NAIROBI – De klimaatverandering blijft Afrika teisteren, waar extreme weersomstandigheden en natuurrampen hun weerga niet kennen. Mijn eigen land, Kenia, heeft net de langste droogte ooit achter de rug, om vervolgens te maken te krijgen met verwoestende overstromingen, waarbij 289 mensen zijn omgekomen en ruim achthonderdduizend mensen zijn getroffen. Ondertussen hebben Malawi, Zambia en Zimbabwe onlangs geleden onder ernstige droogte, waardoor miljoenen mensen zijn blootgesteld aan honger, en werd de Sahel-regio getroffen door een slopende hittegolf, met ruim honderd doden in Mali als gevolg.
De klimaatverandering leidt steeds vaker tot droogte in Afrika, zodat de watervoorziening in gevaar komt. Levens en middelen van bestaan worden erdoor verwoest, de voedselproductie lamgelegd, en huizen en infrastructuur vernietigd. De klimaatverandering beïnvloedt migratiepatronen en verergert conflicten, waardoor hele bevolkingsgroepen gedwongen worden te vluchten, op zoek naar alternatieve middelen van bestaan om te overleven.
Nóg erger is dat de Afrikaanse landen rentes betalen die tot acht keer hoger zijn dan de rentes die verbonden zijn aan een doorsnee-lening van de Wereldbank, waardoor ze nog minder goed zijn toegerust om klimaatgerelateerde uitdagingen het hoofd te bieden. Deze ongelijkheid weerspiegelt een internationaal financieel systeem dat in 1945 werd opgericht, toen de meeste Afrikaanse landen nog niet bestonden, en dat nog steeds de rijke landen bevoordeelt. Veel Afrikaanse landen zitten gevangen in een voortdurende schuldencyclus, met weinig of geen begrotingsruimte voor ontwikkeling en investeringen in de beperking van of de aanpassing aan de klimaatverandering.
In feite zijn de ontwikkelingslanden nu nettobetalers in de financiële stromen van de wereldeconomie. De netto financiële overdrachten naar de ontwikkelingslanden zijn gedaald van een piek van 225 miljard dollar in 2014 naar 51 miljard dollar in 2022; en in 2023 heeft 74 miljard dollar aan rentebetalingen de landen van de Internationale Ontwikkelingsassociatie (IDA, bestaande uit de economieën met een laag inkomen en enkele economieën met een lager middeninkomen) verlaten voor de rijkere donorlanden.
Deze financiële druk belemmert de inspanningen van de Afrikaanse landen om zich niet alleen aan te passen aan de gevolgen van de klimaatverandering, maar ook om de transitie te maken naar een koolstofarme economie, om nog maar te zwijgen van de toewijzing van voldoende middelen voor onderwijs, gezondheidszorg en sociale bescherming. Daarom roept Afrika – net als de rest van de ontwikkelingslanden – op tot dringende hervormingen van de mondiale financiële architectuur.
Maar het is aan de G7 en de G20 om de noodzakelijke stappen in deze richting te zetten. Als grootaandeelhouder van de multilaterale ontwikkelingsbanken kunnen de Verenigde Staten helpen de weg te wijzen.
As the US presidential election nears, stay informed with Project Syndicate - your go-to source of expert insight and in-depth analysis of the issues, forces, and trends shaping the vote. Subscribe now and save 30% on a new Digital subscription.
Subscribe Now
Wanneer de G7 volgende maand in Apulië, Italië, bijeenkomt voor zijn vijftigste top, kunnen de leiders van de belangrijkste donorlanden hun solidariteit met Afrika betonen door toe te zeggen schuldherstructurering en -kwijtschelding te steunen, en voorzieningen te treffen voor meer ontwikkelingsfinanciering op concessionele voorwaarden en voor de langere termijn. Tijdens de top van Italië en Afrika in januari beloofde de Italiaanse premier Giorgia Meloni om Afrika’s vriend en gezant te zijn bij de G7, en we blijven erop vertrouwen dat zij en andere goedbedoelende G7-leiders de sleutels zullen leveren om de financiering te ontsluiten die Afrika nodig heeft.
Een eerlijk financieel systeem zou alle landen gelijke toegang tot financiële middelen geven. Een direct beschikbare manier om dit te doen is door speciale trekkingsrechten (SDR’s, de internationale reservemunt van het Internationaal Monetair Fonds) toe te wijzen aan de Afrikaanse Ontwikkelingsbank.
