NEW YORK – Het is bijna tien jaar geleden dat landen op een bijeenkomst in Parijs afspraken om eindelijk serieus werk te gaan maken van het afwenden van een klimaatramp. Maar hoewel er een groeiende consensus is over de structurele economische hervormingen die nodig zijn om sectoren als energie, transport en landbouw om te vormen, worden de noodzakelijke investeringen niet snel genoeg gedaan.
In plaats daarvan hebben onze bestuurssystemen moeite om een adequaat antwoord te formuleren op een steeds duidelijker en ernstiger wordende klimaat- en ecologische crisis. Hoewel veel regeringen robuuste klimaatmaatregelen hebben voorgesteld, stuiten deze vaak op sociale weerstand, omdat ze als onrechtvaardig worden gezien. Velen denken beleid te ontwaren dat ouderen tegen jongeren opzet, de stad tegen het platteland, of het Mondiale Noorden tegen het Mondiale Zuiden. Dergelijke controverses zijn op maat gemaakt voor de sociale media, waar ze rijpen en vervolgens wegrotten in een broeikas van desinformatie, opruiende retoriek en polarisatie.
Hoewel de noodzaak van ingrijpende hervormingen inmiddels een uitgemaakte zaak is, geldt dat niet voor de noodzaak van een eerlijke aanpak. Die zal alleen maar moeilijker worden naarmate we dieper in de netto-nul-transitie terechtkomen. De meeste mensen vinden het heel belangrijk om de klimaatcrisis aan te pakken: in een enquête die in achttien G20-landen werd gehouden, was 71 procent van de respondenten het erover eens dat er onmiddellijk grote actie nodig is om de koolstofuitstoot te verminderen. Maar het vertrouwen in overheidsmaatregelen ontbreekt: slechts 39 procent gelooft dat de eigen regering effectief zal handelen.
Eén manier om deze kloof te dichten is om burgers te laten participeren in de uitwerking en uitvoering van klimaatbeleid en -maatregelen die door overheden worden ontworpen. In plaats van een klimaatbeleid dat van bovenaf wordt opgelegd door technocraten, zouden regeringen moeten kiezen voor benaderingen die ‘top-down’- en ‘bottom-up’-methoden combineren. Gewone mensen moeten bijeen worden gebracht met als taak het vormgeven van een gedeelde visie op de toekomst.
Er bestaan al succesvolle voorbeelden van deze participatiemethoden. Burgerassemblees in Frankrijk zijn besluitvormingsorganen die bestaan uit willekeurig gekozen, demografisch representatieve individuen die beraadslagen over een specifieke kwestie van openbaar belang en beleidsaanbevelingen doen.
Naast het bevorderen van consensus over onderwerpen die verdeeldheid teweegbrengen, informeren burgerassemblees het publiek over complexe beleidskwesties en geven ze burgers een rechtstreekse rol in beslissingen die hun leven beïnvloeden. Deze elementen zijn vooral van belang bij kwesties zoals de netto-nul-transitie, die grote economische veranderingen met zich meebrengt waardoor gemeenschappen verdeeld kunnen raken. In tegenstelling tot politici nemen assembleeleden hun beslissingen vrij van electorale druk en lobbywerk. Opmerkelijke voorbeelden zijn de Ierse assemblees over de gelijkheid van diverse soorten huwelijken en abortus, die hebben geleid tot nationale referenda en baanbrekende wetgeving; en de Franse klimaatassemblee, die heeft geholpen bij het opstellen van de meest ambitieuze klimaatwet tot nu toe.
Access every new PS commentary, our entire On Point suite of subscriber-exclusive content – including Longer Reads, Insider Interviews, Big Picture/Big Question, and Say More – and the full PS archive.
Subscribe Now
De al langer bestaande participatieve benadering van beleidsvorming in Brazilië is ook succesvol gebleken. Het Braziliaanse Klimaatplan wordt bijvoorbeeld ontwikkeld via een bestuursstructuur waarin diverse ministeries van de federale overheid samenwerken met vertegenwoordigers van de wetenschappelijke gemeenschap, subnationale overheden, de particuliere sector en het maatschappelijk middenveld.
Bovendien is er een klimaatparticipatieplatform (met zowel digitale als persoonlijke uitwisselingen) gelanceerd om alle Braziliaanse burgers uit te nodigen oplossingen voor te dragen. De Nationale Milieuconferentie en de Nationale Raad voor Sociale en Economische Ontwikkeling hebben, door prioriteit te geven aan het Klimaatplan, verder bijgedragen aan het versterken van dit bottom-up-proces.
Dergelijke methoden kunnen voorkomen dat klimaatbeleidsvoorstellen bronnen van polarisatie worden en de weg wijzen naar mogelijkheden voor samenwerking en overleg. In de G20-landen is 62 procent van de mensen voorstander van het gebruik van burgerassemblees voor besluitvorming, en dat percentage is ruim zeventig procent in landen als Brazilië, India, Indonesië, Mexico en Zuid-Afrika, en ruim tachtig procent in Kenia. Er zijn meer dan 170 burgerassemblees gehouden in meer dan dertig landen, elk met het doel om klimaatmaatregelen te versnellen op een manier die een eerlijke en rechtvaardige transitie voor iedereen ondersteunt.
