deutz1en_ Alexis RosenfeldGetty Images_coral reef bleaching Alexis Rosenfeld/Getty Images

We moeten de financiering van biodiversiteit bevorderen

WASHINGTON, DC – Als je beleidskeuzes wilt begrijpen, wordt wel gezegd dat je ʻde geldstromen moet volgen.ʼ Geïnspireerd door dat advies hebben wij van The Nature Conservancy (in samenwerking met het Paulson Institute en het Cornell Atkinson Center for Sustainability) berekend wat het zou kosten om de biodiversiteit te behouden – de verscheidenheid en overvloed van het leven op aarde.

We ontdekten dat de wereld (sinds 2019) 124-143 miljard dollar per jaar besteedt aan economische activiteiten die de natuur ten goede komen, maar veel meer aan activiteiten die de natuur beschadigen. Om de natuur te beschermen en vervolgens te beginnen met het herstel ervan, moeten we bovendien dringend een jaarlijkse financieringskloof van 598-824 miljard dollar dichten.

Die kloof heeft verwoestende gevolgen gehad. Aan het begin van dit decennium was de wereld er niet in geslaagd ook maar één van de Aichi-doelstellingen voor 2010, ʼs werelds blauwdruk voor het behoud van de biodiversiteit, te verwezenlijken. Nu is een nieuw plan in de maak. De afgelopen twee jaar hebben wetenschappers en regeringsfunctionarissen gewerkt aan een nieuw wereldwijd raamwerk van doelstellingen voor het beheer van de natuur tot 2030, dat moet worden goedgekeurd op de volgende conferentie van het Verdrag inzake Biologische Diversiteit van de Verenigde Naties (CBD COP15) in Kunming, China, waarvan het eerste deel nu gepland is voor oktober dit jaar.

Het CBD-raamwerk zal, net als het klimaatverdrag van Parijs van 2015, de ambities van overheden duidelijk maken, duidelijke prioriteiten voor actie stellen en aangeven wat de particuliere sector moet doen om de wereldwijde doelstellingen te ondersteunen. Uit ons onderzoek blijkt echter dat de biodiversiteitscrisis alleen een halt kan worden toegeroepen als deze ambitieuze nieuwe doelstellingen worden ondersteund door even ambitieuze financieringsplannen.

In ons rapport worden diverse manieren aanbevolen om het geld te vinden dat nodig is voor de wederopbouw van een economie die de natuur ondersteunt. De financieringskloof moet van twee kanten worden gedicht – door de financiële behoeften te verminderen en de geldstromen te vergroten. In de eerste plaats moeten we economische activiteiten die de natuur actief schade toebrengen, stopzetten of anders gaan aanpakken. Overheden over de hele wereld verstrekken ongeveer 530 miljard dollar per jaar aan subsidies voor boeren, maar slechts 15 procent van deze prikkels heeft duurzame resultaten ten gevolg. Erger nog, de meeste van deze prikkels kunnen leiden tot het overmatig gebruik van kunstmest of grondherbestemming (naast vele andere perverse effecten die de natuur aantasten).

In de tweede plaats moeten we creatiever zijn in de manier waarop we nieuwe middelen genereren om de natuur te beschermen en te herstellen. We hebben ook betere regelgeving nodig om ervoor te zorgen dat er geen nettoverlies aan natuur is. Bij de aanleg van nieuwe infrastructuur voor een koolstofarme economie moeten we schade aan de natuur zoveel mogelijk vermijden en echt onvermijdelijke effecten compenseren door ecosystemen elders te herstellen of te beschermen.

BLACK FRIDAY SALE: Subscribe for as little as $34.99
BF2024-Onsite-1333x1000

BLACK FRIDAY SALE: Subscribe for as little as $34.99

Subscribe now to gain access to insights and analyses from the world’s leading thinkers – starting at just $34.99 for your first year.

Subscribe Now

In de particuliere sector is er veel ruimte voor groei op het gebied van groene financieringsinstrumenten zoals milieueffectobligaties en groene leningen met een lage rente die biodiversiteitsbevorderende initiatieven financieren. Maar om dit potentieel te kunnen benutten moeten regeringen de juiste voorwaarden scheppen voor meer particuliere investeringen, door mechanismen te ontwikkelen en af te dwingen die industrieën ertoe verplichten bij hun activiteiten en in hun toeleveringsketens de natuur naar waarde te schatten.

