sinn109_ DANIEL ROLANDAFP via Getty Images_financial crisis DANIEL ROLAND/AFP via Getty Images

We moeten het casinokapitalisme aan banden leggen

MUNICH – De spectaculaire ondergang van de Silicon Valley Bank (SVB) – het op één na grootste bankfaillissement in de Amerikaanse geschiedenis – heeft herinneringen opgeroepen aan de ondergang van Lehman Brothers in 2008, die de ergste economische crisis sinds de Grote Depressie ontketende. Maar de huidige situatie doet, althans voor Duitsers en andere Europeanen, meer denken aan de ‘Paniek van 1873’ (Gründerkrach). Toen, net als nu, had een tijdperk van goedkope kredieten een tech-hausse aangewakkerd en vervolgens een bankencrisis veroorzaakt. Destijds waren de startups te vinden in de spoorweg-sector, de elektronica en de chemie, maar er waren ook een groot aantal financiële startups die met het tij meevoeren. In beide gevallen was de crisis het gevolg van slechte boekhoudregels die van het financiële systeem een speelplaats voor gokkers maakten.

Vóór de jaren zeventig van de negentiende eeuw had de liberalisering van de Duitse en Oostenrijks-Hongaarse vennootschapswetgeving, die de weg vrijmaakte voor naamloze vennootschappen, de oprichters vrijgesteld van particuliere aansprakelijkheid, wat leidde tot een explosie van nieuwe, goed gefinancierde start-ups. Een groot deel van deze aandelengekte was geconcentreerd in de jonge verwerkende industrie, waarvan de snelle groei een periode van ongekende economische voorspoed bracht die bekend staat als de Gründerzeit. De steden van de Duitstalige landen van Europa waren al snel gevuld met prachtige Gründerzeit-gebouwen, waarvan sommige vandaag de dag nog steeds te bewonderen zijn, terwijl nieuwe financiële instellingen fondsen en deposito’s verzamelden om te investeren in effecten en bedrijfsaandelen.

Maar soepele boekhoudkundige normen leidden uiteindelijk tot een ramp voor de nieuwe financiële ondernemingen. De makkelijk te verkrijgen bankkredieten leidden tot een oververhitte economie en voedden een gevaarlijke speculatieve zeepbel. Die zeepbel spatte uiteen toen de Weense beurs instortte op de ‘zwarte vrijdag’ van 9 mei 1873, enkele dagen nadat de Österreichische Creditanstalt – de belangrijkste bank in het Oostenrijks-Hongaarse rijk – een zeer grote effectenportefeuille had afgestoten na geruchten over een dreigende ineenstorting van de aandelenmarkt. Binnen een jaar was bijna een vijfde van de 843 nieuwe naamloze vennootschappen die sinds 1870 in Duitsland waren opgericht, failliet. Die zomer bereikte de faillissementsgolf de Verenigde Staten en luidde zij een langdurige wereldwijde economische malaise in.

Natuurlijk zijn er cruciale verschillen tussen de huidige financiële paniek en de Gründerkrach van 1873. De huidige bankencrisis werd niet veroorzaakt door irrationele marktexuberantie, maar door de sterke stijging van de rente het afgelopen jaar. Een decennium lang dreef de ongekende expansie van de geldhoeveelheid na de wereldwijde financiële crisis van 2008 de langetermijnrente naar een historisch dieptepunt, wat fantastische waardestijgingen op bestaande activa genereerde, waaronder langlopende staatsobligaties die eerder tegen een hogere nominale rente waren uitgegeven. Maar de daaropvolgende inflatiegolf leidde tot een agressieve monetaire verkrapping, waardoor langlopende effecten instortten en de SVB failliet ging. Een paar dagen later volgden de Amerikaanse Signature Bank en Credit Suisse, een van de grootste banken in Europa, zo niet ter wereld.

Toch zijn er duidelijke parallellen tussen beide crises als het gaat om de boekhoudregels voor de financiële sector. Vóór de crisis van 1873 stonden Duitstalige landen bedrijven toe om beleggingen in hun boeken te waarderen tegen de prijs waarvoor ze op de open markt zouden worden verkocht.

Deze waarderingsmethode (tegenwoordig bekend als mark-to-market of fair-value accounting) maakt de balansen volatiel en versterkt boom-bust cycli. Tijdens een opleving stijgt de waarde van de activa van bedrijven, wat leidt tot een grotere kredietwaardigheid. Dit stelt financiële ondernemingen op hun beurt in staat te lenen en deposito’s aan te trekken. Wanneer de zeepbel echter barst, keren de waarden van de activa terug naar het normale niveau. De ups en downs ondermijnen bedrijven systematisch, waardoor holle hulzen achterblijven, beroofd van hun activa door dividenduitkeringen die voortvloeien uit louter herwaarderingswinsten.

https://prosyn.org/4nXWfzznl