JOHANNESBURG – Stel je voor dat er een crisis uitbreekt in je huis, werkplaats of gemeenschap. U heeft die crisis niet veroorzaakt en er evenmin van geprofiteerd. En toch draagt u het leeuwendeel van de gevolgen, terwijl degenen die de crisis wel hebben veroorzaakt en ervan hebben geprofiteerd, het probleem blijven verergeren. Voor Afrika is zoʼn flagrante onrechtvaardigheid maar al te reëel geworden.
Hoewel Afrika jaarlijks slechts 4 procent bijdraagt aan de wereldwijde uitstoot van broeikasgassen, behoort het tot de regioʼs die het meest kwetsbaar zijn voor klimaatverandering en klimaatschommelingen. Nu al ondermijnen klimaatverstoringen en -crises het menselijk welzijn en de economische ontwikkeling in ernstige mate, en watergerelateerde ontwrichtingen vormen enkele van de ernstigste risicoʼs.
Het rapport van de Intergouvernementele Werkgroep inzake Klimaatverandering van 2021 heeft bevestigd dat de opwarming van de aarde de watercyclus versterkt en versnelt. De klimaatverandering zal niet alleen ruïneuze regenval en overstromingen blijven aanwakkeren, maar zal in veel gebieden ook frequentere en extremere droogte veroorzaken. Dit betekent een verminderde toegang tot drinkwater in een regio waar één op de drie mensen nu al dagelijks met waterschaarste te kampen heeft. Het betekent ook meer honger, ondervoeding en zelfs hongersnood.
De eerste door klimaatverandering veroorzaakte hongersnood heeft zich al voorgedaan. Vorig jaar, na de ergste droogte in vier decennia, werd Madagaskar geconfronteerd met een voedselcrisis waardoor 1,3 miljoen mensen met ernstige honger werden geconfronteerd, met tienduizenden in levensbedreigende omstandigheden. Maar de benarde toestand van de bevolking van Madagaskar kreeg nauwelijks aandacht in de internationale media.
Madagaskar is niet alleen. In de Hoorn van Afrika vernietigt droogte oogsten en vee in Kenia, Somalië en Ethiopië. Als mensen thuis niet in hun basisbehoeften kunnen voorzien, zullen zij waarschijnlijk migreren op zoek naar betere omstandigheden, waardoor de economische en politieke onzekerheid nog kan toenemen, en de toekomstige welvaart in gevaar kan komen. Dit is al gebeurd in Angola, waar duizenden mensen door de aanhoudende droogte gedwongen werden hun toevlucht te zoeken in het naburige Namibië.
Maar terwijl degenen die het minst hebben geprofiteerd van de activiteiten die de klimaatverandering hebben aangewakkerd, hun huizen, gezondheid en bestaansmiddelen kunnen verliezen, hebben degenen die de grootste verantwoordelijkheid dragen voor dit resultaat bij lange na niet genoeg middelen ter beschikking gesteld om Afrika in staat te stellen zich aan te passen. In 2009 beloofden de rijke landen om tegen 2020 jaarlijks 100 miljard dollar uit te trekken om de ontwikkelingslanden te helpen de klimaatverandering het hoofd te bieden. Het leeuwendeel van die middelen ging naar maatregelen om de gevolgen van de klimaatverandering te verzachten, in plaats van naar dringend noodzakelijke aanpassingsmaatregelen. De Afrikaanse regeringen schatten dat zij tegen 2020 7,4 miljard dollar per jaar nodig zouden hebben, maar tussen 2014 en 2018 ontving Afrika minder dan 5,5 miljard dollar (ruwweg 5 dollar per persoon) per jaar, en de financiering voor aanpassing bedroeg slechts 16,5 miljard dollar – nauwelijks de helft van het totaal voor mitigatie.