Hoewel de G20 vier jaar geleden het Common Framework for Debt Treatments (Gemeenschappelijk Kader voor Schuldafhandeling) lanceerde, blijft het tempo van de herstructurering jammerlijk achter bij de behoeften van de diverse landen. De rijke landen moeten leiderschap tonen en de financiering vrijmaken die de Afrikaanse landen nodig hebben om hun groeipotentieel te ontsluiten. Door er alleen maar over te praten bereik je niets.
Onlangs was ik gastheer van de aanvullingstop van de IDA in Nairobi, waar negentien staatshoofden en regeringsleiders van over het hele continent de schuldencrisis van Afrika bespraken, en hoe die is verergerd door klimaatgedreven kosten en de economische littekens van de COVID-19-pandemie. Iedereen was het erover eens dat de rijke landen hun verantwoordelijkheid moeten nemen en hun financiering moeten opschroeven om Afrika’s klimaat- en ontwikkelingsbehoeften te lenigen. We doen een beroep op onze vrienden – de VS, de Europese Unie, het Verenigd Koninkrijk en Japan – om te zorgen voor een gestage stroom van concessionele financiering op de lange termijn, waaronder ten minste 120 miljard dollar voor de aanvulling van IDA21, op weg naar een verdrievoudiging van het fonds tegen 2030.
In plaats van het slachtoffer te spelen, willen we graag ons steentje bijdragen om de wereld leefbaarder te maken. We nemen het voortouw en laten zien dat het mogelijk is om welvaart te bereiken zonder de planeet te vernietigen, door groene industrialisatie. Tijdens mijn staatsbezoek aan de VS zal ik duidelijk maken dat Kenia – en Afrika in het algemeen – openstaat voor zaken.
We nodigen uit tot investeringen die gebruik maken van onze immense hernieuwbare energiebronnen, onze jonge en geschoolde beroepsbevolking en ons gunstige ondernemingsklimaat. We bieden grote kansen in de kledingindustrie, landbouw, informatie- en communicatietechnologie en nog veel meer. De VS zijn al Kenia’s grootste exportmarkt, en nu we de zestigste verjaardag van de Amerikaans-Keniaanse diplomatieke betrekkingen vieren, zullen we proberen voort te bouwen op deze relatie, en de handel en duurzame ontwikkeling voor beide landen te verbeteren.
To have unlimited access to our content including in-depth commentaries, book reviews, exclusive interviews, PS OnPoint and PS The Big Picture, please subscribe
Anders Åslund
considers what the US presidential election will mean for Ukraine, says that only a humiliating loss in the war could threaten Vladimir Putin’s position, urges the EU to take additional steps to ensure a rapid and successful Ukrainian accession, and more.
NAIROBI – De klimaatverandering blijft Afrika teisteren, waar extreme weersomstandigheden en natuurrampen hun weerga niet kennen. Mijn eigen land, Kenia, heeft net de langste droogte ooit achter de rug, om vervolgens te maken te krijgen met verwoestende overstromingen, waarbij 289 mensen zijn omgekomen en ruim achthonderdduizend mensen zijn getroffen. Ondertussen hebben Malawi, Zambia en Zimbabwe onlangs geleden onder ernstige droogte, waardoor miljoenen mensen zijn blootgesteld aan honger, en werd de Sahel-regio getroffen door een slopende hittegolf, met ruim honderd doden in Mali als gevolg.
De klimaatverandering leidt steeds vaker tot droogte in Afrika, zodat de watervoorziening in gevaar komt. Levens en middelen van bestaan worden erdoor verwoest, de voedselproductie lamgelegd, en huizen en infrastructuur vernietigd. De klimaatverandering beïnvloedt migratiepatronen en verergert conflicten, waardoor hele bevolkingsgroepen gedwongen worden te vluchten, op zoek naar alternatieve middelen van bestaan om te overleven.
Nóg erger is dat de Afrikaanse landen rentes betalen die tot acht keer hoger zijn dan de rentes die verbonden zijn aan een doorsnee-lening van de Wereldbank, waardoor ze nog minder goed zijn toegerust om klimaatgerelateerde uitdagingen het hoofd te bieden. Deze ongelijkheid weerspiegelt een internationaal financieel systeem dat in 1945 werd opgericht, toen de meeste Afrikaanse landen nog niet bestonden, en dat nog steeds de rijke landen bevoordeelt. Veel Afrikaanse landen zitten gevangen in een voortdurende schuldencyclus, met weinig of geen begrotingsruimte voor ontwikkeling en investeringen in de beperking van of de aanpassing aan de klimaatverandering.
