LONDEN – ʻNiemand is veilig totdat iedereen veilig is,ʼ is de bepalende mantra van het COVID-19-tijdperk. Het geeft een fundamentele waarheid weer. Geconfronteerd met een virus dat geen grenzen kent, is geen enkel land een eiland – en er bestaat geen substituut voor internationale solidariteit.
De G7-top in juni in het Verenigd Koninkrijk biedt de politieke leiders van ʼs werelds rijkste landen een kans om die solidariteit te tonen. Zij moeten die kans grijpen door overeenstemming te bereiken over een financieel actieplan ter ondersteuning van de strijd van de mensheid tegen COVID-19, te beginnen met een billijke toegang tot vaccins.
De ontwikkeling van veilige en doeltreffende COVID-19-vaccins was een wetenschappelijke triomf. Nieuwe partnerschappen van overheden, bedrijven, filantropen en multilaterale instellingen hebben in recordtijd vaccins beproefd, geleverd en toegediend. De Access to COVID-19 Tools Accelerator (ACT-A), een uniek samenwerkingsverband tussen de Wereldgezondheidsorganisatie en anderen, biedt een multilateraal raamwerk voor samenwerking op het gebied van diagnose, behandelingen en vaccins. De COVID-19 Vaccine Global Access (COVAX)-faciliteit, een belangrijke pijler van dit partnerschap, heeft tot dusver in totaal veertig miljoen doses aan ruim honderd landen geleverd.
Ondanks deze prestaties wordt de ongelijkheid op het gebied van vaccins met de dag groter. Met 16 procent van de wereldbevolking zijn de hoge-inkomenslanden goed voor ruim de helft van de bevestigde vaccin-bestellingen, ofwel ongeveer 4,6 miljard doses – genoeg om hun hele bevolking, in sommige gevallen zelfs verscheidene malen achter elkaar, te vaccineren. Met een bevolkingsaandeel dat twee keer zo groot is als dat van de rijkste landen, hebben de armste ontwikkelingslanden echter slechts de helft zoveel bevestigde bestellingen. De huidige leveringen aan het ten zuiden van de Sahara gelegen deel van Afrika bestrijken minder dan 1 procent van de bevolking. Terwijl rijke landen jongere en gezondere bevolkingsgroepen vaccineren, vechten gezondheidszorgwerkers in Mozambique, Nepal en Bolivia zonder bescherming tegen de pandemie – en gaan er levens verloren.
De vaccinatiekloof brengt een schrijnende onrechtvaardigheid aan het licht. Terwijl de G7-landen op schema liggen om tegen eind 2021 een vaccindekking van 70 procent te bereiken, zullen sommige van de armste landen dat niveau bij de huidige trends niet vóór 2024 halen. Dit doet onheilspellend veel denken aan de eerste reactie op de hiv/aids-crisis, toen Afrika en andere ontwikkelingsregioʼs achteraan de rij bleven bungelen voor antiretrovirale geneesmiddelen die in de rijke landen ruim voorhanden waren. De vertraging bij de verstrekking destijds heeft ongeveer twaalf miljoen levens gekost.
De armen in de wereld in de steek laten tijdens de vaccinatie-race tegen COVID-19 is een catastrofaal moreel falen. Het is ook een daad van vernietigende zelfbeschadiging. Als het coronavirus zich kan verspreiden en kan muteren onder niet-gevaccineerde bevolkingsgroepen, zal het een bedreiging vormen voor de volksgezondheid overal ter wereld – ook in de rijkste landen. Bovendien kan de ontwrichting van de markt door de lage immuniteit in de ontwikkelingslanden de wereldeconomie 9,2 biljoen dollar kosten, waarbij de geavanceerde economieën de helft van het verlies voor hun rekening nemen.
At a time of escalating global turmoil, there is an urgent need for incisive, informed analysis of the issues and questions driving the news – just what PS has always provided.
Subscribe to Digital or Digital Plus now to secure your discount.
Subscribe Now
Kortom, er zijn overweldigende ethische, epidemiologische en economische argumenten voor dringende collectieve actie om tot een rechtvaardige vaccinatiegraad te komen. Hoe vastberadener wij als één menselijke gemeenschap optreden, des te meer levens er gered zullen worden en des te sneller de economieën zich zullen herstellen.
De uitdaging is ervoor te zorgen dat er voldoende vaccins beschikbaar en betaalbaar zullen zijn voor alle landen. Die uitdaging kunnen we niet aangaan met vrijwillige donaties alleen, bilaterale afspraken buiten COVAX om en het om zich heen grijpende vaccinnationalisme dat de reactie van de rijke landen tot dusver heeft gekenmerkt.