De financieringsbehoeften van Afrika zijn nu veel groter – en nemen snel toe. In het laatste Adaptation Gap Report van het Milieuprogramma van de Verenigde Naties wordt geschat dat de aanpassing in de ontwikkelingslanden ongeveer zeventig miljard dollar per jaar zal kosten, met kosten die kunnen oplopen tot 140 à 300 miljard dollar in 2030 en 280 à 500 miljard dollar in 2050.
De VN-conferentie over klimaatverandering, die afgelopen november in Glasgow plaatsvond, bood Afrika enige reden tot hoop, aangezien de ontwikkelde economieën zich ertoe verbonden hun gezamenlijke financiering voor de aanpassing van de ontwikkelingslanden tegen 2025 ten minste te verdubbelen ten opzichte van het niveau van 2019. Maar zelfs als zij deze toezeggingen nakomen – wat niet zeker is – moet er meer worden gedaan om Afrika waterzekerheid te bieden.
De Afrikaanse Ontwikkelingsbank (AfDB) schat dat jaarlijks 64 miljard dollar nodig zal zijn om aan de watergerelateerde behoeften van het continent te voldoen. Momenteel wordt in Afrika jaarlijks echter slechts 10 tot 19 miljard dollar in waterinfrastructuur geïnvesteerd.
Om deze kloof te dichten hebben de leiders van de Afrikaanse Unie (AU) vorig jaar het Continental Africa Water Investment Programme (AIP) goedgekeurd, dat gericht is op versnelde investeringen in klimaatbestendige regionale, grensoverschrijdende en nationale waterinfrastructuur, zoals dammen, irrigatiesystemen, informatiesystemen voor waterbeheer en sanitaire voorzieningen. Het AIP schat dat het tegen 2030 zoʼn 30 miljard dollar aan investeringen op deze gebieden zal kunnen mobiliseren, waardoor minstens vijf miljoen banen zullen worden gecreëerd.
Bovendien heeft de Afrikaanse Raad van Ministers voor Water samen met het Ontwikkelingsprogramma van de VN, UNICEF, het Ontwikkelingsagentschap van de AU, de AfDB, het Global Center on Adaptation en het Global Water Partnership (GWP) een Panel op Hoog Niveau voor Waterinvesteringen bijeengeroepen. Tijdens zijn inaugurele vergadering in september heeft het panel een routekaart goedgekeurd voor het mobiliseren van internationale financiering voor waterinvesteringen en het versnellen van beleid om de VN-doelen voor duurzame ontwikkeling te bereiken.
Het zogenoemde WASH-initiatief (water, sanitaire voorzieningen en hygiëne), dat met steun van het GWP wordt uitgevoerd door de Ontwikkelingsgemeenschap van Zuidelijk Afrika, is ook bevorderlijk voor cruciale doelstellingen op het gebied van water. Door het installeren van voorzieningen voor het wassen van de handen bij grensposten in de gehele regio zal het initiatief de overdracht van besmettelijke ziekten helpen indammen, waardoor de intraregionale handel en de economische activiteit worden vergemakkelijkt en uiteindelijk zal worden bijgedragen aan de totstandbrenging van de African Continental Free Trade Area.
Maar zoals bij al deze initiatieven hangt het welslagen sterk af van de financiering. Daarom hebben de Afrikaanse landen en hun internationale partners de Water Investment Scorecard ontwikkeld, een gegevensgestuurde aanpak die, door de vorderingen bij te houden, zal helpen om de druk op de beleidsmakers te handhaven.
Afrika heeft de klimaatcrisis niet veroorzaakt, maar Afrikaanse leiders nemen wel het initiatief bij de ontwikkeling van strategieën om de crisis het hoofd te bieden, onder meer wat betreft de impact ervan op de waterzekerheid en de sanitaire voorzieningen op het continent. De vraag is of degenen die het meest verantwoordelijk zijn voor de klimaatverandering de daad bij het woord zullen voegen voordat het te laat is.
