SAN FRANCISCO – Het debat over hoe de klimaatdoelstellingen – met name de transitie naar netto-nul-emissies van broeikasgassen – moeten worden bereikt, heeft de speculatie aangewakkerd dat de wereld zal demondialiseren. Sommigen beweren dat een duurzame economie per definitie minder mondiaal moet zijn, omdat handelsstromen broeikasgassen genereren uit productie en vervoer.
Maar uit onderzoek van het McKinsey Global Institute blijkt het tegendeel. De materialen, de innovatie en het kapitaal die nodig zijn om netto-nul-emissies te bereiken, zijn niet gelijk verspreid en moeten daarom door de hele wereld worden gedeeld. Zonder grensoverschrijdende stromen van goederen, diensten, financiering en immateriële activa zal het zeer moeilijk, zo niet onmogelijk zijn om de opwarming van de aarde te beperken. De Wereldhandelsorganisatie komt tot een soortgelijke conclusie in haar meest recente jaarverslag, waarin wordt uiteengezet hoe handel een essentiële rol kan spelen om landen te helpen hun emissies te verminderen en klimaatbestendigheid op te bouwen.
Om te beginnen is geen enkele economie zelfvoorzienend. Uit ons onderzoek blijkt dat elke grote wereldregio ruim vijfentwintig procent (in termen van toegevoegde waarde) van ten minste één belangrijk type hulpbron of industrieproduct invoert. Op nationaal niveau, en voor de inputs die nodig zijn om de netto-nul-transitie te bereiken, kan dat percentage nog veel hoger liggen. Bovendien zijn producten die slechts op enkele plaatsen worden geproduceerd of gewonnen, in elke regio en sector te vinden. Zo wordt momenteel ruim vijfenzeventig procent van het wereldwijde aanbod van lithium, een belangrijk bestanddeel van accu’s voor elektrische auto’s, betrokken uit Australië en Chili.
Het koolstofvrij maken van de sectoren die de meeste broeikasgasemissies produceren, waaronder energie, vervoer en zware industrie, vereist investeringen in emissiearme technologieën en ondersteunende infrastructuur. De bouw en exploitatie van deze infrastructuur zal op haar beurt afhankelijk zijn van drie essentiële inputs: nieuwe minerale hulpbronnen, nieuwe brandstoffen en complexe fabricage op schaal. Het internationale netwerk van onderling verbonden aanbodketens is cruciaal voor de productie van al deze grondstoffen.
Denk aan mineralen zoals koper, lithium en zeldzame aardmetalen. Gezien hun belang voor de productie van elektrische auto’s, hernieuwbare energie en een bredere elektrificatie, zijn ze allemaal cruciaal voor het bereiken van netto-nul-emissies. Maar om dat doel te bereiken, moet de aanvoer snel worden opgevoerd – in sommige gevallen met een factor acht (hoewel het gebruik van gerecycleerde materialen of innovatie om de behoefte aan bepaalde mineralen te verminderen of volledig te vervangen, de precieze omvang van de nieuwe aanvoer kan veranderen).
In het geval van een volledig nieuw aanbod zullen veel van deze mineralen wereldwijd moeten worden aangevoerd, omdat winning en raffinage geografisch verspreid zijn. Ongeveer zeventig procent van het kobalt van de wereld wordt gewonnen in de Democratische Republiek Congo, en bijna een derde van het nikkel van de wereld wordt gewonnen in Indonesië, waar zich de grootste bewezen reserves op Aarde bevinden. China produceert veel van de meest cruciale mineralen, waaronder lithium, kobalt en grafiet, maar is ook afhankelijk van andere landen voor belangrijke stappen of technologieën. Japan en Zuid-Korea zijn bijvoorbeeld gespecialiseerd in het coaten van sferisch gezuiverd grafiet.
At a time of escalating global turmoil, there is an urgent need for incisive, informed analysis of the issues and questions driving the news – just what PS has always provided.