Dit is een moment voor doortastend optreden. De G7-landen moeten dringend hun steun voor ACT-A opvoeren en tegelijk de inspanningen ondersteunen om de ontwikkelingslanden zelfredzaam te maken op het gebied van vaccins. Om ons wereldwijd doeltreffend te kunnen verdedigen tegen COVID-19 en toekomstige pandemieën moeten vaccins eerlijk worden verdeeld en moeten de knowhow, informatie en technologie die nodig zijn om complexe productiefaciliteiten te ontwikkelen, openlijk worden gedeeld waar dat nodig is. Afzien van intellectuele eigendomsrechten voor de duur van de pandemie zou het delen vergemakkelijken, de productie doen toenemen en de prijzen doen dalen. De People’s Vaccine Alliance mobiliseert daar steun voor, en de Zuid-Afrikaanse en Indiase regeringen hebben voorstellen ingediend bij de Wereldhandelsorganisatie.
Wat ontbreekt is het financieringsplan dat nodig is om voort te bouwen op de fundamenten die door ACT-A zijn gelegd. De G7-top kan hierbij een cruciale rol spelen. De politieke leiders zouden moeten instemmen met de financiering van een mondiaal plan dat erop gericht is de vaccinambities van alle landen tegen het einde van dit jaar te verwezenlijken, waarbij iedereen die een vaccin wil tegen eind 2022 is ingeënt. De Africa Centres for Disease Control and Prevention hebben zich ten doel gesteld tegen die datum een vaccinatiegraad van 60 procent te bereiken.
Een toezegging van de G7 van ongeveer 30 miljard dollar per jaar voor de komende twee jaar, aangevuld met bredere maatregelen om de zelfredzaamheid op het gebied van vaccins te ondersteunen, zou dit doel binnen handbereik brengen. Het zou ook helpen het huidige financieringstekort van ACT-A voor dit jaar van ongeveer 22 miljard dollar te dichten. President Ramaphosa van Zuid-Afrika en de premier van Noorwegen, Erna Solberg, hebben de regeringen aangeschreven met een voorstel voor een wereldwijde regeling voor de verdeling van de financiële lasten, op basis van het relatieve economische gewicht van de landen. Wij steunen die aanpak – en een van ons (Brown) heeft voorgesteld die op de G7-top goed te keuren.
Kunnen de G7-landen zich het door ons voorgestelde plan veroorloven? Wij nodigen de leiders uit om die vraag om te draaien: Kunnen zij het zich veroorloven deze investering niet te doen? De benodigde financiering komt ruwweg overeen met wat de G7-economieën elke twee weken zullen verliezen als gevolg van de ontwrichting van de handel door de beperkte toegang tot vaccins. Bovendien zal een rechtvaardige vaccinatiestretegie zichzelf terugbetalen. Het Internationale Monetaire Fonds schat dat de geavanceerde economieën ruim 1 biljoen dollar aan extra inkomsten zullen verwerven door de prikkel voor economisch herstel die uitgaat van versnelde wereldwijde vaccinatie – een opbrengst van 16 dollar voor iedere geïnvesteerde 1 dollar.
De regeringen van de G7 hebben enkele kant-en-klare financieringsmechanismen tot hun beschikking. Zij zouden kunnen overeenkomen 10 à 15 miljard dollar aan COVID-19-vaccinobligaties uit te geven via de International Finance Facility for Immunisation (internationale financieringsfaciliteit voor inenting). Risicogaranties voor COVID-19-financiering die via de Wereldbank en andere multilaterale financiële instellingen worden verstrekt, zijn een andere optie. Met haar AAA-kredietwaardigheidsbeoordeling zou de Bank 4 tot 5 dollar kunnen mobiliseren voor iedere dollar aan garanties.
Gezien hun status als belangrijke aandeelhouders van het IMF en de Wereldbank moeten de regeringen van de G7 ambitieuzer zijn bij het mobiliseren van de middelen van beide instellingen voor de COVID-19-reactie. Landen met lage inkomens, die geconfronteerd worden met een dodelijke combinatie van verminderde groei, onhoudbare schulden en beperkte begrotingsruimte, hebben dringend financiële steun nodig. Het IMF schatte onlangs dat 200 miljard dollar extra nodig is om de pandemie in te dammen, onder meer voor de financiering van gezondheidszorgstelsels en vaccinatieprogrammaʼs.
