NEW YORK – Lijden vrouwen nog steeds onder een dubbele moraal op de werkvloer als het om hun uiterlijk gaat? Of zijn we eindelijk voorbij het subtiele (en soms niet zo heel subtiele) seksisme bij het in dienst nemen en bevorderen van vrouwen, dat ik in 1991 al “de professionele schoonheidsquotiënt” heb genoemd?
Het is moeilijk te geloven dat we het hier twintig jaar later nog steeds over moeten hebben, maar dat is wel aan de orde. Als anti-feministen betogen dat er nu een “gelijk speelveld” voor vrouwen bestaat, en dat alle mogelijk verschillen tussen de seksen op het gebied van prestaties en beloningen louter de eigen keuzen van vrouwen weerspiegelen, moeten ze maar eens kijken naar wat vroeger “lookism” werd genoemd.
In een recent commentaar heef socioloog Michael Kimmel een zaak in Iowa beschreven, waarbij de 33-jarige tandtechnicus Melissa Nelson door haar mannelijke baas was ontslagen, niet omdat ze haar werk niet goed zou doen, maar omdat hij haar seksueel te aantrekkelijk vond om mee te werken, bang als hij was dat hij zijn huwelijkstrouw zou schenden. Toen Nelson hem voor het gerecht daagde, kwam de rechtbank met een weerzinwekkend vonnis – overeind gehouden door het Hooggerechtshof van Iowa – waarin zijn recht werd bevestigd om haar om deze reden te ontslaan.
Je zou kunnen betogen dat ook mannen promotie krijgen of worden 'gestraft' op basis van hun uiterlijk; economen hebben inderdaad geconstateerd dat degenen met een “bovengemiddelde” verschijning 5% méér verdienen dan hun “minder aantrekkelijke” collega's, en dat werknemers met een “benedengemiddelde” verschijning 7-9% minder verdienen dan hun “gemiddelde” collega's.
De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat er nu ook een professionele premie bestaat voor mannen die er goed uitzien. We weten allemaal dat er een reden is dat politici $400 besteden aan kappers en dat CEO's erover opscheppen hoe zij 's ochtends vroeg met persoonlijke trainers aan hun conditie werken. De nadruk die wordt gelegd op een gezond, jeugdig en professioneel uiterlijk is een teken dat erop wijst hoe mannelijke elites in een geavanceerde economie hun status aan elkaar 'communiceren'.
Maar zoals uit de Nelson-zaak blijkt, worden vrouwen niet alleen blootgesteld aan het regelrechte – en net zo belastende – “lookism” waarmee ook mannen op hun werk worden geconfronteerd.
Secure your copy of PS Quarterly: The Year Ahead 2025
Our annual flagship magazine, PS Quarterly: The Year Ahead 2025, has arrived. To gain digital access to all of the magazine’s content, and receive your print copy, subscribe to PS Digital Plus now.
Subscribe Now
Vooral jonge vrouwen lijden onder discriminatie op de werkplek als ze esthetisch “te” aantrekkelijk worden bevonden. Bij veel bedrijven worden aantrekkelijke jonge vrouwen in ondersteunende en ondergeschikte banen gemanoeuvreerd, waarin hun uiterlijk – als ze bijvoorbeeld tijdens vergaderingen koffie serveren aan mannen met een hoge status – waarde kan toevoegen aan het ”merk”, ook al wordt er geen enkele waarde toegevoegd aan hun eigen carrière.
Jonge vrouwen worden zelfs in deze in het oog springende rol van 'cheerleaders' geplaatst als hun professionele ontwikkeling er meer bij gebaat zou zijn als ze ongezien in een lab zouden kunnen werken, 's avonds laat zouden kunnen ploeteren aan een stuk tekst, of een zaal zouden kunnen toespreken vanuit een positie van gezag. Mogelijk nog ernstiger is de klap die hun vertrouwen oploopt als ze zich tussen hun twintigste en dertigste zorgen moeten maken dat ze hun (over het algemeen minimale) vooruitgang te danken hebben aan hun goede uiterlijk en niet zozeer aan hun prestaties.