Subscribe to Digital or Digital Plus now to secure your discount.
Subscribe Now
Wat betreft de nieuwe brandstoffen die nodig zijn voor de netto-nul-transitie, bieden waterstof en zijn derivaten veel potentiële toepassingen, met name voor het goederenvervoer over lange afstanden en de staalproductie. Ook hier betekent de geografische wanverhouding tussen vraag en aanbod dat de wereldhandel waarschijnlijk van vitaal belang zal zijn. Het Internationaal Energieagentschap schat dat tegen 2030 jaarlijks ongeveer twaalf miljoen ton waterstof met lage uitstoot kan worden uitgevoerd, indien de projecten die momenteel in ontwikkeling zijn volgens plan worden voltooid.
Ten slotte is de invoering van industrieproducten zoals zonnepanelen en elektrische auto’s ook afhankelijk van wereldwijde aanbodketens. Een bredere deelname van landen aan de handelsstromen kan innovatie stimuleren, de efficiëntie verhogen en de kosten van deze technologieën helpen drukken.
De noodzaak van mondialisering strekt zich uit tot buiten de goederenstromen alleen. Voor een duurzame toekomst zijn enorme investeringen nodig, en de ontwikkelingslanden zullen waarschijnlijk meer moeten uitgeven aan de netto-nul-transitie als percentage van het bbp dan de ontwikkelde landen. Omdat de begrotingsruimte voor investeringen in klimaatoplossingen beperkt is, zullen veel van deze economieën meer toegang tot grensoverschrijdende financiële stromen nodig hebben.
Innovatie is even belangrijk bij de ontwikkeling en toepassing van nieuwe klimaattechnologieën, en ook die is afhankelijk van grensoverschrijdende stromen, zij het van immateriële goederen, zoals intellectuele eigendom en data, en van geschoolde werknemers; beide kunnen uitvindingen bevorderen, de kosten drukken en de toegang vergroten. Deze kennis- en knowhowstromen hebben de handel in industriegoederen vervangen als drijvende kracht achter de mondiale integratie.
Al deze soorten stromen zijn onderling verbonden. Als economieën strategieën toepassen om aanbodketens te lokaliseren of te diversifiëren – hetzij om handelsgerelateerde emissies te verminderen, hetzij om veerkracht op te bouwen – zal er een grotere behoefte zijn aan kapitaal en immateriële activa. De bouw van een binnenlandse fabriek voor de productie van batterijen voor elektrische auto’s kan bijvoorbeeld miljarden dollars kosten.
Zelfs in een sterk verbonden wereld zullen voor een betrouwbare, veilige en betaalbare netto-nul-transitie de grensoverschrijdende stromen aanzienlijk moeten worden opgeschaald. Er moeten nieuwe productiebronnen worden ontwikkeld, nieuwe relaties met leveranciers worden opgebouwd en nieuwe vormen van mondiale integratie worden nagestreefd. De toenemende geopolitieke spanningen zullen deze taak nog complexer en uitdagender maken. Maar het alternatief – de mondialisering opgeven – zal de gevolgen van de klimaatverandering alleen maar erger maken.
To have unlimited access to our content including in-depth commentaries, book reviews, exclusive interviews, PS OnPoint and PS The Big Picture, please subscribe
With German voters clearly demanding comprehensive change, the far right has been capitalizing on the public's discontent and benefiting from broader global political trends. If the country's democratic parties cannot deliver, they may soon find that they are no longer the mainstream.
explains why the outcome may decide whether the political “firewall” against the far right can hold.
The Russian and (now) American vision of "peace" in Ukraine would be no peace at all. The immediate task for Europe is not only to navigate Donald’s Trump unilateral pursuit of a settlement, but also to ensure that any deal does not increase the likelihood of an even wider war.
sees a Korea-style armistice with security guarantees as the only viable option in Ukraine.
