FEZ – COVID-19 heeft wereldwijd een zware tol geëist van miljoenen schoolkinderen en universiteitsstudenten, en een mondiale onderwijscrisis veroorzaakt die bijna 1,6 miljard leerlingen in ruim honderdnegentig landen treft. Maar de pandemie heeft een bijzonder verwoestend effect gehad op de reeds verzwakte universiteiten in Afrika, wat de dringende behoefte aan hervormingen onderstreept.
De eis om tijdens de pandemie sociale afstand te bewaren heeft universiteiten over de hele wereld ertoe gebracht hun campussen te sluiten en over te schakelen op online leren, wat een aanzienlijk effect heeft gehad op het leven van studenten. Velen ondervonden financiële moeilijkheden, waarbij sommigen gedwongen werden hun huisvesting op de campus te verlaten en anderen stagemogelijkheden misliepen. In Afrika heeft de digitale transformatie van het hoger onderwijs systematische ongelijkheden aan het licht gebracht, waaronder een grote digitale kloof, onvoldoende middelen en ontoereikend onderwijs in informatietechnologieën.
Op het hele continent zijn talrijke nationale, regionale en mondiale initiatieven genomen om studenten en docenten te helpen bij de transitie naar digitaal leren. In landen als Marokko en Nigeria bijvoorbeeld hebben maatschappelijke organisaties er bij regeringen op aangedrongen om studenten die niet op afstand kunnen leren laptops, personal computers en internetverbindingen ter beschikking te stellen.
De meeste Afrikaanse universiteiten zijn openbaar, wat hen in een precaire financiële positie kan brengen als de regeringen beslissen om te snoeien in de onderwijsbegroting. Hoewel particuliere hogescholen en universiteiten slechts tien tot twintig procent van de Afrikaanse studenten vertegenwoordigen, zijn zij van essentieel belang om de toegang tot onderwijs te verbeteren en een geschoolde beroepsbevolking te kweken. Maar ook particuliere universiteiten kampen met financiële problemen als gevolg van dalende collegegelden.
Ondersteunend beleid en regelgeving zijn essentieel voor de duurzaamheid van het hoger onderwijs, met name in landen als Ethiopië, waar meer overheidsuitgaven in het huidige politieke en economische klimaat wellicht onmogelijk zijn. Veel Afrikaanse regeringen hebben bijvoorbeeld kunnen onderhandelen met de aanbieders van telefoon- en internetdiensten om hun telecommunicatie-infrastructuur te verbeteren. Slechte communicatie, onbetrouwbare elektriciteitsnetten, en dure apparatuur en data hebben deze inspanningen echter ernstig belemmerd, hetgeen de beperkingen van deze aanpak aantoont.
De transitie naar afstandsonderwijs als vast onderdeel van het hoger onderwijs vereist ook dat Afrikaanse universiteiten hoogleraren en docenten opleiden om tegemoet te komen aan de veranderende behoeften van hun huidige en toekomstige studenten. Het vermogen van docenten om onderwijs- en leerprocessen aan te passen is essentieel voor de ontwikkeling en duurzaamheid van het hoger onderwijs. De universiteiten moeten de studenten uitrusten met de intellectuele en technologische instrumenten om deze nieuwe wereld optimaal te benutten.
Don’t miss our next event, taking place at the AI Action Summit in Paris. Register now, and watch live on February 10 as leading thinkers consider what effective AI governance demands.
Register Now
Maar de grootste zorg blijft de groeiende ongelijkheid in onderwijsmogelijkheden. De transitie naar leren op afstand heeft de ernst van de kloof tussen studenten met verschillende sociaal-economische achtergronden blootgelegd. Het heeft ook bestaande ongelijkheden verergerd, waaronder de kloof tussen rijke particuliere instellingen en openbare universiteiten, die afhankelijk zijn van overheidsfinanciering en sociaal-economisch diverser zijn.
De meeste mensen zullen het ermee eens zijn dat een betere toegang tot het hoger onderwijs een van de meest doeltreffende manieren is om sociale en economische ongelijkheid te verminderen. Maar om die ongelijkheid aan te pakken moet het Afrikaanse hoger onderwijs zelf worden hervormd. Universiteiten en hogescholen moeten ondervertegenwoordigde stemmen verheffen en hun curricula dienovereenkomstig aanpassen. Als Afrikaanse universiteiten sociale cohesie en sterke burgerlijke instellingen willen bevorderen, moeten zij van eerlijkheid, inclusiviteit en duurzaamheid hun topprioriteiten maken en sociale rechtvaardigheid centraal stellen in hun onderwijs- en onderzoeksagendaʼs.
