ABU DHABI – De recordgroei van hernieuwbare energiebronnen, goed voor ruim tachtig procent van alle nieuwe stroomopwekkingscapaciteit vorig jaar, is het duidelijkste teken tot nu toe dat de energietransitie op gang komt. Recente gebeurtenissen hebben echter aangetoond dat het loskoppelen van het huidige energiesysteem, voordat we een voldoende robuust alternatief hebben gebouwd, zowel de economische als de klimatologische vooruitgang in het gedrang brengt – en de vraag doet rijzen of we kunnen zorgen voor een rechtvaardige transitie die billijk is voor iedereen.
Een succesvolle energietransitie moet gebaseerd zijn op vooruitgang voor de economie en het klimaat tegelijkertijd. Zij moet gebaseerd zijn op wetenschappelijke, economische en technische feiten, rekening houden met de talrijke dilemmaʼs en moeilijke afwegingen, en de toepassing van praktische oplossingen versnellen. En daarvoor hebben we een inclusieve aanpak nodig die gebruik maakt van de ervaring van alle sectoren van de samenleving en, wat cruciaal is, de energiesector niet uitsluit.
De wereld had al te kampen met een ernstig knelpunt in de energievoorziening toen de economieën begonnen bij te komen van de COVID-19-pandemie. Het conflict tussen Rusland en Oekraïne maakte een krappe markt vervolgens nog krapper en dwong landen om hun dringende strategische energiebehoeften op de korte termijn opnieuw te evalueren. De boodschap voor overheden moet dus duidelijk zijn: een beleid dat erop gericht is te snel van koolwaterstoffen af te stappen, zonder adequate levensvatbare alternatieven, is contraproductief. Het zal de energiezekerheid ondermijnen, de economische stabiliteit uithollen en minder inkomsten beschikbaar laten voor investeringen in de energietransitie.
Wat nodig is, is een realistische nieuwe strategie die praktisch, groeibevorderend en klimaatvriendelijk is. Deze strategie moet rekening houden met de complexiteit van energie- en industriële systemen, en met het feit dat de vereiste omschakeling kolossaal is, en meer afstemming en samenwerking vereist op alle gebieden, van kapitaaltoewijzing tot productontwerp, overheidsbeleid en gedragsverandering. Dit betekent dat eerst de vraagzijde van het energiesysteem onder de loep moet worden genomen. Wind- en zonne-energie maken grote vorderingen, maar de meeste energie wordt gebruikt in de zware industrie, de be- en verwerkende industrie, de bouw, het vervoer en de landbouw. Deze moeilijker in te dammen sectoren hebben het grootste effect op het klimaat en vergen dus meer investeringen, en wel nu meteen.
Terwijl de investeringen in hernieuwbare energie vorig jaar wereldwijd ruim 365 miljard dollar bedroegen, kwamen de gecombineerde investeringen in energieopslag, koolstofafvang en de waterstofwaardeketen uit op slechts twaalf miljard dollar. Dat is bij lange na niet genoeg. De energietransitie zal de komende dertig jaar naar schatting ruim 250 biljoen dollar aan investeringen vergen. Het is duidelijk dat geen enkel land, laat staan een enkel bedrijf, deze rekening kan betalen.
Maar financiering is niet het enige probleem. Energietransities kosten tijd. Hoewel wind- en zonne-energie in 2021 goed waren voor het overgrote deel van alle nieuwe stroomopwekkingscapaciteit, maken zij nog steeds slechts vier procent uit van de huidige energiemix. Aangezien de energiebehoeften van de wereld steeds groter worden, zullen olie en gas nog decennialang een belangrijk deel van de mix moeten blijven uitmaken om de mondiale energiezekerheid te kunnen handhaven.
Daarom moeten we nu méér doen om de impact van olie en gas op het klimaat te beperken. Producenten, overheden en de particuliere sector moeten samenwerken om ervoor te zorgen dat elke nieuwe productie-eenheid minder koolstofintensief is dan de vorige. Dat vergt een ondersteunend fiscaal beleid door middel van belastingprikkels, operationele efficiëntie door middel van technologie, grotere inspanningen om de uitstoot van methaan en het affakkelen te verminderen, en aanzienlijk meer investeringen in technologieën voor het afvangen van koolstof.
Deze realiteiten vormen de leidraad voor de aanpak van de Verenigde Arabische Emiraten met betrekking tot de energietransitie, die inhoudt dat wij vandaag in de wereldwijde behoeften blijven voorzien en tegelijkertijd investeren in de nieuwe energiesystemen van morgen. De VAE beschikken over drie van de grootste zelfstandige zonnecentrales ter wereld, hebben geïnvesteerd in hernieuwbare-energieprojecten in ruim veertig ontwikkelde en ontwikkelingslanden, en zijn van plan de hernieuwbare-energieportefeuille tegen 2030 tot honderd gigawatt uit te breiden. Wij hebben ook in kernenergie geïnvesteerd en leggen de basis voor de waterstofwaardeketen, die essentieel is om tot een netto-nuluitstoot te komen.
