ROME – Landbouw is een van de oudste en meest ingrijpende ondernemingen ter wereld. Voldoen aan de groeiende vraag naar voedsel van de wereldbevolking – die tegen 2050 naar schatting tien miljard mensen zal bedragen – in een klimaat dat steeds sneller verandert, is een ongekende krachttoer die menselijk vernuft, goed bestuur en technologie vereist.
De laatste keer dat de landbouwsector een dergelijke seismische verandering onderging, was toen nieuwe technologieën, zoals hoogproductieve tarwe- en rijstzaden, chemische meststoffen en irrigatietechnologieën, in de jaren zestig het startschot gaven voor de Groene Revolutie. In de daaropvolgende drie decennia verdubbelde de graanproductie in het dikwijls door hongersnoden getroffen Azië en werden tarwe en rijst goedkoper, hoewel de bevolking in die periode met zestig procent toenam.
Helaas bracht de Groene Revolutie tal van milieukosten met zich mee. Lakse regelgeving en genereuze subsidies maakten meststoffen en pesticiden goedkoop, en boeren zonder opleiding gebruikten ze overmatig, waardoor de bodem beschadigd en de waterwegen vervuild raakten. Naarmate nieuwe gewassen de overhand kregen, gingen traditionele plantensoorten verloren, wat bijdroeg aan het verlies aan biodiversiteit.
De opkomst van robotica en kunstmatige intelligentie kan helpen een tweede, nog groenere Groene Revolutie in te luiden. Robots oogsten nu al gewassen, wieden onkruid en verzamelen gegevens om het bodembeheer te verbeteren. Binnenkort zullen ze net zo gewoon zijn in weilanden en kassen als in medische laboratoria of de magazijnen van Amazon. De hoop is dat AI kan helpen de voedsel- en klimaatdoelstellingen te halen door meer precisie toe te voegen aan de landbouw, zodat boeren meer kunnen verbouwen en minder hoeven te verspillen.
AI-programma’s zoals IBM’s Watson combineren gegevens over weerpatronen, gewasopbrengsten en marktprijzen om boeren te adviseren over de beste tijd om te planten, de precieze hoeveelheid meststoffen die ze moeten gebruiken en wanneer ze moeten oogsten voor een optimale rijpheid. Onderzoekers van Microsoft en Wageningen Universiteit in Nederland telen komkommers met behulp van algoritmen, en combineren de inspanningen van mensen en AI om de opbrengst te verhogen en tegelijkertijd minder natuurlijke hulpbronnen te gebruiken.
In Californië, een staat waar op grote schaal geïrrigeerde groenten en fruit worden geteeld, betekenen dergelijke technologieën een reële besparing op de seizoensgebonden arbeidsbehoeften. Een ‘druivenrobot’ van honderdvijftigduizend dollar kan bijvoorbeeld twee ton druiven sorteren in twaalf minuten, waarmee vijftien menselijke arbeiders worden vervangen en het gebruik van meststoffen, pesticiden en water wordt verminderd, terwijl de opbrengst toeneemt.
At a time of escalating global turmoil, there is an urgent need for incisive, informed analysis of the issues and questions driving the news – just what PS has always provided.
Subscribe to Digital or Digital Plus now to secure your discount.
Subscribe Now
In het verleden werd landbouwautomatisering gekenmerkt door grote industriële bedrijven die zware machines gebruikten om de opbrengst te verhogen. Mechanisatie op deze schaal vergrootte de afhankelijkheid van producenten van fossiele brandstoffen en het ongebreidelde gebruik van chemicaliën. De hoge kosten betekenden ook dat kleine boeren, vooral in armere landen, geen toegang hadden, waardoor een ongelijk speelveld ontstond.
Digitale technologieën brengen hierin verandering ten gunste van zowel grootschalige als kleinschalige landbouwbedrijven. Boeren hebben een voorbeeld genomen aan ride-sharing apps zoals Uber en maken gebruik van GPS-volgapparatuur en vlootbeheersoftware, waardoor kleine producenten de voor landbouwmechanisatie benodigde middelen kunnen delen. Sommige bedrijven, zoals TROTRO Tractor in Ghana en Tun Yat in Myanmar, laten kleine boeren de kosten delen van het huren van een tractor die ze zich alleen niet zouden kunnen veroorloven.
Digitale ondersteuning kan ook traditionele mechanisatie verbeteren, zelfs als het geen geavanceerde technologie is. GPS-apparaten die het vee volgen (‘slimme halsbanden’) en gegevens doorgeven over de gezondheid en bewegingen van de dieren, kunnen bijvoorbeeld bepalen hoeveel voer moet worden toegediend en het voederproces automatiseren, wat de productiviteit ten goede komt.
Het grote voordeel van robotica is de potentiële kosteneffectiviteit, waardoor kleine boeren kunnen concurreren met hun grotere tegenhangers. Net als computers en smartphones zouden deze machines, zodra ze in grote hoeveelheden worden geproduceerd, veel minder duur moeten worden, wat de weg vrijmaakt voor een breder gebruik.
