NEW YORK – Nu de schok van de overwinning van Donald Trump begint door te dringen, denken deskundigen en politici na over wat dit betekent voor de toekomst van de Verenigde Staten en de wereldpolitiek. Het is cruciaal voor de Democraten om te begrijpen waarom zo’n verdeeldheid zaaiende, ongekwalificeerde figuur opnieuw heeft gewonnen. Zijn ze te ver naar links gegaan en hebben ze de gematigde Amerikanen, die een meerderheid vormen, verloren? Of heeft het centristische neoliberalisme – dat door Democratische presidenten sinds Bill Clinton wordt nagestreefd – gefaald en zo een vraag naar verandering gecreëerd?
Voor mij is het antwoord duidelijk: veertig jaar neoliberalisme heeft de VS ongekende ongelijkheid opgeleverd, stagnatie in het midden van het inkomensspectrum (en erger voor degenen daaronder), en een dalende gemiddelde levensverwachting (benadrukt door de toenemende ‘sterfgevallen uit wanhoop’). De Amerikaanse Droom wordt om zeep geholpen en hoewel president Joe Biden en vicepresident Kamala Harris zich distantieerden van het neoliberalisme met hun omarming van industrieel beleid, bleven ze als vertegenwoordigers van het mainstream establishment geassocieerd met de erfenis ervan.
De economie van het moment was belangrijk, maar de maandelijkse werkgelegenheids- en inflatie-indicatoren moeten in een bredere historische context worden gezien. Zoals de regering-Biden aan de vooravond van de verkiezingen benadrukte, ziet de economie er sterk uit, vooral in vergelijking met andere landen in de G7. Maar dit was niet goed genoeg. De Amerikanen zijn niet vergeten dat de Democraten de financiële sector de vrije teugel lieten (Clinton) en vervolgens de banken redden, terwijl huiseigenaren en arbeiders die hun baan verloren in de Grote Recessie de kosten moesten dragen (Barack Obama). Bovendien was het Clinton die de mondialisering ontketende, stilzwijgend gelovend in een trickle-down economie die uiteindelijk iedereen ten goede zou komen. Het enige echte verschil tussen de Democraten en de Republikeinen op dit punt is dat de Democraten beweerden de pijn te voelen van degenen die het onderspit moesten delven.
De tragedie is dat de Amerikanen meer lijken te hebben gestemd voor louter ontwrichting dan voor iets anders. Gestalkt door economische onzekerheid en het spookbeeld van neerwaartse sociale mobiliteit, stemden tientallen miljoenen Amerikanen op Trump als een manier om ‘het establishment een hak te zetten’ en omdat velen lijken te geloven dat hij achter hen staat.
Dat doet hij niet. De eerste termijn van Trump en zijn verkiezingscampagne voor 2024 hebben overduidelijk gemaakt dat hij niet van plan is om het soort beleid te voeren dat gewone Amerikanen nodig hebben. Hij is voorstander van belastingverlagingen voor miljardairs en bedrijven, het beëindigen van de Affordable Care Act (Obamacare) en ingrijpende importtarieven, die in feite een belasting zijn voor Amerikaanse consumenten en bedrijven. Hoogstwaarschijnlijk zullen de tarieven doorspekt zijn met corrupte uitzonderingen, gekocht met campagnebijdragen; en in elk geval zullen ze zeker vergeldingsmaatregelen en een verlies van Amerikaanse banen uitlokken.
Trump zal ook enorme begrotingstekorten genereren, wat zal leiden tot hoge rentetarieven en minder investeringen in de toekomst van Amerika. Als hij en de Republikeinen in het Congres doorgaan met het intrekken van de Inflation Reduction Act (die bepalingen bevat om de prijzen van medicijnen op recept te verlagen) en Obamacare, zullen Amerikanen minder toegang hebben tot medische zorg en hun kosten zien stijgen.
Access every new PS commentary, our entire On Point suite of subscriber-exclusive content – including Longer Reads, Insider Interviews, Big Picture/Big Question, and Say More – and the full PS archive.
Subscribe Now
Dit alles is erger dan het neoliberalisme, dat tenminste nog voorwendde om competitieve, onvervalste markten te bevorderen. Trumponomics is ersatz-kapitalisme, gerund voor en door de machtigen, en volgens het principe dat geld boven alles gaat. De Amerikanen, zo lijkt het, hebben het vertrouwen in hun instellingen verloren en het geloof dat de overheid voor hen zal werken. Het is het voorspelbare resultaat van 45 jaar Republikeins (en neoliberaal Democratisch) campagne voeren, te beginnen met Ronald Reagans beroemde kwinkslag dat ‘de negen meest angstaanjagende woorden in de Engelse taal zijn: “Ik ben van de overheid en ik ben hier om te helpen”’.
De cultuuroorlogen speelden ook een grote rol bij de overwinning van Trump. Zijn campagne droeg met succes de boodschap uit dat de Democraten geobsedeerd zijn door geslacht, ras en andere sociale kwesties, in een tijd waarin de meeste Amerikanen gewoon proberen rond te komen. Veel kiezers concludeerden dat Trump het tempo van de desoriënterende veranderingen die lang gevestigde sociale hiërarchieën en rollen hebben uitgedaagd, zou omkeren of op zijn minst vertragen.
