LONDEN – Terwijl kinderen in heel Europa en de Verenigde Staten aan een nieuw schooljaar beginnen, maken regeringen in de hele wereld zich op voor hun eigen grote onderwijsmoment. Op de Transforming Education Summit van de Verenigde Naties (16-19 september) hebben zij de kans om een mondiale leercrisis aan te pakken die nog is verergerd door de COVID-19-pandemie, en door de toenemende armoede en ondervoeding onder kinderen.
Zij moeten beginnen met zich in te zetten voor een oude zaak met een dringende nieuwe weerklank: de verstrekking van gratis schoolmaaltijden aan kinderen die anders te hongerig zouden zijn om te leren.
Door de sluiting van scholen als gevolg van de pandemie zijn honderden miljoenen kinderen van hun leermogelijkheden beroofd. Armere landen sloten hun klaslokalen langer dan rijkere landen, waarbij in grote delen van Afrika, Zuid-Azië en Latijns-Amerika één tot twee hele schooljaren verloren gingen. En zowel in rijke als in arme landen waren de mogelijkheden om op afstand te leren sterk in het voordeel van kinderen uit rijkere gezinnen.
Nu de scholen weer opengaan, komt de omvang van het leerverlies als gevolg van de sluiting van scholen volledig aan het licht, evenals bewijzen voor groeiende ongelijkheden. Gegevens uit armere landen wijzen op een verwoestende daling ten opzichte van de toch al erbarmelijke niveaus. De Wereldbank schat dat het percentage tienjarigen dat niet in staat is een eenvoudig verhaal te lezen, is gestegen van 57 procent vóór de pandemie naar ruim zeventig procent nu. Uit een recent onderzoek in Malawi is gebleken dat zeven maanden schoolsluiting heeft geleid tot een verlies van ruim twee jaar basiskennis, waarbij kinderen begrippen zijn vergeten die zij vóór de lockdown hadden geleerd.
Miljoenen kinderen keren nu terug naar school met de drievoudige last van verloren gegane leerstof, toegenomen armoede en ondervoeding. De honger nam al toe voordat de invasie van Rusland in Oekraïne een inflatoire wending gaf aan de wereldwijde voedselcrisis. Als we de regionale schattingen van de Voedsel- en Landbouworganisatie toepassen op Afrika bezuiden de Sahara en Zuid-Azië, blijkt dat in 2021 179 miljoen schoolgaande kinderen honger hebben geleden – een stijging met 35 miljoen ten opzichte van 2020. In Afrika zou bijna een kwart van de schoolgaande kinderen ondervoed zijn.
Deze crisis beperkt zich ook niet tot het Mondiale Zuiden. In de VS is het aantal kinderen dat leeft in huishoudens die moeite hebben om voedsel op tafel te krijgen, dramatisch gestegen ten opzichte van de periode vóór de pandemie, van twaalf miljoen naar achttien miljoen. In het Verenigd Koninkrijk is het debat over de kosten van levensonderhoud vooral gericht geweest op de energieprijzen. Maar de inflatie van de voedselprijzen heeft ook de inkomens van de huishoudens onder druk gezet en meer kinderen honger doen lijden. Het percentage kinderen dat in voedselonzekere gezinnen leeft, is alleen al in het eerste kwartaal van 2022 in het Verenigd Koninkrijk gestegen van twaalf tot naar zeventien procent, zo blijkt uit onderzoek van de Food Foundation. Nu de verwarmingsrekeningen en de voedselkosten stijgen, wordt het VK geconfronteerd met een herfsthongercrisis onder kinderen.
At a time of escalating global turmoil, there is an urgent need for incisive, informed analysis of the issues and questions driving the news – just what PS has always provided.
Subscribe to Digital or Digital Plus now to secure your discount.
