van de mensheid van bloeiende ecosystemen, hebben we een nieuw draaiboek nodig voor het behoud van de natuur. Dit draaiboek kan voortbouwen op de huidige klimaatstrategieën en tegelijkertijd ambitieuzere maatregelen stimuleren die geschikt zijn voor het beoogde doel. Dit is vooral belangrijk bij het ontwerpen van natuurmarkten die billijke, natuurpositieve resultaten opleveren voor mensen en de planeet.
Vertaling: Menno Grootveld
GENÈVE – De wereldeconomie is verslaafd aan de niet-aflatende – en niet-duurzame – ontginning van natuurlijke hulpbronnen. Maar ondanks onze volledige afhankelijkheid van de natuur, is haar bijdrage – bijvoorbeeld het water dat wordt gebruikt om je kleren te maken of de grond waarop je voedsel wordt verbouwd – impliciet en grotendeels onzichtbaar. Om een rechtvaardige, natuurpositieve toekomst op te bouwen is een nieuwe generatie van op principes gebaseerde en goed beheerde markten voor ecosysteemgoederen en -diensten nodig.
Natuur en klimaatstabiliteit zijn twee zijden van dezelfde medaille en hun lot is met elkaar verweven. Het behoud en herstel van de biodiversiteit is essentieel voor het beperken van de uitstoot van broeikasgassen, terwijl een ongecontroleerde opwarming van de aarde de natuurlijke rijkdom van de planeet zal vernietigen. Maar inspanningen om de wereldeconomie koolstofvrij te maken zijn niet genoeg om de uitbuiting van ecosystemen te voorkomen. Het huidige draaiboek voor het klimaat kan worden geleerd en uitgebreid, maar niet zonder meer worden overgenomen.
Er is een nieuw draaiboek nodig om het verlies aan biodiversiteit een halt toe te roepen en te keren, en de Taskforce on Nature Markets is in maart 2022 opgericht om dit te helpen schrijven. De bevindingen en aanbevelingen van de taskforce over de beste manier om een nieuwe generatie markten te vormen die de natuur in stand houdt in plaats van vernietigt, zullen worden bekendgemaakt op de regionale top voor de Amazoneregenwoudalliantie in Belém, Brazilië.
De behoefte aan zo’n taskforce weerspiegelt een historische verschuiving in de richting van het beprijzen van de natuur. Er wordt bijvoorbeeld hard gewerkt aan het kwantificeren van natuurgerelateerde risico’s en het verplicht stellen van natuurgerelateerde bedrijfsinformatie. Er is een toenemende belangstelling voor regeneratieve landbouw, het delen van de voordelen van genetische hulpbronnen heeft tot heftige discussies geleid, en markten voor biodiversiteitskredieten beginnen vorm te krijgen.
Voorstanders van marktgebaseerde oplossingen beweren dat deze ontwikkelingen, in combinatie met beleidssignalen, uiteindelijk de wereldeconomie zullen afstemmen op natuurpositieve resultaten. Zij beweren dat de ecosystemen van de planeet zullen worden gered door bedrijven en overheden te belonen die natuurgerelateerde financiële producten en diensten aanbieden en investeringen sluizen naar het herstel van de biodiversiteit.
Beleidsmakers en leiders uit het bedrijfsleven hebben op dezelfde aanpak vertrouwd om de opwarming van de aarde te beperken, met gemengde resultaten. Maar de klimaatverandering leent zich om twee redenen beter voor een marktgebaseerd paradigma: de uitstoot van broeikasgassen is makkelijk kwantificeerbaar en verifieerbaar, en groene technologie blijft enorme investeringsbedragen aantrekken. De natuurlijke wereld daarentegen heeft geen equivalent voor de uitstoot van broeikasgassen, wat het moeilijk maakt om een prijs te bepalen, noch een technologisch landschap waarin geïnvesteerd kan worden, afgezien van een opkomend cluster van natuurbesparende productietechnologieën zoals in laboratoria gekweekt vlees en verticale landbouw.
BLACK FRIDAY SALE: Subscribe for as little as $34.99
Subscribe now to gain access to insights and analyses from the world’s leading thinkers – starting at just $34.99 for your first year.
Subscribe Now
Een ander fundamenteel verschil betreft de rol van inheemse volkeren en lokale gemeenschappen bij het behoud van de natuur. Hoewel ze minder dan vijf procent van de wereldbevolking uitmaken, beschermen inheemse volkeren tachtig procent van de biodiversiteit van de planeet. Zelfs goedbedoelde marktgebaseerde beleidsmaatregelen en instrumenten kunnen deze rentmeesters van de natuur ondermijnen, waardoor de vooruitzichten voor natuurbehoud (en dus klimaatmitigatie) somberder worden.
Marktmechanismen kunnen en moeten zeker worden ingezet om de natuur te redden. Maar gezien deze unieke uitdagingen zullen ze alleen slagen als hun bestuursbeginselen en werkmethoden zijn ontworpen om rechtvaardigheid en duurzame welvaart te bevorderen. De werkgroep doet zeven praktische aanbevelingen die de wereldeconomie naar een natuurpositief pad kunnen leiden.
Bovenaan de lijst staat de noodzaak voor ministers van Financiën en Economische Zaken en centrale bankiers om de economische en financiële regels beter af te stemmen op de doelen van het behoud van de biodiversiteit en de ondersteuning van de rentmeesters van de natuur. Bij het wijzigen van handels- en investeringsovereenkomsten moet internationale beleidscoördinatie via de G20 en andere internationale fora ervoor zorgen dat natuurrijke lage-inkomenslanden niet de dupe worden van de transitiekosten.
De centrale banken en toezichthouders moeten er ook voor zorgen dat de financiële markten beter afgestemd zijn op natuur- en klimaatafspraken. Degenen die de mondiale financiële instellingen besturen, moeten proactiever zijn – het is niet genoeg om zich te beperken tot de tussentijdse doelstellingen van financiële stabiliteit en marktintegriteit.
Het beheer van de markten voor zachte grondstoffen, met name landbouwproducten, moet worden herzien, gezien de enorme gevolgen ervan voor de biodiversiteit, het klimaat en de samenleving. Dergelijke gerichte acties moeten maatregelen omvatten om de transparantie te vergroten, met inbegrip van volledige traceerbaarheid, en om de huidige regelgevende desinteresse in de natuur te overwinnen.
Regels tegen het witwassen van geld moeten zich meer richten op milieumisdrijven zoals illegale ontbossing, mijnbouw, visserij en handel in wilde dieren. Legale investeringen in de landbouwsector, vooral in producenten van zachte grondstoffen, kunnen onbedoeld deze misdaden financieren, die de natuur vernietigen en vaak geweld aanwakkeren.
Gezien de unieke uitdagingen van het stoppen en keren van het verlies aan biodiversiteit en de totale afhankelijkheid van de mensheid van bloeiende ecosystemen, hebben we een nieuw draaiboek nodig voor het behoud van de natuur. Dit draaiboek kan voortbouwen op de huidige klimaatstrategieën en tegelijkertijd ambitieuzere maatregelen stimuleren die geschikt zijn voor het beoogde doel. Dit is vooral belangrijk bij het ontwerpen van natuurmarkten die billijke, natuurpositieve resultaten opleveren voor mensen en de planeet.
Vertaling: Menno Grootveld