Naar het voorbeeld van het Wereld Sociaal Forum is er nu behoefte aan een Mondiaal Sociaal Klimaatforum, of een Mondiale Burgerassemblee voor Mens en Planeet, om burgers uit elk land samen te brengen, niet alleen om een collectieve weg voorwaarts uit te stippelen, maar ook om onze politiek opnieuw vorm te geven en een mondiale ethische balans op te maken. Dit zou een kans zijn voor de mensheid om samen te komen, om elkaars aspiraties en angsten te begrijpen, en om samen een groene transitie te creëren die iedereen ten goede komt. In plaats van mensen achter te laten, kunnen we een nieuw sociaal contract smeden dat geworteld is in solidariteit, gelijkheid en eerlijkheid.
In 2015 stelden Frankrijk en Peru een nieuw mechanisme in, de Actieagenda, omdat ze inzagen dat de schaal van verandering die nodig is om de klimaatcrisis aan te pakken meer vereist dan alleen overheidsactie. Er is ook behoefte aan de rijkdom aan ideeën die het maatschappelijk middenveld – waaronder bedrijven, steden en gemeenschappen – te bieden heeft.
Nu landen zich voorbereiden op de bekendmaking van hun volgende klimaatverbintenissen in 2025, moeten we de cruciale rol erkennen die gewone burgers, zowel individueel als collectief, moeten spelen bij de aanpak van de klimaatcrisis. Tijdens COP30 en daarna moeten we zorgen voor een speciale ruimte waar iedere stem gehoord kan worden, en ervoor te zorgen dat de transitie niet alleen snel, maar ook eerlijk verloopt. Als we dat niet doen, zullen we onze gemeenschappelijke doelen niet bereiken. Daarom zet Brazilië zich in om van COP30 (in november 2025) de COP van de Mensheid te maken en iedereen op aarde de kans te geven om deel te nemen aan het vormgeven van onze gemeenschappelijke toekomst.
To have unlimited access to our content including in-depth commentaries, book reviews, exclusive interviews, PS OnPoint and PS The Big Picture, please subscribe
A promising way to mobilize more climate finance for developing countries is to expand the use of “solidarity levies”: global levies on carbon dioxide emissions and other economic activities that channel proceeds to developing countries. The benefits of scaling up such measures would be far-reaching.
Although Americans – and the world – have been spared the kind of agonizing uncertainty that followed the 2020 election, a different kind of uncertainty has set in. While few doubt that Donald Trump's comeback will have far-reaching implications, most observers are only beginning to come to grips with what those could be.
consider what the outcome of the 2024 US presidential election will mean for America and the world.
NEW YORK – Het is bijna tien jaar geleden dat landen op een bijeenkomst in Parijs afspraken om eindelijk serieus werk te gaan maken van het afwenden van een klimaatramp. Maar hoewel er een groeiende consensus is over de structurele economische hervormingen die nodig zijn om sectoren als energie, transport en landbouw om te vormen, worden de noodzakelijke investeringen niet snel genoeg gedaan.
In plaats daarvan hebben onze bestuurssystemen moeite om een adequaat antwoord te formuleren op een steeds duidelijker en ernstiger wordende klimaat- en ecologische crisis. Hoewel veel regeringen robuuste klimaatmaatregelen hebben voorgesteld, stuiten deze vaak op sociale weerstand, omdat ze als onrechtvaardig worden gezien. Velen denken beleid te ontwaren dat ouderen tegen jongeren opzet, de stad tegen het platteland, of het Mondiale Noorden tegen het Mondiale Zuiden. Dergelijke controverses zijn op maat gemaakt voor de sociale media, waar ze rijpen en vervolgens wegrotten in een broeikas van desinformatie, opruiende retoriek en polarisatie.
Hoewel de noodzaak van ingrijpende hervormingen inmiddels een uitgemaakte zaak is, geldt dat niet voor de noodzaak van een eerlijke aanpak. Die zal alleen maar moeilijker worden naarmate we dieper in de netto-nul-transitie terechtkomen. De meeste mensen vinden het heel belangrijk om de klimaatcrisis aan te pakken: in een enquête die in achttien G20-landen werd gehouden, was 71 procent van de respondenten het erover eens dat er onmiddellijk grote actie nodig is om de koolstofuitstoot te verminderen. Maar het vertrouwen in overheidsmaatregelen ontbreekt: slechts 39 procent gelooft dat de eigen regering effectief zal handelen.
Eén manier om deze kloof te dichten is om burgers te laten participeren in de uitwerking en uitvoering van klimaatbeleid en -maatregelen die door overheden worden ontworpen. In plaats van een klimaatbeleid dat van bovenaf wordt opgelegd door technocraten, zouden regeringen moeten kiezen voor benaderingen die ‘top-down’- en ‘bottom-up’-methoden combineren. Gewone mensen moeten bijeen worden gebracht met als taak het vormgeven van een gedeelde visie op de toekomst.