Subscribe Now
Voor zowel arme als rijke landen vormt ondervoeding nu een formidabele – en snel groter wordende – barrière voor herstel in het leren. Zoals elke ouder en leerkracht weet, hebben hongerige kinderen het moeilijk om te leren. Zij lopen een grotere kans voortijdig van school te gaan, hun mogelijkheden worden minder goed benut en zij lopen een groter risico om levenslang in een vicieuze cirkel van ontbering terecht te komen.
Er is echter een tegengif. Goed opgezette en goed gefinancierde gratis schoolvoedselprogrammaʼs kunnen kinderen beschermen tegen honger en zo de voordelen van onderwijs vrijmaken. Er is overweldigend bewijs dat schoolvoeding de aanwezigheid op school kan vergroten, het aantal vroegtijdige schoolverlaters kan terugdringen en de leerprestaties kan verbeteren, met name voor de armste kinderen. Uit een evaluatie van het programma in Ghana bleek dat de gemiddelde leerresultaten over de hele linie stegen, waarbij kinderen die in extreme armoede leven de grootste winst boekten – het equivalent van negen maanden scholing.
De voordelen van effectieve schoolvoedselprogrammaʼs reiken verder dan onderwijs en strekken zich uit over verschillende generaties. Indiaʼs Midday Meal programma (MDM) – ʼs werelds grootste schoolvoedselprogramma – heeft het leerniveau verhoogd, deels door prikkels te creëren om meisjes in het onderwijs te houden. Recent bewijsmateriaal heeft aangetoond dat meisjes die onder de MDM vielen ook later trouwden en later kinderen kregen, meer gebruik maakten van gezondheidsdiensten, en kinderen kregen die minder kans hadden op ondervoeding.
Vóór de COVID-19-pandemie hadden veel ontwikkelingslanden de schoolvoedselprogrammaʼs uitgebreid, zij het vanuit een lage uitgangspositie. In Afrika, waar ongeveer een kwart van de kinderen onder dergelijke programmaʼs viel, hadden de regeringen ambitieuze plannen goedgekeurd om de toegang uit te breiden. Helaas zijn veel van deze plannen nu op de lange baan geschoven, omdat de onhoudbare schuldenlast, de tragere groei en de verminderde inkomsten de begrotingsruimte van de overheden hebben verkleind, waardoor de steun voor kinderen in een tijd van wanhopige nood is verzwakt.
De rijkere landen konden hun schoolvoedselprogrammaʼs gebruiken om kwetsbare kinderen tijdens de pandemie te beschermen. Voor het eerst in de 75-jarige geschiedenis werd het National School Lunch Program in de VS beschikbaar gesteld voor alle kinderen, zonder middelentoets. En in het Verenigd Koninkrijk heeft de voetballer Marcus Rashford een onwillige regering overgehaald om tijdens de schoolvakanties maaltijdsteun te verlenen. Helaas worden deze concessies nu afgezwakt of ingetrokken, terwijl de honger juist toeneemt.
Wat nu nodig is, is een wereldwijde beweging voor schoolmaaltijden. Op de Transforming Education Summit van deze maand zouden regeringen zich moeten vastleggen op het doel van universele verstrekking van gratis schoolmaaltijden.
Voor de armste landen is internationale steun nodig om dit doel te bereiken. De School Meals Coalition schat dat 5,8 miljard dollar per jaar nodig zal zijn om de programmaʼs die door COVID-19 zijn ontwricht, te herstellen en de verstrekking uit te breiden tot nog eens 73 miljoen kinderen. De top biedt regeringen, hulpdonoren, de Wereldbank en andere multilaterale ontwikkelingsbanken de gelegenheid aan te geven hoe zij de financieringstekorten zullen opvullen. Zij zouden om te beginnen het voorstel van de voormalige Britse premier Gordon Brown voor een nieuwe financieringsfaciliteit voor onderwijs moeten steunen.