De VAE blijven een betrouwbare leverancier van olie en gas die tot de minst koolstofintensieve ter wereld behoren, en wij zullen de intensiteit daarvan vóór het einde van dit decennium met nog eens 25 procent verminderen. En als het eerste land in het Midden-Oosten en Noord-Afrika dat een strategisch initiatief heeft aangekondigd om in 2050 netto koolstofvrij te zijn, pakken wij onze economie sector voor sector aan. We hebben het eerste koolstofopvangprogramma op industriële schaal in de regio opgezet, en alle elektriciteit die door onze nationale oliemaatschappij wordt verbruikt, is nu afkomstig van koolstofvrije kernenergie en zonne-energie.
Nu de klimaatconferentie van de Verenigde Naties (COP27) van dit jaar nadert en de VAE zich voorbereiden op de rol van gastheer voor COP28 in 2023, moeten we ons richten op praktische oplossingen voor het trilemma van een toegankelijke, betaalbare en duurzame energievoorziening. Als het COP-proces de beloften van het verdrag van Parijs wil waarmaken, hebben we een inclusieve dialoog nodig over het raamwerk voor een realistische energietransitie. Deze dialoog moet iedereen aan tafel brengen, van overheden en het maatschappelijk middenveld tot wetenschappers en de particuliere sector. Er moeten professionals uit de hele energiesector bij worden betrokken, omdat een rationele discussie over de praktische aspecten van een energietransitie die de uitstoot vermindert zonder de economische vooruitgang te belemmeren, anders niet mogelijk is.
Maar laten we niet wachten om dit gesprek aan te gaan. Als we de beloften van het verdrag van Parijs willen nakomen, moeten we nú resultaten boeken voor het klimaat en de economie. Ons uiteindelijke doel moet zijn om de uitstoot, en niet de vooruitgang, te beperken.
Vertaling: Menno Grootveld
ABU DHABI – De recordgroei van hernieuwbare energiebronnen, goed voor ruim tachtig procent van alle nieuwe stroomopwekkingscapaciteit vorig jaar, is het duidelijkste teken tot nu toe dat de energietransitie op gang komt. Recente gebeurtenissen hebben echter aangetoond dat het loskoppelen van het huidige energiesysteem, voordat we een voldoende robuust alternatief hebben gebouwd, zowel de economische als de klimatologische vooruitgang in het gedrang brengt – en de vraag doet rijzen of we kunnen zorgen voor een rechtvaardige transitie die billijk is voor iedereen.
Een succesvolle energietransitie moet gebaseerd zijn op vooruitgang voor de economie en het klimaat tegelijkertijd. Zij moet gebaseerd zijn op wetenschappelijke, economische en technische feiten, rekening houden met de talrijke dilemmaʼs en moeilijke afwegingen, en de toepassing van praktische oplossingen versnellen. En daarvoor hebben we een inclusieve aanpak nodig die gebruik maakt van de ervaring van alle sectoren van de samenleving en, wat cruciaal is, de energiesector niet uitsluit.
De wereld had al te kampen met een ernstig knelpunt in de energievoorziening toen de economieën begonnen bij te komen van de COVID-19-pandemie. Het conflict tussen Rusland en Oekraïne maakte een krappe markt vervolgens nog krapper en dwong landen om hun dringende strategische energiebehoeften op de korte termijn opnieuw te evalueren. De boodschap voor overheden moet dus duidelijk zijn: een beleid dat erop gericht is te snel van koolwaterstoffen af te stappen, zonder adequate levensvatbare alternatieven, is contraproductief. Het zal de energiezekerheid ondermijnen, de economische stabiliteit uithollen en minder inkomsten beschikbaar laten voor investeringen in de energietransitie.
Wat nodig is, is een realistische nieuwe strategie die praktisch, groeibevorderend en klimaatvriendelijk is. Deze strategie moet rekening houden met de complexiteit van energie- en industriële systemen, en met het feit dat de vereiste omschakeling kolossaal is, en meer afstemming en samenwerking vereist op alle gebieden, van kapitaaltoewijzing tot productontwerp, overheidsbeleid en gedragsverandering. Dit betekent dat eerst de vraagzijde van het energiesysteem onder de loep moet worden genomen. Wind- en zonne-energie maken grote vorderingen, maar de meeste energie wordt gebruikt in de zware industrie, de be- en verwerkende industrie, de bouw, het vervoer en de landbouw. Deze moeilijker in te dammen sectoren hebben het grootste effect op het klimaat en vergen dus meer investeringen, en wel nu meteen.