Nu de Verenigde Staten in principe hebben ingestemd met een nieuwe uitgifte van speciale trekkingsrechten (SDRʼs, de reservemiddelen van het IMF) ten belope van 650 miljard dollar – in feite nieuw internationaal geld – is er een kans om de liquiditeit te stimuleren en de financieringskloof te verkleinen. De regeringen van de G7-landen zouden kunnen overeenkomen om de SDR-toewijzing voor lage-inkomenslanden te verdubbelen, wat 42 miljard dollar zou opleveren voor de bestrijding van de pandemie. Zij zouden zich ook kunnen afvragen waarom ruim veertig arme landen nog steeds meer uitgeven aan schuldaflossing dan aan gezondheidszorg, en maatregelen kunnen nemen om onbetaalbare schulden om te zetten in levensreddende vaccins.
Natuurlijk zijn financiën maar één deel van de vergelijking. Ook de kwaliteit van het bestuur is van belang. We moeten ervoor zorgen dat alle regeringen – en het maatschappelijk middenveld – een stem hebben bij het vormgeven van de internationale samenwerking. De assemblee van de Wereldgezondheidsorganisatie biedt een multilateraal platform voor die stem – en heeft een sleutelrol te vervullen bij het bereiken van gelijkheid op vaccingebied.
Benjamin Franklin heeft de auteurs van de Amerikaanse Onafhankelijkheidsverklaring gewaarschuwd voor de gevaren van verdeeldheid ten overstaan van een machtige vijand. ʻWe moeten allemaal op elkaar kunnen vertrouwen,ʼ zo waarschuwde hij, ʻwant anders zullen we allemaal afzonderlijk worden opgehangen.ʼ Geconfronteerd met deze dodelijke pandemie moeten de G7-leiders nu blijk geven van wereldwijde solidariteit. De veiligheid van hun burgers en de hoop van de wereld hangen ervan af.
To have unlimited access to our content including in-depth commentaries, book reviews, exclusive interviews, PS OnPoint and PS The Big Picture, please subscribe
Donald Trump’s immediate, aggressive use of import tariffs has revealed a fundamental difference between his first and second term. Far from a mere negotiating strategy, the goal this time is to replace a global rules-based system of managed economic integration with coerced decoupling.
emphasizes a fundamental difference between the US trade agenda now and during the president’s first term.
Recent actions by the United States may foreshadow its withdrawal from the world’s foremost multilateral institution. Paradoxically, however, the breakdown of the multilateral order the US helped establish nearly eight decades ago could serve as a catalyst for greater international cooperation.
thinks the paradigm shift in US foreign policy could end up strengthening global solidarity.
LONDEN – ʻNiemand is veilig totdat iedereen veilig is,ʼ is de bepalende mantra van het COVID-19-tijdperk. Het geeft een fundamentele waarheid weer. Geconfronteerd met een virus dat geen grenzen kent, is geen enkel land een eiland – en er bestaat geen substituut voor internationale solidariteit.
De G7-top in juni in het Verenigd Koninkrijk biedt de politieke leiders van ʼs werelds rijkste landen een kans om die solidariteit te tonen. Zij moeten die kans grijpen door overeenstemming te bereiken over een financieel actieplan ter ondersteuning van de strijd van de mensheid tegen COVID-19, te beginnen met een billijke toegang tot vaccins.
De ontwikkeling van veilige en doeltreffende COVID-19-vaccins was een wetenschappelijke triomf. Nieuwe partnerschappen van overheden, bedrijven, filantropen en multilaterale instellingen hebben in recordtijd vaccins beproefd, geleverd en toegediend. De Access to COVID-19 Tools Accelerator (ACT-A), een uniek samenwerkingsverband tussen de Wereldgezondheidsorganisatie en anderen, biedt een multilateraal raamwerk voor samenwerking op het gebied van diagnose, behandelingen en vaccins. De COVID-19 Vaccine Global Access (COVAX)-faciliteit, een belangrijke pijler van dit partnerschap, heeft tot dusver in totaal veertig miljoen doses aan ruim honderd landen geleverd.
Ondanks deze prestaties wordt de ongelijkheid op het gebied van vaccins met de dag groter. Met 16 procent van de wereldbevolking zijn de hoge-inkomenslanden goed voor ruim de helft van de bevestigde vaccin-bestellingen, ofwel ongeveer 4,6 miljard doses – genoeg om hun hele bevolking, in sommige gevallen zelfs verscheidene malen achter elkaar, te vaccineren. Met een bevolkingsaandeel dat twee keer zo groot is als dat van de rijkste landen, hebben de armste ontwikkelingslanden echter slechts de helft zoveel bevestigde bestellingen. De huidige leveringen aan het ten zuiden van de Sahara gelegen deel van Afrika bestrijken minder dan 1 procent van de bevolking. Terwijl rijke landen jongere en gezondere bevolkingsgroepen vaccineren, vechten gezondheidszorgwerkers in Mozambique, Nepal en Bolivia zonder bescherming tegen de pandemie – en gaan er levens verloren.