Maar deze top moet er óók zijn voor schoolkinderen die kwetsbaar zijn voor honger in rijke landen. Het Childrenʼs Defense Fund heeft de regering van de Amerikaanse president Joe Biden opgeroepen het voorbeeld van Californië te volgen en universele gratis schoolmaaltijden in te voeren – een kans die zij met de nieuwe Inflation Reduction Act heeft laten lopen. In het Verenigd Koninkrijk heeft geen van de kandidaten om Boris Johnson op te volgen als premier honger onder kinderen als prioriteit genoemd, laat staan een agenda opgesteld voor het uitbreiden van schoolvoeding. Dit ondanks het feit dat een op de drie Britse kinderen in de schoolgaande leeftijd die in armoede leven – achthonderdduizend kinderen – ook geen toegang hebben tot gratis schoolmaaltijden.
Regeringen en NGOʼs die deelnemen aan de Transforming Education Summit zijn aangemoedigd om ʻzich het onderwijs opnieuw te verbeelden.ʼ Bij gebrek aan duidelijke doelstellingen, een levensvatbare strategie en een gevoel van een collectief doel, lijkt dit op een uitnodiging voor de zoveelste praatclub.
De aanwezigen kunnen ʻzich opnieuw verbeeldenʼ wat ze willen. Wat kinderen nodig hebben en waar ze recht op hebben, is doortastende praktische actie en adequate financiering om honger te verlichten en leren mogelijk te maken. Iets minder dan dat zou een aanfluiting zijn.
To have unlimited access to our content including in-depth commentaries, book reviews, exclusive interviews, PS OnPoint and PS The Big Picture, please subscribe
According to the incoming chair of US President Donald Trump’s
Council of Economic Advisers, America runs large trade deficits and
struggles to compete in manufacturing because foreign demand for US
financial assets has made the dollar too strong. It is not a persuasive
argument.
is unpersuaded by the argument made by presidential advisers for unilaterally restructuring global trade.
By launching new trade wars and ordering the creation of a Bitcoin reserve, Donald Trump is assuming that US trade partners will pay any price to maintain access to the American market. But if he is wrong about that, the dominance of the US dollar, and all the advantages it confers, could be lost indefinitely.
doubts the US administration can preserve the greenback’s status while pursuing its trade and crypto policies.
Diane Coyle
suggests ways to account for “free” digital services in economic frameworks, considers how to prevent the emergence of AI monopolies, warns that cutting funding for basic research is tantamount to destroying the US economy’s foundations, and more.
LONDEN – Terwijl kinderen in heel Europa en de Verenigde Staten aan een nieuw schooljaar beginnen, maken regeringen in de hele wereld zich op voor hun eigen grote onderwijsmoment. Op de Transforming Education Summit van de Verenigde Naties (16-19 september) hebben zij de kans om een mondiale leercrisis aan te pakken die nog is verergerd door de COVID-19-pandemie, en door de toenemende armoede en ondervoeding onder kinderen.
Zij moeten beginnen met zich in te zetten voor een oude zaak met een dringende nieuwe weerklank: de verstrekking van gratis schoolmaaltijden aan kinderen die anders te hongerig zouden zijn om te leren.
Door de sluiting van scholen als gevolg van de pandemie zijn honderden miljoenen kinderen van hun leermogelijkheden beroofd. Armere landen sloten hun klaslokalen langer dan rijkere landen, waarbij in grote delen van Afrika, Zuid-Azië en Latijns-Amerika één tot twee hele schooljaren verloren gingen. En zowel in rijke als in arme landen waren de mogelijkheden om op afstand te leren sterk in het voordeel van kinderen uit rijkere gezinnen.
