reyna1_Martin Schuttpicture alliance via Getty Images_ev green deal Martin Schutt/picture alliance via Getty Images

Consumenten profiteren nu al van de European Green Deal

BRUSSEL – Het is een cliché geworden om de uitslag van de verkiezingen voor het Europees Parlement in juni te interpreteren als een afwijzing van de European Green Deal en het beleid dat daarmee samenhangt. Maar dat klopt niet: in haar politieke richtsnoeren voor de volgende Europese Commissie bevestigde voorzitter Ursula von der Leyen opnieuw haar inzet voor de Green Deal met de woorden: ‘We moeten en zullen koers houden op het gebied van al onze doelstellingen.’

Dat is de juiste aanpak. De Europeanen willen een duurzamere toekomst en de Green Deal is een noodzakelijke – en zeer nuttige – eerste stap. Zo zal het verbod van de Europese Unie op de verkoop van benzine- en dieselauto’s, dat in 2035 van kracht wordt, naar verwachting aanzienlijke gezondheidsvoordelen opleveren en honderdduizenden levens per jaar kunnen redden door de luchtkwaliteit te verbeteren. Bovendien zal deze deadline waarschijnlijk het gebruik van elektrische auto’s (EV’s) versnellen.

Er is wel gepleit voor het schrappen van de deadline van 2035, maar dat zou de onzekerheid bij de consument aanwakkeren en de groene transitie ondermijnen. In plaats daarvan zou de EU zich moeten richten op het aanmoedigen van meer consumenten – met de juiste prikkels en onder concurrerende omstandigheden – om EV’s te verkiezen boven auto’s met verbrandingsmotoren. Dit zou er op zijn beurt voor zorgen dat gebruikte EV’s tegen betaalbare prijzen beschikbaar zijn tegen de tijd dat het verbod van kracht wordt.

Helaas hebben misleidende beweringen over de impopulariteit van groen beleid al geleid tot het intrekken van wetgeving die het gebruik van pesticiden in de EU tegen 2030 moet halveren. Ook hebben EU-instellingen een aantal klimaatgerelateerde eisen teruggeschroefd waaraan boeren moeten voldoen om subsidies te krijgen in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid van de EU.

Het vertragen van de groene transformatie van de EU zou schadelijk zijn voor consumenten. In tegenstelling tot wat de meeste mensen denken, blijkt uit enquêtes van de Europese Consumentenorganisatie (BEUC) en de 44 onafhankelijke consumentengroepen in ons netwerk dat Europeanen graag een duurzamere levensstijl willen.

Maar het onderzoek over 2023 van de BEUC laat ook zien dat hoewel de meeste Europese consumenten hun impact op het milieu willen verminderen, ze zich vaak verloren voelen in een doolhof van misleidende groene claims en labels, wat de behoefte aan betrouwbare informatiebronnen onderstreept. Uit het onderzoek blijkt dat de meeste consumenten vinden dat het vervuilende bedrijven verboden zou moeten worden om groene claims te maken. Om het volledige potentieel van de Green Deal te realiseren, moet duidelijk worden voldaan aan de vraag van consumenten naar echt duurzame producten. Nu van koers veranderen zou deze vooruitgang in gevaar brengen.

Hoewel er nog veel werk aan de winkel is, moeten we erkennen dat de Europese consumenten nu al profiteren van de Green Deal. Twee van de belangrijkste onderdelen van de Green Deal – het recht op reparatie en het ecologisch ontwerp van duurzame producten – zijn bedoeld om de levensduur en efficiëntie van producten te verbeteren, en zo de kosten voor consumenten te verlagen.

Dit is vooral belangrijk voor consumenten met een laag inkomen, aangezien Europa blijft worstelen met een aanhoudende crisis op het gebied van de kosten van levensonderhoud. In 2022, toen de energieprijzen de pan uit rezen, ontdekten consumentengroepen dat de meest energie-efficiënte apparaten huishoudens tot wel 2.450 euro konden besparen op hun jaarlijkse energierekening. Zelfs in ‘normalere’ tijden, nu de energieprijzen weer op een redelijker niveau liggen, kunnen Europese huishoudens elk jaar tussen de 650 en 1.800 euro besparen op hun energierekening dankzij ecologisch ontwerp en energielabels. Om de hoge energiekosten te beperken, heeft de EU ook regels aangenomen die mensen die hun rekeningen niet kunnen betalen, beschermen tegen afsluiting van hun elektriciteit of gas.

