acemoglu30_ Jan HetfleischGetty Images_vaccine Jan Hetfleisch/Getty Images

We moeten ons voorbereiden op de volgende pandemie

NAIROBI/BOSTON/WASHINGTON, DC – Op 12 december 2019 begon een groep patiënten in Wuhan, China, symptomen te vertonen van een atypische longontsteking-achtige ziekte die niet goed reageerde op standaardbehandelingen. Negentig dagen later, met ruim 118.000 gemelde gevallen in 114 landen en 4.291 doden, riep de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) COVID-19 uit tot een pandemie.

Terwijl de COVID-19-lockdowns en reisbeperkingen de wereld tot stilstand brachten, verraadde de reactie van de beleidsmakers op de zich ontwikkelende crisis, ook in hogeinkomenslanden, ernstige informatielacunes en institutionele tekortkomingen die hen verhinderden om beslissende actie te ondernemen. Duizenden, zo niet miljoenen doden en veel economische verwoesting hadden voorkomen kunnen worden.

Al in 2007 ontdekten onderzoekers van de universiteit van Hong Kong dat ‘hoefijzervleermuizen het natuurlijke reservoir zijn voor SARS-CoV-achtige virussen’ en dat ‘civetkatten de vermeerderingsgastheer zijn.’ De auteurs waarschuwden dat interacties tussen mens en dier op boerderijen en natte markten konden fungeren als bronnen en vermeerderingscentra voor opkomende ziekteverwekkers.

En toch werden de volksgezondheidsstelsels onvoorbereid getroffen door COVID-19, dat op meedogenloze wijze de ontoereikendheid van de bestaande pandemische responscapaciteiten blootlegde. De crisis overweldigde de bevoorradingsketens en aankoopmechanismen voor essentiële geneesmiddelen en voorraden, waardoor veel nationale gezondheidszorgsystemen overbelast raakten.

Ondertussen omarmden veel rijkere geïndustrialiseerde landen het ‘vaccinnationalisme’ en het hamsteren van vaccins, waardoor veel regio’s geen toegang hadden tot levensreddende behandelingen, en gevestigde principes zoals mondiale solidariteit en multilaterale samenwerking in twijfel werden getrokken. Door lang gekoesterde aannames met betrekking tot gelokaliseerde virale epidemieën zoals ebola en gele koorts, vooral in Afrika, in twijfel te trekken, onderstreepte COVID-19 ook de noodzaak van een genuanceerd begrip van de mogelijke impact van pandemieën op verschillende regio’s.

Om deze uitdagingen het hoofd te bieden, moeten regeringen een meer doordachte en proactieve aanpak hanteren bij de voorbereiding op pandemieën. In 2018 waarschuwde de WHO dat een onbekende ziekteverwekker (‘ziekte X’) een wereldwijde pandemie zou kunnen veroorzaken en drong zij er bij beleidsmakers op aan om te investeren in het onderzoek naar en de ontwikkeling van vaccins. Hoewel COVID-19 de eerste keer was dat de wereld te maken kreeg met een ‘ziekte X’-scenario, vergroten de steeds snellere klimaatverandering en de aantasting van leefgebieden van wilde dieren door de mens het risico op blootstelling aan dodelijker ziekteverwekkers aanzienlijk.

HOLIDAY SALE: PS for less than $0.7 per week
PS_Sales_Holiday2024_1333x1000

HOLIDAY SALE: PS for less than $0.7 per week

At a time when democracy is under threat, there is an urgent need for incisive, informed analysis of the issues and questions driving the news – just what PS has always provided. Subscribe now and save $50 on a new subscription.

Subscribe Now

Daarom benadrukken vooraanstaande deskundigen, die geloven dat het slechts een kwestie van tijd is voordat de wereld weer met een pandemie te maken krijgt, het belang van strategische planning en doortastend optreden. Maar hoe kunnen gezondheidszorgsystemen in landen en regio’s met beperkte middelen zich voorbereiden op en reageren op een mogelijk ‘ziekte X’-scenario?

Het versterken van ziektesurveillancesystemen is cruciaal voor het opsporen van en effectief reageren op opkomende epidemieën. Aangezien menselijke interacties en bewegingen de snelle verspreiding van virussen vergemakkelijken, moeten overheden flexibele en geïntegreerde traceringssystemen opzetten die in staat zijn om talrijke gegevensstromen te verwerken en bruikbare inzichten te bieden.

Beleidsmakers kunnen verschillende stappen nemen om het toezicht op ziekten te verbeteren. In de eerste plaats kunnen ze de voorspellende modellen verbeteren door gebruik te maken van nieuwe technologieën zoals algoritmen voor machinaal leren en kunstmatige intelligentie voor het vastleggen en analyseren van gegevens. In de tweede plaats kan het investeren in trainingsprogramma’s voor het ontwikkelen van vaardigheden op het gebied van analyse, communicatie en belangenbehartiging helpen om de capaciteit te vergroten. In de derde plaats zouden overheden de integratie van surveillancesystemen op gebieden als diergezondheid, weersvoorspellingen en grenscontrole kunnen vergemakkelijken. Tot slot vereist het opzetten van robuuste en veerkrachtige reactiesystemen goed gedefinieerde rampenplannen voor de volksgezondheid en specifieke middelen.

Het is niet minder belangrijk om wereldwijde solidariteit en coördinatie te bevorderen binnen en tussen gevestigde multilaterale organisaties zoals de Afrikaanse Centers for Disease Control and Prevention, de Europese Unie en de WHO, en de Wereldbank is cruciaal voor het mobiliseren van middelen. Bilaterale en multilaterale oefeningen om voorbereid te zijn op noodsituaties, vergelijkbaar met de oefeningen die door militairen over de hele wereld worden gehouden, zouden dergelijke partnerschappen verder kunnen versterken.

Gelukkig hoeven beleidsmakers het wiel niet opnieuw uit te vinden. Ze kunnen het Building Blocks frameworkvan de WHO gebruiken om hun nationale gezondheidssystemen te monitoren en te beoordelen. De verzamelde gegevens kunnen dan worden gebruikt, vooral in ontwikkelingslanden, om de noodzakelijke hervormingen te ontwerpen en door te voeren.

In de loop van de geschiedenis heeft de mensheid te kampen gehad met talrijke pandemieën, van de Pest van Antoninus in 165-180 na Chr. tot COVID-19. De WHO moet worden geprezen voor het luiden van de noodklok en het aansporen van de internationale gemeenschap om zich voor te bereiden op een ‘ziekte X’-scenario. Beleidsmakers moeten deze waarschuwing ter harte nemen en nu handelen of later een veel hogere prijs betalen.

Tom Achoki, voormalig Sloan fellow aan het MIT, is adjunct-faculteitslid aan Baylor University en medeoprichter van het Africa Institute for Health Policy in Nairobi, Kenia. Lawrence Were is universitair docent bij de afdeling Gezondheidswetenschappen aan de universiteit van Boston. Ahmed Ogwell, voormalig adjunct-directeur-generaal van de African Centers for Disease Control and Prevention, is vicepresident van Global Health Strategy bij de UN Foundation.

https://prosyn.org/TjgpglJnl