Nu de scholen weer opengaan, komt de omvang van het leerverlies als gevolg van de sluiting van scholen volledig aan het licht, evenals bewijzen voor groeiende ongelijkheden. Gegevens uit armere landen wijzen op een verwoestende daling ten opzichte van de toch al erbarmelijke niveaus. De Wereldbank schat dat het percentage tienjarigen dat niet in staat is een eenvoudig verhaal te lezen, is gestegen van 57 procent vóór de pandemie naar ruim zeventig procent nu. Uit een recent onderzoek in Malawi is gebleken dat zeven maanden schoolsluiting heeft geleid tot een verlies van ruim twee jaar basiskennis, waarbij kinderen begrippen zijn vergeten die zij vóór de lockdown hadden geleerd.
Miljoenen kinderen keren nu terug naar school met de drievoudige last van verloren gegane leerstof, toegenomen armoede en ondervoeding. De honger nam al toe voordat de invasie van Rusland in Oekraïne een inflatoire wending gaf aan de wereldwijde voedselcrisis. Als we de regionale schattingen van de Voedsel- en Landbouworganisatie toepassen op Afrika bezuiden de Sahara en Zuid-Azië, blijkt dat in 2021 179 miljoen schoolgaande kinderen honger hebben geleden – een stijging met 35 miljoen ten opzichte van 2020. In Afrika zou bijna een kwart van de schoolgaande kinderen ondervoed zijn.
Deze crisis beperkt zich ook niet tot het Mondiale Zuiden. In de VS is het aantal kinderen dat leeft in huishoudens die moeite hebben om voedsel op tafel te krijgen, dramatisch gestegen ten opzichte van de periode vóór de pandemie, van twaalf miljoen naar achttien miljoen. In het Verenigd Koninkrijk is het debat over de kosten van levensonderhoud vooral gericht geweest op de energieprijzen. Maar de inflatie van de voedselprijzen heeft ook de inkomens van de huishoudens onder druk gezet en meer kinderen honger doen lijden. Het percentage kinderen dat in voedselonzekere gezinnen leeft, is alleen al in het eerste kwartaal van 2022 in het Verenigd Koninkrijk gestegen van twaalf tot naar zeventien procent, zo blijkt uit onderzoek van de Food Foundation. Nu de verwarmingsrekeningen en de voedselkosten stijgen, wordt het VK geconfronteerd met een herfsthongercrisis onder kinderen.
Winter Sale: Save 40% on a new PS subscription
At a time of escalating global turmoil, there is an urgent need for incisive, informed analysis of the issues and questions driving the news – just what PS has always provided.
Subscribe to Digital or Digital Plus now to secure your discount.
Subscribe Now
Voor zowel arme als rijke landen vormt ondervoeding nu een formidabele – en snel groter wordende – barrière voor herstel in het leren. Zoals elke ouder en leerkracht weet, hebben hongerige kinderen het moeilijk om te leren. Zij lopen een grotere kans voortijdig van school te gaan, hun mogelijkheden worden minder goed benut en zij lopen een groter risico om levenslang in een vicieuze cirkel van ontbering terecht te komen.
Er is echter een tegengif. Goed opgezette en goed gefinancierde gratis schoolvoedselprogrammaʼs kunnen kinderen beschermen tegen honger en zo de voordelen van onderwijs vrijmaken. Er is overweldigend bewijs dat schoolvoeding de aanwezigheid op school kan vergroten, het aantal vroegtijdige schoolverlaters kan terugdringen en de leerprestaties kan verbeteren, met name voor de armste kinderen. Uit een evaluatie van het programma in Ghana bleek dat de gemiddelde leerresultaten over de hele linie stegen, waarbij kinderen die in extreme armoede leven de grootste winst boekten – het equivalent van negen maanden scholing.
De voordelen van effectieve schoolvoedselprogrammaʼs reiken verder dan onderwijs en strekken zich uit over verschillende generaties. Indiaʼs Midday Meal programma (MDM) – ʼs werelds grootste schoolvoedselprogramma – heeft het leerniveau verhoogd, deels door prikkels te creëren om meisjes in het onderwijs te houden. Recent bewijsmateriaal heeft aangetoond dat meisjes die onder de MDM vielen ook later trouwden en later kinderen kregen, meer gebruik maakten van gezondheidsdiensten, en kinderen kregen die minder kans hadden op ondervoeding.