Vertaling: Menno Grootveld
JOHANNESBURG – Stel je voor dat er een crisis uitbreekt in je huis, werkplaats of gemeenschap. U heeft die crisis niet veroorzaakt en er evenmin van geprofiteerd. En toch draagt u het leeuwendeel van de gevolgen, terwijl degenen die de crisis wel hebben veroorzaakt en ervan hebben geprofiteerd, het probleem blijven verergeren. Voor Afrika is zoʼn flagrante onrechtvaardigheid maar al te reëel geworden.
Hoewel Afrika jaarlijks slechts 4 procent bijdraagt aan de wereldwijde uitstoot van broeikasgassen, behoort het tot de regioʼs die het meest kwetsbaar zijn voor klimaatverandering en klimaatschommelingen. Nu al ondermijnen klimaatverstoringen en -crises het menselijk welzijn en de economische ontwikkeling in ernstige mate, en watergerelateerde ontwrichtingen vormen enkele van de ernstigste risicoʼs.
Het rapport van de Intergouvernementele Werkgroep inzake Klimaatverandering van 2021 heeft bevestigd dat de opwarming van de aarde de watercyclus versterkt en versnelt. De klimaatverandering zal niet alleen ruïneuze regenval en overstromingen blijven aanwakkeren, maar zal in veel gebieden ook frequentere en extremere droogte veroorzaken. Dit betekent een verminderde toegang tot drinkwater in een regio waar één op de drie mensen nu al dagelijks met waterschaarste te kampen heeft. Het betekent ook meer honger, ondervoeding en zelfs hongersnood.
De eerste door klimaatverandering veroorzaakte hongersnood heeft zich al voorgedaan. Vorig jaar, na de ergste droogte in vier decennia, werd Madagaskar geconfronteerd met een voedselcrisis waardoor 1,3 miljoen mensen met ernstige honger werden geconfronteerd, met tienduizenden in levensbedreigende omstandigheden. Maar de benarde toestand van de bevolking van Madagaskar kreeg nauwelijks aandacht in de internationale media.
Madagaskar is niet alleen. In de Hoorn van Afrika vernietigt droogte oogsten en vee in Kenia, Somalië en Ethiopië. Als mensen thuis niet in hun basisbehoeften kunnen voorzien, zullen zij waarschijnlijk migreren op zoek naar betere omstandigheden, waardoor de economische en politieke onzekerheid nog kan toenemen, en de toekomstige welvaart in gevaar kan komen. Dit is al gebeurd in Angola, waar duizenden mensen door de aanhoudende droogte gedwongen werden hun toevlucht te zoeken in het naburige Namibië.
Maar terwijl degenen die het minst hebben geprofiteerd van de activiteiten die de klimaatverandering hebben aangewakkerd, hun huizen, gezondheid en bestaansmiddelen kunnen verliezen, hebben degenen die de grootste verantwoordelijkheid dragen voor dit resultaat bij lange na niet genoeg middelen ter beschikking gesteld om Afrika in staat te stellen zich aan te passen. In 2009 beloofden de rijke landen om tegen 2020 jaarlijks 100 miljard dollar uit te trekken om de ontwikkelingslanden te helpen de klimaatverandering het hoofd te bieden. Het leeuwendeel van die middelen ging naar maatregelen om de gevolgen van de klimaatverandering te verzachten, in plaats van naar dringend noodzakelijke aanpassingsmaatregelen. De Afrikaanse regeringen schatten dat zij tegen 2020 7,4 miljard dollar per jaar nodig zouden hebben, maar tussen 2014 en 2018 ontving Afrika minder dan 5,5 miljard dollar (ruwweg 5 dollar per persoon) per jaar, en de financiering voor aanpassing bedroeg slechts 16,5 miljard dollar – nauwelijks de helft van het totaal voor mitigatie.
BLACK FRIDAY SALE: Subscribe for as little as $34.99
Subscribe now to gain access to insights and analyses from the world’s leading thinkers – starting at just $34.99 for your first year.