Maar robotica en op AI gebaseerde instrumenten, die hoogopgeleide boeren bevoordelen boven laagopgeleide, kunnen de bestaande ongelijkheid nog vergroten. Ze kunnen de armste mensen ter wereld nog verder in de marge drukken, vooral degenen die op het platteland wonen en rondkomen van een klein stuk land zonder toegang tot markten of financiële diensten.
Om ervoor te zorgen dat landbouwautomatisering, van tractoren tot drones, inclusief is, moeten regeringen investeren in essentiële infrastructuur, waaronder elektriciteit en breedbandverbindingen in plattelandsgebieden. Ze moeten ook opleidingen aanbieden over deze digitale instrumenten om een nieuwe klasse van geschoolde landbouwers te creëren die met meer geavanceerde technologieën kunnen omgaan – en zo nieuwe kansen voor plattelandsjongeren in het leven roepen.
Zeker, technologie alleen zal de misstanden in de wereld niet oplossen als het gaat om een duurzamere voedselvoorziening of een efficiëntere en rechtvaardigere landbouw. Evenmin kan technologie de landbouw van de ene dag op de andere veranderen. Van Californië tot Kenia zijn robotica en AI nog steeds duur en hebben ze de neiging grotere landbouwbedrijven te bevoordelen boven kleinere. Bovendien zou een groter gebruik van robotica de uitbreiding van monocultuur-landbouwsystemen kunnen aanmoedigen, aangezien robotmachines uniformiteit vergen om efficiënt te kunnen functioneren. Dat zou leiden tot een verlies aan genetische diversiteit.
Robotica en AI in de landbouw staan nog in de kinderschoenen. Doordacht beleid en strenge effectbeoordelingen van de toepassing ervan zijn nodig om het volledige potentieel van de Tweede Groene Revolutie te verwezenlijken.
Robots zijn geen vervanging voor menselijke boeren. Maar in een toekomst met miljarden extra monden om te voeden, kunnen ze voedsel duurzamer en beschikbaarder maken, en goedkoper om te produceren. Het is hoog tijd om machines een kans te geven.
To have unlimited access to our content including in-depth commentaries, book reviews, exclusive interviews, PS OnPoint and PS The Big Picture, please subscribe
Less than two months into his second presidency, Donald Trump has imposed sweeping tariffs on America’s three largest trading partners, with much more to come. This strategy not only lacks any credible theoretical foundations; it is putting the US on a path toward irrevocable economic and geopolitical decline.
Today's profound global uncertainty is not some accident of history or consequence of values-free technologies. Rather, it reflects the will of rival great powers that continue to ignore the seminal economic and social changes underway in other parts of the world.
explains how Malaysia and other middle powers are navigating increasingly uncertain geopolitical terrain.
ROME – Landbouw is een van de oudste en meest ingrijpende ondernemingen ter wereld. Voldoen aan de groeiende vraag naar voedsel van de wereldbevolking – die tegen 2050 naar schatting tien miljard mensen zal bedragen – in een klimaat dat steeds sneller verandert, is een ongekende krachttoer die menselijk vernuft, goed bestuur en technologie vereist.
De laatste keer dat de landbouwsector een dergelijke seismische verandering onderging, was toen nieuwe technologieën, zoals hoogproductieve tarwe- en rijstzaden, chemische meststoffen en irrigatietechnologieën, in de jaren zestig het startschot gaven voor de Groene Revolutie. In de daaropvolgende drie decennia verdubbelde de graanproductie in het dikwijls door hongersnoden getroffen Azië en werden tarwe en rijst goedkoper, hoewel de bevolking in die periode met zestig procent toenam.
Helaas bracht de Groene Revolutie tal van milieukosten met zich mee. Lakse regelgeving en genereuze subsidies maakten meststoffen en pesticiden goedkoop, en boeren zonder opleiding gebruikten ze overmatig, waardoor de bodem beschadigd en de waterwegen vervuild raakten. Naarmate nieuwe gewassen de overhand kregen, gingen traditionele plantensoorten verloren, wat bijdroeg aan het verlies aan biodiversiteit.
De opkomst van robotica en kunstmatige intelligentie kan helpen een tweede, nog groenere Groene Revolutie in te luiden. Robots oogsten nu al gewassen, wieden onkruid en verzamelen gegevens om het bodembeheer te verbeteren. Binnenkort zullen ze net zo gewoon zijn in weilanden en kassen als in medische laboratoria of de magazijnen van Amazon. De hoop is dat AI kan helpen de voedsel- en klimaatdoelstellingen te halen door meer precisie toe te voegen aan de landbouw, zodat boeren meer kunnen verbouwen en minder hoeven te verspillen.