Rather than engage in lengthy discussions to pry concessions from Russia, US President Donald Trump seems committed to giving the Kremlin whatever it wants to end the Ukraine war. But rewarding the aggressor and punishing the victim would amount to setting the stage for the next war.
warns that by punishing the victim, the US is setting up Europe for another war.
Within his first month back in the White House, Donald Trump has upended US foreign policy and launched an all-out assault on the country’s constitutional order. With US institutions bowing or buckling as the administration takes executive power to unprecedented extremes, the establishment of an authoritarian regime cannot be ruled out.
The rapid advance of AI might create the illusion that we have created a form of algorithmic intelligence capable of understanding us as deeply as we understand one another. But these systems will always lack the essential qualities of human intelligence.
explains why even cutting-edge innovations are not immune to the world’s inherent unpredictability.
SAN FRANCISCO – Het debat over hoe de klimaatdoelstellingen – met name de transitie naar netto-nul-emissies van broeikasgassen – moeten worden bereikt, heeft de speculatie aangewakkerd dat de wereld zal demondialiseren. Sommigen beweren dat een duurzame economie per definitie minder mondiaal moet zijn, omdat handelsstromen broeikasgassen genereren uit productie en vervoer.
Maar uit onderzoek van het McKinsey Global Institute blijkt het tegendeel. De materialen, de innovatie en het kapitaal die nodig zijn om netto-nul-emissies te bereiken, zijn niet gelijk verspreid en moeten daarom door de hele wereld worden gedeeld. Zonder grensoverschrijdende stromen van goederen, diensten, financiering en immateriële activa zal het zeer moeilijk, zo niet onmogelijk zijn om de opwarming van de aarde te beperken. De Wereldhandelsorganisatie komt tot een soortgelijke conclusie in haar meest recente jaarverslag, waarin wordt uiteengezet hoe handel een essentiële rol kan spelen om landen te helpen hun emissies te verminderen en klimaatbestendigheid op te bouwen.
Om te beginnen is geen enkele economie zelfvoorzienend. Uit ons onderzoek blijkt dat elke grote wereldregio ruim vijfentwintig procent (in termen van toegevoegde waarde) van ten minste één belangrijk type hulpbron of industrieproduct invoert. Op nationaal niveau, en voor de inputs die nodig zijn om de netto-nul-transitie te bereiken, kan dat percentage nog veel hoger liggen. Bovendien zijn producten die slechts op enkele plaatsen worden geproduceerd of gewonnen, in elke regio en sector te vinden. Zo wordt momenteel ruim vijfenzeventig procent van het wereldwijde aanbod van lithium, een belangrijk bestanddeel van accu’s voor elektrische auto’s, betrokken uit Australië en Chili.
Het koolstofvrij maken van de sectoren die de meeste broeikasgasemissies produceren, waaronder energie, vervoer en zware industrie, vereist investeringen in emissiearme technologieën en ondersteunende infrastructuur. De bouw en exploitatie van deze infrastructuur zal op haar beurt afhankelijk zijn van drie essentiële inputs: nieuwe minerale hulpbronnen, nieuwe brandstoffen en complexe fabricage op schaal. Het internationale netwerk van onderling verbonden aanbodketens is cruciaal voor de productie van al deze grondstoffen.
Denk aan mineralen zoals koper, lithium en zeldzame aardmetalen. Gezien hun belang voor de productie van elektrische auto’s, hernieuwbare energie en een bredere elektrificatie, zijn ze allemaal cruciaal voor het bereiken van netto-nul-emissies. Maar om dat doel te bereiken, moet de aanvoer snel worden opgevoerd – in sommige gevallen met een factor acht (hoewel het gebruik van gerecycleerde materialen of innovatie om de behoefte aan bepaalde mineralen te verminderen of volledig te vervangen, de precieze omvang van de nieuwe aanvoer kan veranderen).