Nog schadelijker is de reflex waarmee zelfs vandaag de dag westerse media nog de aandacht trachten te vestigen op de verschijning en seksualiteit van machtige vrouwen, vooral in de politiek. The Huffington Post, een voor het overige behoorlijke publicatie, bracht een verslag over de Duitse bondskanselier Angela Merkel onder de kop “Merkel’s cleavage takes center stage in German elections” (“Merkels decolleté eist alle aandacht op bij Duitse verkiezingen”), terwijl anti-Merkel bloggers het hebben over Merkels “gebrek aan aantrekkelijkheid”.
De Duitse Die Partei, opgericht door de redactie van het satirische tijdschrift Titanic, heeft deze beledigende stijlfiguur belachelijk gemaakt door een campagne te lanceren onder de slogan: “Een vrouw – jazeker! Maar aantrekkelijk”. Wijlen Christopher Hitchens maakte daarentegen helemaal geen grapjes toen hij de seksuele aantrekkingskracht van Margaret Thatcher analyseerde.
Deze aanhoudende, nogal fetisjistische seksualisering van machtige vrouwen bevestigt het betoog dat ik al ruim twintig jaar geleden in mijn boek The Beauty Myth heb gevoerd: het uiterlijk van vrouwen wordt rigoureus – als afleidingstactiek – tegen hen ingezet als er echte sociale, economische of politieke macht op het spel staat.
Het is ongetwijfeld demoraliserend en storend voor invloedrijke vrouwen om voortdurend als domme blondjes te worden behandeld, of om van de grote nieuwsmedia te horen te krijgen hoe onaantrekkelijk, oud, dik of slecht gekleed ze zijn. Dit spervuur van seksisme is de reden dat jonge vrouwen met grote leiderschapskwaliteiten dikwijls niet al te graag in de schijnwerpers treden: zij zien dit misbruik, of het nu “positief” of negatief is, als iets waarbij ze alleen maar kunnen verliezen, een probleem waarmee machtige mannen eenvoudigweg niet te maken hebben.
Noemt de financiële pers Jamie Dimon, de CEO van zakenbank JP Morgan, ooit snoezig of “pruilerig”? Worden er ooit opmerkingen gemaakt over zijn mooie haar en goed ontwikkelde buikspieren, alsof hij een mannelijk stripper is? Wordt ooit aan Ben Bernanke (de voorzitter van het stelsel van Amerikaanse centrale banken) gevraagd wat hij met die gezichtsbeharing moet (“Het is geen 1979 meer!”)? Wordt Newt Gingrich ooit door politieke verslaggevers ter verantwoording geroepen voor zijn overgewicht en slechte kledingkeuze?
Geen enkel nieuwsorgaan zou ooit dergelijke observaties afdrukken, omdat ze – als ze aan het adres van mannen zijn gericht – beledigend, ongepast persoonlijk en irrelevant lijken. Dus waarom is het nog steeds aanvaardbaar om in het openbaar commentaar te geven op het decolleté van Merkel of de enkels van Hillary Clinton?
We moeten proberen ons een wereld voor te stellen waarin de Jamie Dimons en Newt Gingriches dagelijks moeten vechten om hun focus op hun drukke werkzaamheden vast te houden, terwijl er grote hoeveelheden aandacht en commentaar worden gewijd aan hoe “hot” en goedgekleed ze zijn, of – andersom – hoe uit vorm en seksueel onaantrekkelijk ze zijn.
Veel landen hebben overheidsinstanties die erop moeten toezien dat vrouwen – en mannen – op de werkvloer niet worden gediscrimineerd op grond van hun uiterlijk. Helaas is die taak nog niet voltooid.
Maar omdat de media een belangrijke rol spelen bij het laten voortbestaan van de dubbele moraal jegens vrouwen, zal wetgeving of rechtspraak tegen dit soort intimidatie op de werkvloer niet helpen. Seksistische commentatoren moeten in de spiegel kijken, en als ze dat op een eerlijke manier doen, zullen ze niet blij zijn met wat ze zien.
To have unlimited access to our content including in-depth commentaries, book reviews, exclusive interviews, PS OnPoint and PS The Big Picture, please subscribe
Though Donald Trump attracted more support than ever from working-class voters in the 2024 US presidential election, he has long embraced an agenda that benefits the wealthiest Americans above all. During his second term, however, Trump seems committed not just to serving America’s ultra-rich, but to letting them wield state power themselves.