Het is niet minder cruciaal dat Afrikaanse landen de financiering van wetenschappelijk onderzoek versterken. De overgrote meerderheid van de Afrikaanse regeringen besteedt minder dan één procent van hun bbp aan onderzoek, ondanks herhaalde verzoeken van universiteiten op het continent om extra middelen. In de Academic Ranking of World Universities (ook wel bekend als de Shanghai-ranglijst) staan momenteel slechts achttien Afrikaanse universiteiten in de top-1000 van de wereld: negen in Zuid-Afrika, zeven in Egypte, één in Nigeria en één in Ethiopië. Volgens een beleidsnota uit 2015 van de Association for the Development of Education in Africa wordt minder dan één procent van de mondiale intellectuele output op het continent geproduceerd. Het concurrentievermogen en de productiviteitsgroei van de Afrikaanse landen op lange termijn zullen afhangen van hoeveel en hoe snel dit verandert.
Gelukkig heeft de pandemie een nieuwe impuls gegeven aan de Afrikaanse inspanningen om de financiering van interdisciplinair wetenschappelijk onderzoek uit te breiden. Meer steun voor onderzoek zou de technologische capaciteiten van het continent verbeteren en functionarissen helpen zich voor te bereiden op toekomstige pandemieën en mondiale uitdagingen zoals de klimaatverandering.
Maar om de duurzame ontwikkelingsdoelstelling van de Verenigde Naties voor onderwijs (SDG4) te verwezenlijken – die beleidsmakers oproept om ʻinclusief en rechtvaardig kwaliteitsonderwijs te garanderen en mogelijkheden voor een leven lang leren voor iedereen te bevorderenʼ – heeft Afrika meer nodig dan artsen en wetenschappers. Om de sociale en politieke uitdagingen van vandaag aan te gaan, zijn ook leraren, juristen, schrijvers, filosofen, taalkundigen, historici, sociologen en politicologen nodig. Daarom moeten de universiteiten ook de geestes- en sociale wetenschappen ondersteunen. Ook hier moeten zij inventief zijn en zich inzetten voor systeemhervormingen.
To have unlimited access to our content including in-depth commentaries, book reviews, exclusive interviews, PS OnPoint and PS The Big Picture, please subscribe
In betting that the economic fallout from his sweeping new tariffs will be worth the gains in border security, US President Donald Trump is gambling with America’s long-term influence and prosperity. In the future, more countries will have even stronger reasons to try to reduce their reliance on the United States.
thinks Donald Trump's trade policies will undermine the very goals they aim to achieve.
While America’s AI industry arguably needed shaking up, the news of a Chinese startup beating Big Tech at its own game raises some difficult questions. Fortunately, if US tech leaders and policymakers can take the right lessons from DeepSeek's success, we could all end up better for it.
considers what an apparent Chinese breakthrough means for the US tech industry, and innovation more broadly.
FEZ – COVID-19 heeft wereldwijd een zware tol geëist van miljoenen schoolkinderen en universiteitsstudenten, en een mondiale onderwijscrisis veroorzaakt die bijna 1,6 miljard leerlingen in ruim honderdnegentig landen treft. Maar de pandemie heeft een bijzonder verwoestend effect gehad op de reeds verzwakte universiteiten in Afrika, wat de dringende behoefte aan hervormingen onderstreept.
De eis om tijdens de pandemie sociale afstand te bewaren heeft universiteiten over de hele wereld ertoe gebracht hun campussen te sluiten en over te schakelen op online leren, wat een aanzienlijk effect heeft gehad op het leven van studenten. Velen ondervonden financiële moeilijkheden, waarbij sommigen gedwongen werden hun huisvesting op de campus te verlaten en anderen stagemogelijkheden misliepen. In Afrika heeft de digitale transformatie van het hoger onderwijs systematische ongelijkheden aan het licht gebracht, waaronder een grote digitale kloof, onvoldoende middelen en ontoereikend onderwijs in informatietechnologieën.
Op het hele continent zijn talrijke nationale, regionale en mondiale initiatieven genomen om studenten en docenten te helpen bij de transitie naar digitaal leren. In landen als Marokko en Nigeria bijvoorbeeld hebben maatschappelijke organisaties er bij regeringen op aangedrongen om studenten die niet op afstand kunnen leren laptops, personal computers en internetverbindingen ter beschikking te stellen.
De meeste Afrikaanse universiteiten zijn openbaar, wat hen in een precaire financiële positie kan brengen als de regeringen beslissen om te snoeien in de onderwijsbegroting. Hoewel particuliere hogescholen en universiteiten slechts tien tot twintig procent van de Afrikaanse studenten vertegenwoordigen, zijn zij van essentieel belang om de toegang tot onderwijs te verbeteren en een geschoolde beroepsbevolking te kweken. Maar ook particuliere universiteiten kampen met financiële problemen als gevolg van dalende collegegelden.