Er bestaan al succesvolle voorbeelden van deze participatiemethoden. Burgerassemblees in Frankrijk zijn besluitvormingsorganen die bestaan uit willekeurig gekozen, demografisch representatieve individuen die beraadslagen over een specifieke kwestie van openbaar belang en beleidsaanbevelingen doen.
Naast het bevorderen van consensus over onderwerpen die verdeeldheid teweegbrengen, informeren burgerassemblees het publiek over complexe beleidskwesties en geven ze burgers een rechtstreekse rol in beslissingen die hun leven beïnvloeden. Deze elementen zijn vooral van belang bij kwesties zoals de netto-nul-transitie, die grote economische veranderingen met zich meebrengt waardoor gemeenschappen verdeeld kunnen raken. In tegenstelling tot politici nemen assembleeleden hun beslissingen vrij van electorale druk en lobbywerk. Opmerkelijke voorbeelden zijn de Ierse assemblees over de gelijkheid van diverse soorten huwelijken en abortus, die hebben geleid tot nationale referenda en baanbrekende wetgeving; en de Franse klimaatassemblee, die heeft geholpen bij het opstellen van de meest ambitieuze klimaatwet tot nu toe.
Introductory Offer: Save 30% on PS Digital
Access every new PS commentary, our entire On Point suite of subscriber-exclusive content – including Longer Reads, Insider Interviews, Big Picture/Big Question, and Say More – and the full PS archive.
Subscribe Now
De al langer bestaande participatieve benadering van beleidsvorming in Brazilië is ook succesvol gebleken. Het Braziliaanse Klimaatplan wordt bijvoorbeeld ontwikkeld via een bestuursstructuur waarin diverse ministeries van de federale overheid samenwerken met vertegenwoordigers van de wetenschappelijke gemeenschap, subnationale overheden, de particuliere sector en het maatschappelijk middenveld.
Bovendien is er een klimaatparticipatieplatform (met zowel digitale als persoonlijke uitwisselingen) gelanceerd om alle Braziliaanse burgers uit te nodigen oplossingen voor te dragen. De Nationale Milieuconferentie en de Nationale Raad voor Sociale en Economische Ontwikkeling hebben, door prioriteit te geven aan het Klimaatplan, verder bijgedragen aan het versterken van dit bottom-up-proces.
Dergelijke methoden kunnen voorkomen dat klimaatbeleidsvoorstellen bronnen van polarisatie worden en de weg wijzen naar mogelijkheden voor samenwerking en overleg. In de G20-landen is 62 procent van de mensen voorstander van het gebruik van burgerassemblees voor besluitvorming, en dat percentage is ruim zeventig procent in landen als Brazilië, India, Indonesië, Mexico en Zuid-Afrika, en ruim tachtig procent in Kenia. Er zijn meer dan 170 burgerassemblees gehouden in meer dan dertig landen, elk met het doel om klimaatmaatregelen te versnellen op een manier die een eerlijke en rechtvaardige transitie voor iedereen ondersteunt.
Naar het voorbeeld van het Wereld Sociaal Forum is er nu behoefte aan een Mondiaal Sociaal Klimaatforum, of een Mondiale Burgerassemblee voor Mens en Planeet, om burgers uit elk land samen te brengen, niet alleen om een collectieve weg voorwaarts uit te stippelen, maar ook om onze politiek opnieuw vorm te geven en een mondiale ethische balans op te maken. Dit zou een kans zijn voor de mensheid om samen te komen, om elkaars aspiraties en angsten te begrijpen, en om samen een groene transitie te creëren die iedereen ten goede komt. In plaats van mensen achter te laten, kunnen we een nieuw sociaal contract smeden dat geworteld is in solidariteit, gelijkheid en eerlijkheid.
In 2015 stelden Frankrijk en Peru een nieuw mechanisme in, de Actieagenda, omdat ze inzagen dat de schaal van verandering die nodig is om de klimaatcrisis aan te pakken meer vereist dan alleen overheidsactie. Er is ook behoefte aan de rijkdom aan ideeën die het maatschappelijk middenveld – waaronder bedrijven, steden en gemeenschappen – te bieden heeft.
Nu landen zich voorbereiden op de bekendmaking van hun volgende klimaatverbintenissen in 2025, moeten we de cruciale rol erkennen die gewone burgers, zowel individueel als collectief, moeten spelen bij de aanpak van de klimaatcrisis. Tijdens COP30 en daarna moeten we zorgen voor een speciale ruimte waar iedere stem gehoord kan worden, en ervoor te zorgen dat de transitie niet alleen snel, maar ook eerlijk verloopt. Als we dat niet doen, zullen we onze gemeenschappelijke doelen niet bereiken. Daarom zet Brazilië zich in om van COP30 (in november 2025) de COP van de Mensheid te maken en iedereen op aarde de kans te geven om deel te nemen aan het vormgeven van onze gemeenschappelijke toekomst.