AI-programma’s zoals IBM’s Watson combineren gegevens over weerpatronen, gewasopbrengsten en marktprijzen om boeren te adviseren over de beste tijd om te planten, de precieze hoeveelheid meststoffen die ze moeten gebruiken en wanneer ze moeten oogsten voor een optimale rijpheid. Onderzoekers van Microsoft en Wageningen Universiteit in Nederland telen komkommers met behulp van algoritmen, en combineren de inspanningen van mensen en AI om de opbrengst te verhogen en tegelijkertijd minder natuurlijke hulpbronnen te gebruiken.
In Californië, een staat waar op grote schaal geïrrigeerde groenten en fruit worden geteeld, betekenen dergelijke technologieën een reële besparing op de seizoensgebonden arbeidsbehoeften. Een ‘druivenrobot’ van honderdvijftigduizend dollar kan bijvoorbeeld twee ton druiven sorteren in twaalf minuten, waarmee vijftien menselijke arbeiders worden vervangen en het gebruik van meststoffen, pesticiden en water wordt verminderd, terwijl de opbrengst toeneemt.
Winter Sale: Save 40% on a new PS subscription
At a time of escalating global turmoil, there is an urgent need for incisive, informed analysis of the issues and questions driving the news – just what PS has always provided.
Subscribe to Digital or Digital Plus now to secure your discount.
Subscribe Now
In het verleden werd landbouwautomatisering gekenmerkt door grote industriële bedrijven die zware machines gebruikten om de opbrengst te verhogen. Mechanisatie op deze schaal vergrootte de afhankelijkheid van producenten van fossiele brandstoffen en het ongebreidelde gebruik van chemicaliën. De hoge kosten betekenden ook dat kleine boeren, vooral in armere landen, geen toegang hadden, waardoor een ongelijk speelveld ontstond.
Digitale technologieën brengen hierin verandering ten gunste van zowel grootschalige als kleinschalige landbouwbedrijven. Boeren hebben een voorbeeld genomen aan ride-sharing apps zoals Uber en maken gebruik van GPS-volgapparatuur en vlootbeheersoftware, waardoor kleine producenten de voor landbouwmechanisatie benodigde middelen kunnen delen. Sommige bedrijven, zoals TROTRO Tractor in Ghana en Tun Yat in Myanmar, laten kleine boeren de kosten delen van het huren van een tractor die ze zich alleen niet zouden kunnen veroorloven.
Digitale ondersteuning kan ook traditionele mechanisatie verbeteren, zelfs als het geen geavanceerde technologie is. GPS-apparaten die het vee volgen (‘slimme halsbanden’) en gegevens doorgeven over de gezondheid en bewegingen van de dieren, kunnen bijvoorbeeld bepalen hoeveel voer moet worden toegediend en het voederproces automatiseren, wat de productiviteit ten goede komt.
Het grote voordeel van robotica is de potentiële kosteneffectiviteit, waardoor kleine boeren kunnen concurreren met hun grotere tegenhangers. Net als computers en smartphones zouden deze machines, zodra ze in grote hoeveelheden worden geproduceerd, veel minder duur moeten worden, wat de weg vrijmaakt voor een breder gebruik.
Maar robotica en op AI gebaseerde instrumenten, die hoogopgeleide boeren bevoordelen boven laagopgeleide, kunnen de bestaande ongelijkheid nog vergroten. Ze kunnen de armste mensen ter wereld nog verder in de marge drukken, vooral degenen die op het platteland wonen en rondkomen van een klein stuk land zonder toegang tot markten of financiële diensten.
Om ervoor te zorgen dat landbouwautomatisering, van tractoren tot drones, inclusief is, moeten regeringen investeren in essentiële infrastructuur, waaronder elektriciteit en breedbandverbindingen in plattelandsgebieden. Ze moeten ook opleidingen aanbieden over deze digitale instrumenten om een nieuwe klasse van geschoolde landbouwers te creëren die met meer geavanceerde technologieën kunnen omgaan – en zo nieuwe kansen voor plattelandsjongeren in het leven roepen.
Zeker, technologie alleen zal de misstanden in de wereld niet oplossen als het gaat om een duurzamere voedselvoorziening of een efficiëntere en rechtvaardigere landbouw. Evenmin kan technologie de landbouw van de ene dag op de andere veranderen. Van Californië tot Kenia zijn robotica en AI nog steeds duur en hebben ze de neiging grotere landbouwbedrijven te bevoordelen boven kleinere. Bovendien zou een groter gebruik van robotica de uitbreiding van monocultuur-landbouwsystemen kunnen aanmoedigen, aangezien robotmachines uniformiteit vergen om efficiënt te kunnen functioneren. Dat zou leiden tot een verlies aan genetische diversiteit.
Robotica en AI in de landbouw staan nog in de kinderschoenen. Doordacht beleid en strenge effectbeoordelingen van de toepassing ervan zijn nodig om het volledige potentieel van de Tweede Groene Revolutie te verwezenlijken.
Robots zijn geen vervanging voor menselijke boeren. Maar in een toekomst met miljarden extra monden om te voeden, kunnen ze voedsel duurzamer en beschikbaarder maken, en goedkoper om te produceren. Het is hoog tijd om machines een kans te geven.
Vertaling: Menno Grootveld