MOSKOU – Het Westen en het Kremlin hebben één ding gemeen: beide wijzen er graag op dat de Russische president Vladimir Poetin een populariteit geniet van tachtig procent, en dat uit opiniepeilingen consequent blijkt dat een meerderheid van de Russen de oorlog in Oekraïne steunt. Wat ooit voorzichtig ʻde oorlog van Poetinʼ werd genoemd, is nu ʻde oorlog van Ruslandʼ geworden – zo lijkt het tenminste. Uit peilingen en focusgroepen van het onafhankelijke Levada Center komt een genuanceerder beeld naar voren dan deze cijfers suggereren.
Om te beginnen is de steun voor de zogenoemde speciale militaire operatie van het Kremlin in Oekraïne niet per se onverdeeld groot. In augustus verklaarde minder dan de helft van de respondenten (46 procent) dat zij de activiteiten van het Russische leger ʻzeker steunen,ʼ terwijl dertig procent zei dat zij deze ʻmeestal steunenʼ (cijfers die sinds april nauwelijks zijn veranderd).
Voor deze laatste groep is het steunen van de oorlog waarschijnlijk minder een kwestie van overtuiging dan van conformisme. Sommige respondenten hebben bijvoorbeeld opgemerkt dat zij niet precies weten wat er aan de hand is, en wijzen erop dat de regering dat het beste weet. Mensen in deze groep kunnen enige twijfel hebben – zij geven vaker uiting aan angst en bezorgdheid over het conflict, en niet zo snel aan trots – maar het verlangen om in hun psychologische en intellectuele comfortzone te blijven overheerst.
MOSKOU – Het Westen en het Kremlin hebben één ding gemeen: beide wijzen er graag op dat de Russische president Vladimir Poetin een populariteit geniet van tachtig procent, en dat uit opiniepeilingen consequent blijkt dat een meerderheid van de Russen de oorlog in Oekraïne steunt. Wat ooit voorzichtig ʻde oorlog van Poetinʼ werd genoemd, is nu ʻde oorlog van Ruslandʼ geworden – zo lijkt het tenminste. Uit peilingen en focusgroepen van het onafhankelijke Levada Center komt een genuanceerder beeld naar voren dan deze cijfers suggereren.
Om te beginnen is de steun voor de zogenoemde speciale militaire operatie van het Kremlin in Oekraïne niet per se onverdeeld groot. In augustus verklaarde minder dan de helft van de respondenten (46 procent) dat zij de activiteiten van het Russische leger ʻzeker steunen,ʼ terwijl dertig procent zei dat zij deze ʻmeestal steunenʼ (cijfers die sinds april nauwelijks zijn veranderd).
Voor deze laatste groep is het steunen van de oorlog waarschijnlijk minder een kwestie van overtuiging dan van conformisme. Sommige respondenten hebben bijvoorbeeld opgemerkt dat zij niet precies weten wat er aan de hand is, en wijzen erop dat de regering dat het beste weet. Mensen in deze groep kunnen enige twijfel hebben – zij geven vaker uiting aan angst en bezorgdheid over het conflict, en niet zo snel aan trots – maar het verlangen om in hun psychologische en intellectuele comfortzone te blijven overheerst.