In het geval van een volledig nieuw aanbod zullen veel van deze mineralen wereldwijd moeten worden aangevoerd, omdat winning en raffinage geografisch verspreid zijn. Ongeveer zeventig procent van het kobalt van de wereld wordt gewonnen in de Democratische Republiek Congo, en bijna een derde van het nikkel van de wereld wordt gewonnen in Indonesië, waar zich de grootste bewezen reserves op Aarde bevinden. China produceert veel van de meest cruciale mineralen, waaronder lithium, kobalt en grafiet, maar is ook afhankelijk van andere landen voor belangrijke stappen of technologieën. Japan en Zuid-Korea zijn bijvoorbeeld gespecialiseerd in het coaten van sferisch gezuiverd grafiet.
Winter Sale: Save 40% on a new PS subscription
At a time of escalating global turmoil, there is an urgent need for incisive, informed analysis of the issues and questions driving the news – just what PS has always provided.
Subscribe to Digital or Digital Plus now to secure your discount.
Subscribe Now
Wat betreft de nieuwe brandstoffen die nodig zijn voor de netto-nul-transitie, bieden waterstof en zijn derivaten veel potentiële toepassingen, met name voor het goederenvervoer over lange afstanden en de staalproductie. Ook hier betekent de geografische wanverhouding tussen vraag en aanbod dat de wereldhandel waarschijnlijk van vitaal belang zal zijn. Het Internationaal Energieagentschap schat dat tegen 2030 jaarlijks ongeveer twaalf miljoen ton waterstof met lage uitstoot kan worden uitgevoerd, indien de projecten die momenteel in ontwikkeling zijn volgens plan worden voltooid.
Ten slotte is de invoering van industrieproducten zoals zonnepanelen en elektrische auto’s ook afhankelijk van wereldwijde aanbodketens. Een bredere deelname van landen aan de handelsstromen kan innovatie stimuleren, de efficiëntie verhogen en de kosten van deze technologieën helpen drukken.
De noodzaak van mondialisering strekt zich uit tot buiten de goederenstromen alleen. Voor een duurzame toekomst zijn enorme investeringen nodig, en de ontwikkelingslanden zullen waarschijnlijk meer moeten uitgeven aan de netto-nul-transitie als percentage van het bbp dan de ontwikkelde landen. Omdat de begrotingsruimte voor investeringen in klimaatoplossingen beperkt is, zullen veel van deze economieën meer toegang tot grensoverschrijdende financiële stromen nodig hebben.
Innovatie is even belangrijk bij de ontwikkeling en toepassing van nieuwe klimaattechnologieën, en ook die is afhankelijk van grensoverschrijdende stromen, zij het van immateriële goederen, zoals intellectuele eigendom en data, en van geschoolde werknemers; beide kunnen uitvindingen bevorderen, de kosten drukken en de toegang vergroten. Deze kennis- en knowhowstromen hebben de handel in industriegoederen vervangen als drijvende kracht achter de mondiale integratie.
Al deze soorten stromen zijn onderling verbonden. Als economieën strategieën toepassen om aanbodketens te lokaliseren of te diversifiëren – hetzij om handelsgerelateerde emissies te verminderen, hetzij om veerkracht op te bouwen – zal er een grotere behoefte zijn aan kapitaal en immateriële activa. De bouw van een binnenlandse fabriek voor de productie van batterijen voor elektrische auto’s kan bijvoorbeeld miljarden dollars kosten.
Zelfs in een sterk verbonden wereld zullen voor een betrouwbare, veilige en betaalbare netto-nul-transitie de grensoverschrijdende stromen aanzienlijk moeten worden opgeschaald. Er moeten nieuwe productiebronnen worden ontwikkeld, nieuwe relaties met leveranciers worden opgebouwd en nieuwe vormen van mondiale integratie worden nagestreefd. De toenemende geopolitieke spanningen zullen deze taak nog complexer en uitdagender maken. Maar het alternatief – de mondialisering opgeven – zal de gevolgen van de klimaatverandering alleen maar erger maken.
Vertaling: Menno Grootveld