Net als nationalisten overal ter wereld geeft Trump de schuld van de problemen van Amerika aan krachten van buitenaf, van de immigratie tot ‘oneerlijke’ handel. Maar hoewel het waar is dat met geen van beide kwesties heel goed is omgesprongen, zouden de door hem voorgestelde oplossingen desastreus zijn voor de Amerikaanse economie en de wereld. Het is onduidelijk in hoeverre zijn kiezers dit begrepen. De meesten lijken te zijn aangetrokken door het politieke theater. Ze wilden een boodschap van ontevredenheid afgeven en dat hebben ze nu gedaan.
Voor de Democraten zou die boodschap duidelijk moeten zijn: laat het neoliberalisme vallen en keer terug naar de progressieve wortels van de presidentschappen van Franklin D. Roosevelt en Lyndon B. Johnson. De partij moet met een nieuwe visie komen op een samenleving die iedereen onderwijs en kansen biedt; waar markten competitief zijn om betere producten te maken die de levensstandaard verhogen, in plaats van steeds betere manieren te bedenken om werknemers, klanten en het milieu uit te buiten; waar we erkennen dat we het industriële tijdperk achter ons hebben gelaten en zijn overgestapt op een economie die draait om diensten, kennis, innovatie en zorg. Een nieuwe economie heeft nieuwe regels en nieuwe rollen voor de overheid nodig.
Er is een groot verschil tussen deze nieuwe visie en de aanpassingen die de Harris-campagne bood (een beetje meer geld voor onderwijs hier, en een paar dollar om huizenkopers te helpen daar). Het zal niet makkelijk zijn om een robuust programma op te stellen en het zou nog moeilijker zijn om het uit te voeren. Maar de toekomst van Amerika hangt af van de vraag of het lukt.
To have unlimited access to our content including in-depth commentaries, book reviews, exclusive interviews, PS OnPoint and PS The Big Picture, please subscribe
The geostrategic shock that has accompanied Donald Trump’s return to the White House is the functional equivalent of a full-blown crisis. It is likely to have a lasting impact on the US and Chinese economies, and the contagion is almost certain to spread throughout the world through cross-border trade and capital flows.
likens Donald Trump’s reversal of America’s global leadership role to a full-blown crisis, similar to COVID-19.
Jorge Heine
urges the Organization of American States to demonstrate leadership in Haiti, shows how small countries can implement a foreign policy based on active non-alignment, calls on China and Europe to diversify the global monetary system, and more.
US President Donald Trump’s dismantling of America’s foreign-aid program may be the wake-up call African leaders need. If necessity is the mother of invention, the end of USAID could galvanize African governments to confront their countries’ challenges head-on.
sees opportunities to promote local growth following a massive reduction in foreign aid.
NEW YORK – Nu de schok van de overwinning van Donald Trump begint door te dringen, denken deskundigen en politici na over wat dit betekent voor de toekomst van de Verenigde Staten en de wereldpolitiek. Het is cruciaal voor de Democraten om te begrijpen waarom zo’n verdeeldheid zaaiende, ongekwalificeerde figuur opnieuw heeft gewonnen. Zijn ze te ver naar links gegaan en hebben ze de gematigde Amerikanen, die een meerderheid vormen, verloren? Of heeft het centristische neoliberalisme – dat door Democratische presidenten sinds Bill Clinton wordt nagestreefd – gefaald en zo een vraag naar verandering gecreëerd?
Voor mij is het antwoord duidelijk: veertig jaar neoliberalisme heeft de VS ongekende ongelijkheid opgeleverd, stagnatie in het midden van het inkomensspectrum (en erger voor degenen daaronder), en een dalende gemiddelde levensverwachting (benadrukt door de toenemende ‘sterfgevallen uit wanhoop’). De Amerikaanse Droom wordt om zeep geholpen en hoewel president Joe Biden en vicepresident Kamala Harris zich distantieerden van het neoliberalisme met hun omarming van industrieel beleid, bleven ze als vertegenwoordigers van het mainstream establishment geassocieerd met de erfenis ervan.
De economie van het moment was belangrijk, maar de maandelijkse werkgelegenheids- en inflatie-indicatoren moeten in een bredere historische context worden gezien. Zoals de regering-Biden aan de vooravond van de verkiezingen benadrukte, ziet de economie er sterk uit, vooral in vergelijking met andere landen in de G7. Maar dit was niet goed genoeg. De Amerikanen zijn niet vergeten dat de Democraten de financiële sector de vrije teugel lieten (Clinton) en vervolgens de banken redden, terwijl huiseigenaren en arbeiders die hun baan verloren in de Grote Recessie de kosten moesten dragen (Barack Obama). Bovendien was het Clinton die de mondialisering ontketende, stilzwijgend gelovend in een trickle-down economie die uiteindelijk iedereen ten goede zou komen. Het enige echte verschil tussen de Democraten en de Republikeinen op dit punt is dat de Democraten beweerden de pijn te voelen van degenen die het onderspit moesten delven.