In dezelfde geest hebben goed doordachte beleidsmaatregelen, zoals de strenge EU-emissienormen voor auto’s, de luchtkwaliteit in steden in het hele blok al verbeterd, de efficiëntie van auto’s verhoogd en de weg vrijgemaakt voor zones met schone lucht.

Maar het stimuleren van een groene, welvarende economie is een langetermijnproject dat aanvullende wetgeving vereist, evenals het behoud van bestaande maatregelen om consumenten te sturen in de richting van duurzamere keuzes. Om duurzame en gezonde voedingsopties te bevorderen, moeten beleidsmakers er bijvoorbeeld voor zorgen dat zowel binnenlandse als geïmporteerde goederen voldoen aan de productvereisten van de EU en dat vrijhandelsovereenkomsten in overeenstemming zijn met de normen en waarden van de Green Deal.

Het versnellen van de transitie naar koolstofvrij vervoer is essentieel. Op een markt die gedomineerd wordt door grote en zware voertuigen, biedt de groeiende vraag naar kleinere, efficiëntere en betaalbare auto’s onder consumenten met lage en middeninkomens een unieke kans voor binnenlandse fabrikanten. Om deze auto’s voor meer mensen toegankelijk te maken, moet het verbeteren van de tweedehandsmarkt ook een prioriteit zijn. Dit kan door op EU-niveau bindende doelstellingen voor emissievrije auto’s vast te stellen voor grote bedrijfswagenparken (die de tweedehandsmarkt veel sneller zullen bereiken dan auto’s in privébezit). Europese beleidsmakers moeten niet alleen schone auto’s op de weg zien te krijgen, maar ook een openbaarvervoersstrategie ontwikkelen die treinreizen binnen en tussen de lidstaten goedkoper en comfortabeler maakt.

Consumenten willen – en verdienen – ook de mogelijkheid om hun spaargeld te investeren in manieren die bijdragen aan een groenere toekomst. Tot nu toe zijn er geen minimumvereisten om een beleggingsproduct ‘groen’ of ‘duurzaam’ te mogen noemen, wat leidt tot greenwashing. Door duidelijke eisen op te nemen in het EU-raamwerk voor duurzame financiering, kunnen beleidsmakers consumenten helpen om met hun beleggingen een zinvolle impact te genereren en zo privékapitaal te mobiliseren om het koolstofarm maken van de economie te ondersteunen.

De kosten van het koolstofvrij maken van de Europese economie zijn weliswaar aanzienlijk, maar verbleken bij de kosten van het niets doen op klimaatgebied. De EU heeft al moeite om boeren te compenseren voor verliezen door droogte, infrastructuur te herstellen die beschadigd is door verwoestende overstromingen en de jaarlijkse bosbranden te bestrijden die de zuidelijke regio’s teisteren.

Om een rechtvaardige groene transitie tot stand te brengen, is overheidssteun nodig voor kwetsbare bevolkingsgroepen die zich moeten aanpassen aan een duurzamere economie. Toch bieden veel van de al bestaande Green Deal-beleidsmaatregelen tastbare economische en gezondheidsvoordelen die direct inspelen op de meest dringende zorgen van consumenten.

Het afremmen van Europa’s ambitie om een echt duurzame transitie te bereiken zou alleen gevestigde belangen dienen die de noodzakelijke hervormingen willen blokkeren. Het idee dat consumenten onverschillig staan tegenover milieukwesties of dat klimaatmaatregelen beleidsmakers ervan weerhouden andere kwesties aan te pakken, is zeer misplaatst. Om de structurele transformatie mogelijk te maken die nodig is om een duurzame en welvarende toekomst op te bouwen, moet de European Green Deal worden geïmplementeerd en versterkt.

PS Events: Climate Week NYC 2024
image (24)

PS Events: Climate Week NYC 2024

Project Syndicate is returning to Climate Week NYC with an even more expansive program. Join us live on September 22 as we welcome speakers from around the world at our studio in Manhattan to address critical dimensions of the climate debate.

Register Now

Agustín Reyna is directeur-generaal van de Europese Consumentenorganisatie (BEUC).

https://prosyn.org/9gi6Xvwnl