In feite zijn de ontwikkelingslanden nu nettobetalers in de financiële stromen van de wereldeconomie. De netto financiële overdrachten naar de ontwikkelingslanden zijn gedaald van een piek van 225 miljard dollar in 2014 naar 51 miljard dollar in 2022; en in 2023 heeft 74 miljard dollar aan rentebetalingen de landen van de Internationale Ontwikkelingsassociatie (IDA, bestaande uit de economieën met een laag inkomen en enkele economieën met een lager middeninkomen) verlaten voor de rijkere donorlanden.
Deze financiële druk belemmert de inspanningen van de Afrikaanse landen om zich niet alleen aan te passen aan de gevolgen van de klimaatverandering, maar ook om de transitie te maken naar een koolstofarme economie, om nog maar te zwijgen van de toewijzing van voldoende middelen voor onderwijs, gezondheidszorg en sociale bescherming. Daarom roept Afrika – net als de rest van de ontwikkelingslanden – op tot dringende hervormingen van de mondiale financiële architectuur.
Maar het is aan de G7 en de G20 om de noodzakelijke stappen in deze richting te zetten. Als grootaandeelhouder van de multilaterale ontwikkelingsbanken kunnen de Verenigde Staten helpen de weg te wijzen.
Go beyond the headlines with PS - and save 30%
As the US presidential election nears, stay informed with Project Syndicate - your go-to source of expert insight and in-depth analysis of the issues, forces, and trends shaping the vote. Subscribe now and save 30% on a new Digital subscription.
Subscribe Now
Wanneer de G7 volgende maand in Apulië, Italië, bijeenkomt voor zijn vijftigste top, kunnen de leiders van de belangrijkste donorlanden hun solidariteit met Afrika betonen door toe te zeggen schuldherstructurering en -kwijtschelding te steunen, en voorzieningen te treffen voor meer ontwikkelingsfinanciering op concessionele voorwaarden en voor de langere termijn. Tijdens de top van Italië en Afrika in januari beloofde de Italiaanse premier Giorgia Meloni om Afrika’s vriend en gezant te zijn bij de G7, en we blijven erop vertrouwen dat zij en andere goedbedoelende G7-leiders de sleutels zullen leveren om de financiering te ontsluiten die Afrika nodig heeft.
Een eerlijk financieel systeem zou alle landen gelijke toegang tot financiële middelen geven. Een direct beschikbare manier om dit te doen is door speciale trekkingsrechten (SDR’s, de internationale reservemunt van het Internationaal Monetair Fonds) toe te wijzen aan de Afrikaanse Ontwikkelingsbank.
Hoewel de G20 vier jaar geleden het Common Framework for Debt Treatments (Gemeenschappelijk Kader voor Schuldafhandeling) lanceerde, blijft het tempo van de herstructurering jammerlijk achter bij de behoeften van de diverse landen. De rijke landen moeten leiderschap tonen en de financiering vrijmaken die de Afrikaanse landen nodig hebben om hun groeipotentieel te ontsluiten. Door er alleen maar over te praten bereik je niets.
Onlangs was ik gastheer van de aanvullingstop van de IDA in Nairobi, waar negentien staatshoofden en regeringsleiders van over het hele continent de schuldencrisis van Afrika bespraken, en hoe die is verergerd door klimaatgedreven kosten en de economische littekens van de COVID-19-pandemie. Iedereen was het erover eens dat de rijke landen hun verantwoordelijkheid moeten nemen en hun financiering moeten opschroeven om Afrika’s klimaat- en ontwikkelingsbehoeften te lenigen. We doen een beroep op onze vrienden – de VS, de Europese Unie, het Verenigd Koninkrijk en Japan – om te zorgen voor een gestage stroom van concessionele financiering op de lange termijn, waaronder ten minste 120 miljard dollar voor de aanvulling van IDA21, op weg naar een verdrievoudiging van het fonds tegen 2030.
In plaats van het slachtoffer te spelen, willen we graag ons steentje bijdragen om de wereld leefbaarder te maken. We nemen het voortouw en laten zien dat het mogelijk is om welvaart te bereiken zonder de planeet te vernietigen, door groene industrialisatie. Tijdens mijn staatsbezoek aan de VS zal ik duidelijk maken dat Kenia – en Afrika in het algemeen – openstaat voor zaken.
We nodigen uit tot investeringen die gebruik maken van onze immense hernieuwbare energiebronnen, onze jonge en geschoolde beroepsbevolking en ons gunstige ondernemingsklimaat. We bieden grote kansen in de kledingindustrie, landbouw, informatie- en communicatietechnologie en nog veel meer. De VS zijn al Kenia’s grootste exportmarkt, en nu we de zestigste verjaardag van de Amerikaans-Keniaanse diplomatieke betrekkingen vieren, zullen we proberen voort te bouwen op deze relatie, en de handel en duurzame ontwikkeling voor beide landen te verbeteren.