Vóór de COVID-19-pandemie hadden veel ontwikkelingslanden de schoolvoedselprogrammaʼs uitgebreid, zij het vanuit een lage uitgangspositie. In Afrika, waar ongeveer een kwart van de kinderen onder dergelijke programmaʼs viel, hadden de regeringen ambitieuze plannen goedgekeurd om de toegang uit te breiden. Helaas zijn veel van deze plannen nu op de lange baan geschoven, omdat de onhoudbare schuldenlast, de tragere groei en de verminderde inkomsten de begrotingsruimte van de overheden hebben verkleind, waardoor de steun voor kinderen in een tijd van wanhopige nood is verzwakt.
De rijkere landen konden hun schoolvoedselprogrammaʼs gebruiken om kwetsbare kinderen tijdens de pandemie te beschermen. Voor het eerst in de 75-jarige geschiedenis werd het National School Lunch Program in de VS beschikbaar gesteld voor alle kinderen, zonder middelentoets. En in het Verenigd Koninkrijk heeft de voetballer Marcus Rashford een onwillige regering overgehaald om tijdens de schoolvakanties maaltijdsteun te verlenen. Helaas worden deze concessies nu afgezwakt of ingetrokken, terwijl de honger juist toeneemt.
Wat nu nodig is, is een wereldwijde beweging voor schoolmaaltijden. Op de Transforming Education Summit van deze maand zouden regeringen zich moeten vastleggen op het doel van universele verstrekking van gratis schoolmaaltijden.
Voor de armste landen is internationale steun nodig om dit doel te bereiken. De School Meals Coalition schat dat 5,8 miljard dollar per jaar nodig zal zijn om de programmaʼs die door COVID-19 zijn ontwricht, te herstellen en de verstrekking uit te breiden tot nog eens 73 miljoen kinderen. De top biedt regeringen, hulpdonoren, de Wereldbank en andere multilaterale ontwikkelingsbanken de gelegenheid aan te geven hoe zij de financieringstekorten zullen opvullen. Zij zouden om te beginnen het voorstel van de voormalige Britse premier Gordon Brown voor een nieuwe financieringsfaciliteit voor onderwijs moeten steunen.
Maar deze top moet er óók zijn voor schoolkinderen die kwetsbaar zijn voor honger in rijke landen. Het Childrenʼs Defense Fund heeft de regering van de Amerikaanse president Joe Biden opgeroepen het voorbeeld van Californië te volgen en universele gratis schoolmaaltijden in te voeren – een kans die zij met de nieuwe Inflation Reduction Act heeft laten lopen. In het Verenigd Koninkrijk heeft geen van de kandidaten om Boris Johnson op te volgen als premier honger onder kinderen als prioriteit genoemd, laat staan een agenda opgesteld voor het uitbreiden van schoolvoeding. Dit ondanks het feit dat een op de drie Britse kinderen in de schoolgaande leeftijd die in armoede leven – achthonderdduizend kinderen – ook geen toegang hebben tot gratis schoolmaaltijden.
Regeringen en NGOʼs die deelnemen aan de Transforming Education Summit zijn aangemoedigd om ʻzich het onderwijs opnieuw te verbeelden.ʼ Bij gebrek aan duidelijke doelstellingen, een levensvatbare strategie en een gevoel van een collectief doel, lijkt dit op een uitnodiging voor de zoveelste praatclub.
De aanwezigen kunnen ʻzich opnieuw verbeeldenʼ wat ze willen. Wat kinderen nodig hebben en waar ze recht op hebben, is doortastende praktische actie en adequate financiering om honger te verlichten en leren mogelijk te maken. Iets minder dan dat zou een aanfluiting zijn.
Vertaling: Menno Grootveld