Ten slotte moeten we onze huidige uitgaven efficiënter inzetten. Koraalriffen, bossen, wetlands en andere ecosystemen bieden gezonde, duurzame habitats en voorzien gemeenschappen tegelijkertijd van natuurlijke waterbeheers- en kustbeschermingsdiensten. Deze ʻnatuurlijke infrastructuurʼ is soms zelfs kosteneffectiever dan ʻgrijzeʼ kunstmatige oplossingen zoals dammen en vloedkeringen.

Bescherming en herstel van natuurlijke ecosystemen zorgt niet alleen voor behoud van biodiversiteit, maar helpt ook bij de absorptie van broeikasgassen en het opbouwen van veerkracht tegen de gevolgen van klimaatverandering. De biodiversiteitscrisis is nauw verbonden met de klimaatcrisis. Natuurlijke klimaatoplossingen (behoud, herstel en beter ecosysteembeheer) kunnen in potentie een derde van de jaarlijkse emissiereducties dekken die nodig zijn om de opwarming van de aarde ruim onder de 2° Celsius te houden.

In het eerste ontwerp van het nieuwe mondiale actieplan voor biodiversiteit wordt benadrukt hoe belangrijk het is dat het jaarlijkse financieringstekort van 700 miljard dollar tegen 2030 wordt weggewerkt. Er wordt gepleit voor een vermindering met 500 miljard dollar van de schadelijke geldstromen in alle sectoren en voor het mobiliseren van nog eens 200 miljard dollar per jaar aan positieve geldstromen.

Deze financiële doelstellingen vormen een noodzakelijke tegenhanger van de doelstellingen voor sectorale duurzaamheid, waarbij landbouw, infrastructuur en financiële diensten de cruciale gebieden zijn. Doel 15 van het actieplan vraagt alle bedrijven om ʻhun afhankelijkheden van en effecten op de biodiversiteit te beoordelen en daarover verslag uit te brengen, en de negatieve effecten geleidelijk met ten minste de helft te verminderen en de positieve effecten te vergroten.ʼ

Bovendien hebben de ministers van Financiën van de G7 hun goedkeuring gehecht aan de nieuwe Taskforce on Nature-related Financial Disclosures, die veel grote financiële ondernemingen ertoe heeft aangezet hun rapportage over de gevolgen van hun activa voor de biodiversiteit aan te scherpen (vergelijkbaar met de reeds verplichte klimaatrapportage). Dit zijn allemaal stappen in de goede richting, maar de belangrijkste geldstromen moeten volledig worden afgestemd op natuurpositieve resultaten, zoals nu al gebeurt met betrekking tot het verminderen van het gebruik van fossiele brandstoffen.

Om aspiraties om te zetten in implementatie moet het nieuwe biodiversiteitsraamwerk landen ertoe verplichten nationale biodiversiteitsfinancieringsplannen te ontwikkelen om nationale financieringsgaten te identificeren en die vervolgens te dichten, alle publieke en private geldstromen op elkaar af te stemmen, en waar mogelijk bijstand te verlenen voor soortgelijke inspanningen buiten hun grenzen. Deze beleidshervormingen en de bijbehorende begrotingen zullen specifieke toewijzingen moeten omvatten voor inheemse en plaatselijke gemeenschappen die bijdragen tot de instandhouding van de biodiversiteit.

De ontwikkelingslanden zullen financiële hulp nodig hebben. Die kan worden geboden door de buitenlandse hulpstromen tegen het midden van dit decennium te verdubbelen (iets wat donorlanden in de jaren tien van deze eeuw ook daadwerkelijk hebben gedaan), en door tot 30 procent van de klimaathulp te bestemmen voor op de natuur gebaseerde oplossingen, zoals in landen als Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk al is gebeurd.

Ten slotte is actie op het thuisfront van cruciaal belang. Landen moeten in eigen land meer uitgeven om hun emissies te verminderen, veerkracht op te bouwen en de biodiversiteit te beschermen, en in het algemeen minder besteden aan activiteiten die de natuur en het klimaat schaden.

Het volgen van de geldstromen is niet langer genoeg. We moeten er actief aan werken om die geldstromen een andere bestemming te geven.

Vertaling: Menno Grootveld

https://prosyn.org/JyK9gNinl