Subscribe Now
De financieringsbehoeften van Afrika zijn nu veel groter – en nemen snel toe. In het laatste Adaptation Gap Report van het Milieuprogramma van de Verenigde Naties wordt geschat dat de aanpassing in de ontwikkelingslanden ongeveer zeventig miljard dollar per jaar zal kosten, met kosten die kunnen oplopen tot 140 à 300 miljard dollar in 2030 en 280 à 500 miljard dollar in 2050.
De VN-conferentie over klimaatverandering, die afgelopen november in Glasgow plaatsvond, bood Afrika enige reden tot hoop, aangezien de ontwikkelde economieën zich ertoe verbonden hun gezamenlijke financiering voor de aanpassing van de ontwikkelingslanden tegen 2025 ten minste te verdubbelen ten opzichte van het niveau van 2019. Maar zelfs als zij deze toezeggingen nakomen – wat niet zeker is – moet er meer worden gedaan om Afrika waterzekerheid te bieden.
De Afrikaanse Ontwikkelingsbank (AfDB) schat dat jaarlijks 64 miljard dollar nodig zal zijn om aan de watergerelateerde behoeften van het continent te voldoen. Momenteel wordt in Afrika jaarlijks echter slechts 10 tot 19 miljard dollar in waterinfrastructuur geïnvesteerd.
Om deze kloof te dichten hebben de leiders van de Afrikaanse Unie (AU) vorig jaar het Continental Africa Water Investment Programme (AIP) goedgekeurd, dat gericht is op versnelde investeringen in klimaatbestendige regionale, grensoverschrijdende en nationale waterinfrastructuur, zoals dammen, irrigatiesystemen, informatiesystemen voor waterbeheer en sanitaire voorzieningen. Het AIP schat dat het tegen 2030 zoʼn 30 miljard dollar aan investeringen op deze gebieden zal kunnen mobiliseren, waardoor minstens vijf miljoen banen zullen worden gecreëerd.
Bovendien heeft de Afrikaanse Raad van Ministers voor Water samen met het Ontwikkelingsprogramma van de VN, UNICEF, het Ontwikkelingsagentschap van de AU, de AfDB, het Global Center on Adaptation en het Global Water Partnership (GWP) een Panel op Hoog Niveau voor Waterinvesteringen bijeengeroepen. Tijdens zijn inaugurele vergadering in september heeft het panel een routekaart goedgekeurd voor het mobiliseren van internationale financiering voor waterinvesteringen en het versnellen van beleid om de VN-doelen voor duurzame ontwikkeling te bereiken.
Het zogenoemde WASH-initiatief (water, sanitaire voorzieningen en hygiëne), dat met steun van het GWP wordt uitgevoerd door de Ontwikkelingsgemeenschap van Zuidelijk Afrika, is ook bevorderlijk voor cruciale doelstellingen op het gebied van water. Door het installeren van voorzieningen voor het wassen van de handen bij grensposten in de gehele regio zal het initiatief de overdracht van besmettelijke ziekten helpen indammen, waardoor de intraregionale handel en de economische activiteit worden vergemakkelijkt en uiteindelijk zal worden bijgedragen aan de totstandbrenging van de African Continental Free Trade Area.
Maar zoals bij al deze initiatieven hangt het welslagen sterk af van de financiering. Daarom hebben de Afrikaanse landen en hun internationale partners de Water Investment Scorecard ontwikkeld, een gegevensgestuurde aanpak die, door de vorderingen bij te houden, zal helpen om de druk op de beleidsmakers te handhaven.
Afrika heeft de klimaatcrisis niet veroorzaakt, maar Afrikaanse leiders nemen wel het initiatief bij de ontwikkeling van strategieën om de crisis het hoofd te bieden, onder meer wat betreft de impact ervan op de waterzekerheid en de sanitaire voorzieningen op het continent. De vraag is of degenen die het meest verantwoordelijk zijn voor de klimaatverandering de daad bij het woord zullen voegen voordat het te laat is.
Vertaling: Menno Grootveld