Ondersteunend beleid en regelgeving zijn essentieel voor de duurzaamheid van het hoger onderwijs, met name in landen als Ethiopië, waar meer overheidsuitgaven in het huidige politieke en economische klimaat wellicht onmogelijk zijn. Veel Afrikaanse regeringen hebben bijvoorbeeld kunnen onderhandelen met de aanbieders van telefoon- en internetdiensten om hun telecommunicatie-infrastructuur te verbeteren. Slechte communicatie, onbetrouwbare elektriciteitsnetten, en dure apparatuur en data hebben deze inspanningen echter ernstig belemmerd, hetgeen de beperkingen van deze aanpak aantoont.
De transitie naar afstandsonderwijs als vast onderdeel van het hoger onderwijs vereist ook dat Afrikaanse universiteiten hoogleraren en docenten opleiden om tegemoet te komen aan de veranderende behoeften van hun huidige en toekomstige studenten. Het vermogen van docenten om onderwijs- en leerprocessen aan te passen is essentieel voor de ontwikkeling en duurzaamheid van het hoger onderwijs. De universiteiten moeten de studenten uitrusten met de intellectuele en technologische instrumenten om deze nieuwe wereld optimaal te benutten.
PS Events: AI Action Summit 2025
Don’t miss our next event, taking place at the AI Action Summit in Paris. Register now, and watch live on February 10 as leading thinkers consider what effective AI governance demands.
Register Now
Maar de grootste zorg blijft de groeiende ongelijkheid in onderwijsmogelijkheden. De transitie naar leren op afstand heeft de ernst van de kloof tussen studenten met verschillende sociaal-economische achtergronden blootgelegd. Het heeft ook bestaande ongelijkheden verergerd, waaronder de kloof tussen rijke particuliere instellingen en openbare universiteiten, die afhankelijk zijn van overheidsfinanciering en sociaal-economisch diverser zijn.
De meeste mensen zullen het ermee eens zijn dat een betere toegang tot het hoger onderwijs een van de meest doeltreffende manieren is om sociale en economische ongelijkheid te verminderen. Maar om die ongelijkheid aan te pakken moet het Afrikaanse hoger onderwijs zelf worden hervormd. Universiteiten en hogescholen moeten ondervertegenwoordigde stemmen verheffen en hun curricula dienovereenkomstig aanpassen. Als Afrikaanse universiteiten sociale cohesie en sterke burgerlijke instellingen willen bevorderen, moeten zij van eerlijkheid, inclusiviteit en duurzaamheid hun topprioriteiten maken en sociale rechtvaardigheid centraal stellen in hun onderwijs- en onderzoeksagendaʼs.
Het is niet minder cruciaal dat Afrikaanse landen de financiering van wetenschappelijk onderzoek versterken. De overgrote meerderheid van de Afrikaanse regeringen besteedt minder dan één procent van hun bbp aan onderzoek, ondanks herhaalde verzoeken van universiteiten op het continent om extra middelen. In de Academic Ranking of World Universities (ook wel bekend als de Shanghai-ranglijst) staan momenteel slechts achttien Afrikaanse universiteiten in de top-1000 van de wereld: negen in Zuid-Afrika, zeven in Egypte, één in Nigeria en één in Ethiopië. Volgens een beleidsnota uit 2015 van de Association for the Development of Education in Africa wordt minder dan één procent van de mondiale intellectuele output op het continent geproduceerd. Het concurrentievermogen en de productiviteitsgroei van de Afrikaanse landen op lange termijn zullen afhangen van hoeveel en hoe snel dit verandert.
Gelukkig heeft de pandemie een nieuwe impuls gegeven aan de Afrikaanse inspanningen om de financiering van interdisciplinair wetenschappelijk onderzoek uit te breiden. Meer steun voor onderzoek zou de technologische capaciteiten van het continent verbeteren en functionarissen helpen zich voor te bereiden op toekomstige pandemieën en mondiale uitdagingen zoals de klimaatverandering.
Maar om de duurzame ontwikkelingsdoelstelling van de Verenigde Naties voor onderwijs (SDG4) te verwezenlijken – die beleidsmakers oproept om ʻinclusief en rechtvaardig kwaliteitsonderwijs te garanderen en mogelijkheden voor een leven lang leren voor iedereen te bevorderenʼ – heeft Afrika meer nodig dan artsen en wetenschappers. Om de sociale en politieke uitdagingen van vandaag aan te gaan, zijn ook leraren, juristen, schrijvers, filosofen, taalkundigen, historici, sociologen en politicologen nodig. Daarom moeten de universiteiten ook de geestes- en sociale wetenschappen ondersteunen. Ook hier moeten zij inventief zijn en zich inzetten voor systeemhervormingen.
Vertaling: Menno Grootveld