De vaccinatiekloof brengt een schrijnende onrechtvaardigheid aan het licht. Terwijl de G7-landen op schema liggen om tegen eind 2021 een vaccindekking van 70 procent te bereiken, zullen sommige van de armste landen dat niveau bij de huidige trends niet vóór 2024 halen. Dit doet onheilspellend veel denken aan de eerste reactie op de hiv/aids-crisis, toen Afrika en andere ontwikkelingsregioʼs achteraan de rij bleven bungelen voor antiretrovirale geneesmiddelen die in de rijke landen ruim voorhanden waren. De vertraging bij de verstrekking destijds heeft ongeveer twaalf miljoen levens gekost.
De armen in de wereld in de steek laten tijdens de vaccinatie-race tegen COVID-19 is een catastrofaal moreel falen. Het is ook een daad van vernietigende zelfbeschadiging. Als het coronavirus zich kan verspreiden en kan muteren onder niet-gevaccineerde bevolkingsgroepen, zal het een bedreiging vormen voor de volksgezondheid overal ter wereld – ook in de rijkste landen. Bovendien kan de ontwrichting van de markt door de lage immuniteit in de ontwikkelingslanden de wereldeconomie 9,2 biljoen dollar kosten, waarbij de geavanceerde economieën de helft van het verlies voor hun rekening nemen.
Winter Sale: Save 40% on a new PS subscription
At a time of escalating global turmoil, there is an urgent need for incisive, informed analysis of the issues and questions driving the news – just what PS has always provided.
Subscribe to Digital or Digital Plus now to secure your discount.
Subscribe Now
Kortom, er zijn overweldigende ethische, epidemiologische en economische argumenten voor dringende collectieve actie om tot een rechtvaardige vaccinatiegraad te komen. Hoe vastberadener wij als één menselijke gemeenschap optreden, des te meer levens er gered zullen worden en des te sneller de economieën zich zullen herstellen.
De uitdaging is ervoor te zorgen dat er voldoende vaccins beschikbaar en betaalbaar zullen zijn voor alle landen. Die uitdaging kunnen we niet aangaan met vrijwillige donaties alleen, bilaterale afspraken buiten COVAX om en het om zich heen grijpende vaccinnationalisme dat de reactie van de rijke landen tot dusver heeft gekenmerkt.
Dit is een moment voor doortastend optreden. De G7-landen moeten dringend hun steun voor ACT-A opvoeren en tegelijk de inspanningen ondersteunen om de ontwikkelingslanden zelfredzaam te maken op het gebied van vaccins. Om ons wereldwijd doeltreffend te kunnen verdedigen tegen COVID-19 en toekomstige pandemieën moeten vaccins eerlijk worden verdeeld en moeten de knowhow, informatie en technologie die nodig zijn om complexe productiefaciliteiten te ontwikkelen, openlijk worden gedeeld waar dat nodig is. Afzien van intellectuele eigendomsrechten voor de duur van de pandemie zou het delen vergemakkelijken, de productie doen toenemen en de prijzen doen dalen. De People’s Vaccine Alliance mobiliseert daar steun voor, en de Zuid-Afrikaanse en Indiase regeringen hebben voorstellen ingediend bij de Wereldhandelsorganisatie.
Wat ontbreekt is het financieringsplan dat nodig is om voort te bouwen op de fundamenten die door ACT-A zijn gelegd. De G7-top kan hierbij een cruciale rol spelen. De politieke leiders zouden moeten instemmen met de financiering van een mondiaal plan dat erop gericht is de vaccinambities van alle landen tegen het einde van dit jaar te verwezenlijken, waarbij iedereen die een vaccin wil tegen eind 2022 is ingeënt. De Africa Centres for Disease Control and Prevention hebben zich ten doel gesteld tegen die datum een vaccinatiegraad van 60 procent te bereiken.