Terwijl de investeringen in hernieuwbare energie vorig jaar wereldwijd ruim 365 miljard dollar bedroegen, kwamen de gecombineerde investeringen in energieopslag, koolstofafvang en de waterstofwaardeketen uit op slechts twaalf miljard dollar. Dat is bij lange na niet genoeg. De energietransitie zal de komende dertig jaar naar schatting ruim 250 biljoen dollar aan investeringen vergen. Het is duidelijk dat geen enkel land, laat staan een enkel bedrijf, deze rekening kan betalen.
Maar financiering is niet het enige probleem. Energietransities kosten tijd. Hoewel wind- en zonne-energie in 2021 goed waren voor het overgrote deel van alle nieuwe stroomopwekkingscapaciteit, maken zij nog steeds slechts vier procent uit van de huidige energiemix. Aangezien de energiebehoeften van de wereld steeds groter worden, zullen olie en gas nog decennialang een belangrijk deel van de mix moeten blijven uitmaken om de mondiale energiezekerheid te kunnen handhaven.
BLACK FRIDAY SALE: Subscribe for as little as $34.99
Subscribe now to gain access to insights and analyses from the world’s leading thinkers – starting at just $34.99 for your first year.
Subscribe Now
Daarom moeten we nu méér doen om de impact van olie en gas op het klimaat te beperken. Producenten, overheden en de particuliere sector moeten samenwerken om ervoor te zorgen dat elke nieuwe productie-eenheid minder koolstofintensief is dan de vorige. Dat vergt een ondersteunend fiscaal beleid door middel van belastingprikkels, operationele efficiëntie door middel van technologie, grotere inspanningen om de uitstoot van methaan en het affakkelen te verminderen, en aanzienlijk meer investeringen in technologieën voor het afvangen van koolstof.
Deze realiteiten vormen de leidraad voor de aanpak van de Verenigde Arabische Emiraten met betrekking tot de energietransitie, die inhoudt dat wij vandaag in de wereldwijde behoeften blijven voorzien en tegelijkertijd investeren in de nieuwe energiesystemen van morgen. De VAE beschikken over drie van de grootste zelfstandige zonnecentrales ter wereld, hebben geïnvesteerd in hernieuwbare-energieprojecten in ruim veertig ontwikkelde en ontwikkelingslanden, en zijn van plan de hernieuwbare-energieportefeuille tegen 2030 tot honderd gigawatt uit te breiden. Wij hebben ook in kernenergie geïnvesteerd en leggen de basis voor de waterstofwaardeketen, die essentieel is om tot een netto-nuluitstoot te komen.
De VAE blijven een betrouwbare leverancier van olie en gas die tot de minst koolstofintensieve ter wereld behoren, en wij zullen de intensiteit daarvan vóór het einde van dit decennium met nog eens 25 procent verminderen. En als het eerste land in het Midden-Oosten en Noord-Afrika dat een strategisch initiatief heeft aangekondigd om in 2050 netto koolstofvrij te zijn, pakken wij onze economie sector voor sector aan. We hebben het eerste koolstofopvangprogramma op industriële schaal in de regio opgezet, en alle elektriciteit die door onze nationale oliemaatschappij wordt verbruikt, is nu afkomstig van koolstofvrije kernenergie en zonne-energie.
Nu de klimaatconferentie van de Verenigde Naties (COP27) van dit jaar nadert en de VAE zich voorbereiden op de rol van gastheer voor COP28 in 2023, moeten we ons richten op praktische oplossingen voor het trilemma van een toegankelijke, betaalbare en duurzame energievoorziening. Als het COP-proces de beloften van het verdrag van Parijs wil waarmaken, hebben we een inclusieve dialoog nodig over het raamwerk voor een realistische energietransitie. Deze dialoog moet iedereen aan tafel brengen, van overheden en het maatschappelijk middenveld tot wetenschappers en de particuliere sector. Er moeten professionals uit de hele energiesector bij worden betrokken, omdat een rationele discussie over de praktische aspecten van een energietransitie die de uitstoot vermindert zonder de economische vooruitgang te belemmeren, anders niet mogelijk is.
Maar laten we niet wachten om dit gesprek aan te gaan. Als we de beloften van het verdrag van Parijs willen nakomen, moeten we nú resultaten boeken voor het klimaat en de economie. Ons uiteindelijke doel moet zijn om de uitstoot, en niet de vooruitgang, te beperken.
Vertaling: Menno Grootveld