De tragedie is dat de Amerikanen meer lijken te hebben gestemd voor louter ontwrichting dan voor iets anders. Gestalkt door economische onzekerheid en het spookbeeld van neerwaartse sociale mobiliteit, stemden tientallen miljoenen Amerikanen op Trump als een manier om ‘het establishment een hak te zetten’ en omdat velen lijken te geloven dat hij achter hen staat.
Dat doet hij niet. De eerste termijn van Trump en zijn verkiezingscampagne voor 2024 hebben overduidelijk gemaakt dat hij niet van plan is om het soort beleid te voeren dat gewone Amerikanen nodig hebben. Hij is voorstander van belastingverlagingen voor miljardairs en bedrijven, het beëindigen van de Affordable Care Act (Obamacare) en ingrijpende importtarieven, die in feite een belasting zijn voor Amerikaanse consumenten en bedrijven. Hoogstwaarschijnlijk zullen de tarieven doorspekt zijn met corrupte uitzonderingen, gekocht met campagnebijdragen; en in elk geval zullen ze zeker vergeldingsmaatregelen en een verlies van Amerikaanse banen uitlokken.
Trump zal ook enorme begrotingstekorten genereren, wat zal leiden tot hoge rentetarieven en minder investeringen in de toekomst van Amerika. Als hij en de Republikeinen in het Congres doorgaan met het intrekken van de Inflation Reduction Act (die bepalingen bevat om de prijzen van medicijnen op recept te verlagen) en Obamacare, zullen Amerikanen minder toegang hebben tot medische zorg en hun kosten zien stijgen.
Introductory Offer: Save 30% on PS Digital
Access every new PS commentary, our entire On Point suite of subscriber-exclusive content – including Longer Reads, Insider Interviews, Big Picture/Big Question, and Say More – and the full PS archive.
Subscribe Now
Dit alles is erger dan het neoliberalisme, dat tenminste nog voorwendde om competitieve, onvervalste markten te bevorderen. Trumponomics is ersatz-kapitalisme, gerund voor en door de machtigen, en volgens het principe dat geld boven alles gaat. De Amerikanen, zo lijkt het, hebben het vertrouwen in hun instellingen verloren en het geloof dat de overheid voor hen zal werken. Het is het voorspelbare resultaat van 45 jaar Republikeins (en neoliberaal Democratisch) campagne voeren, te beginnen met Ronald Reagans beroemde kwinkslag dat ‘de negen meest angstaanjagende woorden in de Engelse taal zijn: “Ik ben van de overheid en ik ben hier om te helpen”’.
De cultuuroorlogen speelden ook een grote rol bij de overwinning van Trump. Zijn campagne droeg met succes de boodschap uit dat de Democraten geobsedeerd zijn door geslacht, ras en andere sociale kwesties, in een tijd waarin de meeste Amerikanen gewoon proberen rond te komen. Veel kiezers concludeerden dat Trump het tempo van de desoriënterende veranderingen die lang gevestigde sociale hiërarchieën en rollen hebben uitgedaagd, zou omkeren of op zijn minst vertragen.
Net als nationalisten overal ter wereld geeft Trump de schuld van de problemen van Amerika aan krachten van buitenaf, van de immigratie tot ‘oneerlijke’ handel. Maar hoewel het waar is dat met geen van beide kwesties heel goed is omgesprongen, zouden de door hem voorgestelde oplossingen desastreus zijn voor de Amerikaanse economie en de wereld. Het is onduidelijk in hoeverre zijn kiezers dit begrepen. De meesten lijken te zijn aangetrokken door het politieke theater. Ze wilden een boodschap van ontevredenheid afgeven en dat hebben ze nu gedaan.
Voor de Democraten zou die boodschap duidelijk moeten zijn: laat het neoliberalisme vallen en keer terug naar de progressieve wortels van de presidentschappen van Franklin D. Roosevelt en Lyndon B. Johnson. De partij moet met een nieuwe visie komen op een samenleving die iedereen onderwijs en kansen biedt; waar markten competitief zijn om betere producten te maken die de levensstandaard verhogen, in plaats van steeds betere manieren te bedenken om werknemers, klanten en het milieu uit te buiten; waar we erkennen dat we het industriële tijdperk achter ons hebben gelaten en zijn overgestapt op een economie die draait om diensten, kennis, innovatie en zorg. Een nieuwe economie heeft nieuwe regels en nieuwe rollen voor de overheid nodig.
Er is een groot verschil tussen deze nieuwe visie en de aanpassingen die de Harris-campagne bood (een beetje meer geld voor onderwijs hier, en een paar dollar om huizenkopers te helpen daar). Het zal niet makkelijk zijn om een robuust programma op te stellen en het zou nog moeilijker zijn om het uit te voeren. Maar de toekomst van Amerika hangt af van de vraag of het lukt.
Vertaling: Menno Grootveld