Een toezegging van de G7 van ongeveer 30 miljard dollar per jaar voor de komende twee jaar, aangevuld met bredere maatregelen om de zelfredzaamheid op het gebied van vaccins te ondersteunen, zou dit doel binnen handbereik brengen. Het zou ook helpen het huidige financieringstekort van ACT-A voor dit jaar van ongeveer 22 miljard dollar te dichten. President Ramaphosa van Zuid-Afrika en de premier van Noorwegen, Erna Solberg, hebben de regeringen aangeschreven met een voorstel voor een wereldwijde regeling voor de verdeling van de financiële lasten, op basis van het relatieve economische gewicht van de landen. Wij steunen die aanpak – en een van ons (Brown) heeft voorgesteld die op de G7-top goed te keuren.
Kunnen de G7-landen zich het door ons voorgestelde plan veroorloven? Wij nodigen de leiders uit om die vraag om te draaien: Kunnen zij het zich veroorloven deze investering niet te doen? De benodigde financiering komt ruwweg overeen met wat de G7-economieën elke twee weken zullen verliezen als gevolg van de ontwrichting van de handel door de beperkte toegang tot vaccins. Bovendien zal een rechtvaardige vaccinatiestretegie zichzelf terugbetalen. Het Internationale Monetaire Fonds schat dat de geavanceerde economieën ruim 1 biljoen dollar aan extra inkomsten zullen verwerven door de prikkel voor economisch herstel die uitgaat van versnelde wereldwijde vaccinatie – een opbrengst van 16 dollar voor iedere geïnvesteerde 1 dollar.
De regeringen van de G7 hebben enkele kant-en-klare financieringsmechanismen tot hun beschikking. Zij zouden kunnen overeenkomen 10 à 15 miljard dollar aan COVID-19-vaccinobligaties uit te geven via de International Finance Facility for Immunisation (internationale financieringsfaciliteit voor inenting). Risicogaranties voor COVID-19-financiering die via de Wereldbank en andere multilaterale financiële instellingen worden verstrekt, zijn een andere optie. Met haar AAA-kredietwaardigheidsbeoordeling zou de Bank 4 tot 5 dollar kunnen mobiliseren voor iedere dollar aan garanties.
Gezien hun status als belangrijke aandeelhouders van het IMF en de Wereldbank moeten de regeringen van de G7 ambitieuzer zijn bij het mobiliseren van de middelen van beide instellingen voor de COVID-19-reactie. Landen met lage inkomens, die geconfronteerd worden met een dodelijke combinatie van verminderde groei, onhoudbare schulden en beperkte begrotingsruimte, hebben dringend financiële steun nodig. Het IMF schatte onlangs dat 200 miljard dollar extra nodig is om de pandemie in te dammen, onder meer voor de financiering van gezondheidszorgstelsels en vaccinatieprogrammaʼs.
Nu de Verenigde Staten in principe hebben ingestemd met een nieuwe uitgifte van speciale trekkingsrechten (SDRʼs, de reservemiddelen van het IMF) ten belope van 650 miljard dollar – in feite nieuw internationaal geld – is er een kans om de liquiditeit te stimuleren en de financieringskloof te verkleinen. De regeringen van de G7-landen zouden kunnen overeenkomen om de SDR-toewijzing voor lage-inkomenslanden te verdubbelen, wat 42 miljard dollar zou opleveren voor de bestrijding van de pandemie. Zij zouden zich ook kunnen afvragen waarom ruim veertig arme landen nog steeds meer uitgeven aan schuldaflossing dan aan gezondheidszorg, en maatregelen kunnen nemen om onbetaalbare schulden om te zetten in levensreddende vaccins.
Natuurlijk zijn financiën maar één deel van de vergelijking. Ook de kwaliteit van het bestuur is van belang. We moeten ervoor zorgen dat alle regeringen – en het maatschappelijk middenveld – een stem hebben bij het vormgeven van de internationale samenwerking. De assemblee van de Wereldgezondheidsorganisatie biedt een multilateraal platform voor die stem – en heeft een sleutelrol te vervullen bij het bereiken van gelijkheid op vaccingebied.
Benjamin Franklin heeft de auteurs van de Amerikaanse Onafhankelijkheidsverklaring gewaarschuwd voor de gevaren van verdeeldheid ten overstaan van een machtige vijand. ʻWe moeten allemaal op elkaar kunnen vertrouwen,ʼ zo waarschuwde hij, ʻwant anders zullen we allemaal afzonderlijk worden opgehangen.ʼ Geconfronteerd met deze dodelijke pandemie moeten de G7-leiders nu blijk geven van wereldwijde solidariteit. De veiligheid van hun burgers en de hoop van de wereld hangen ervan af.
Vertaling: Menno Grootveld