The reputation of China's longest-serving premier has fared far better than that of the Maoist regime he faithfully served. Zhou's political survival skills enabled him to survive many purges, and even to steer Mao away from potential disasters, but he could not escape the Chairman's cruelty, even at the end of his life.
reflects on the complicated life and legacy of the renowned diplomat who was Mao Zedong’s dutiful lieutenant.
NEW YORK – Lijden vrouwen nog steeds onder een dubbele moraal op de werkvloer als het om hun uiterlijk gaat? Of zijn we eindelijk voorbij het subtiele (en soms niet zo heel subtiele) seksisme bij het in dienst nemen en bevorderen van vrouwen, dat ik in 1991 al “de professionele schoonheidsquotiënt” heb genoemd?
Het is moeilijk te geloven dat we het hier twintig jaar later nog steeds over moeten hebben, maar dat is wel aan de orde. Als anti-feministen betogen dat er nu een “gelijk speelveld” voor vrouwen bestaat, en dat alle mogelijk verschillen tussen de seksen op het gebied van prestaties en beloningen louter de eigen keuzen van vrouwen weerspiegelen, moeten ze maar eens kijken naar wat vroeger “lookism” werd genoemd.
In een recent commentaar heef socioloog Michael Kimmel een zaak in Iowa beschreven, waarbij de 33-jarige tandtechnicus Melissa Nelson door haar mannelijke baas was ontslagen, niet omdat ze haar werk niet goed zou doen, maar omdat hij haar seksueel te aantrekkelijk vond om mee te werken, bang als hij was dat hij zijn huwelijkstrouw zou schenden. Toen Nelson hem voor het gerecht daagde, kwam de rechtbank met een weerzinwekkend vonnis – overeind gehouden door het Hooggerechtshof van Iowa – waarin zijn recht werd bevestigd om haar om deze reden te ontslaan.
Je zou kunnen betogen dat ook mannen promotie krijgen of worden 'gestraft' op basis van hun uiterlijk; economen hebben inderdaad geconstateerd dat degenen met een “bovengemiddelde” verschijning 5% méér verdienen dan hun “minder aantrekkelijke” collega's, en dat werknemers met een “benedengemiddelde” verschijning 7-9% minder verdienen dan hun “gemiddelde” collega's.
De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat er nu ook een professionele premie bestaat voor mannen die er goed uitzien. We weten allemaal dat er een reden is dat politici $400 besteden aan kappers en dat CEO's erover opscheppen hoe zij 's ochtends vroeg met persoonlijke trainers aan hun conditie werken. De nadruk die wordt gelegd op een gezond, jeugdig en professioneel uiterlijk is een teken dat erop wijst hoe mannelijke elites in een geavanceerde economie hun status aan elkaar 'communiceren'.
Maar zoals uit de Nelson-zaak blijkt, worden vrouwen niet alleen blootgesteld aan het regelrechte – en net zo belastende – “lookism” waarmee ook mannen op hun werk worden geconfronteerd.
Secure your copy of PS Quarterly: The Year Ahead 2025
Our annual flagship magazine, PS Quarterly: The Year Ahead 2025, has arrived. To gain digital access to all of the magazine’s content, and receive your print copy, subscribe to PS Digital Plus now.
Subscribe Now
Vooral jonge vrouwen lijden onder discriminatie op de werkplek als ze esthetisch “te” aantrekkelijk worden bevonden. Bij veel bedrijven worden aantrekkelijke jonge vrouwen in ondersteunende en ondergeschikte banen gemanoeuvreerd, waarin hun uiterlijk – als ze bijvoorbeeld tijdens vergaderingen koffie serveren aan mannen met een hoge status – waarde kan toevoegen aan het ”merk”, ook al wordt er geen enkele waarde toegevoegd aan hun eigen carrière.
Jonge vrouwen worden zelfs in deze in het oog springende rol van 'cheerleaders' geplaatst als hun professionele ontwikkeling er meer bij gebaat zou zijn als ze ongezien in een lab zouden kunnen werken, 's avonds laat zouden kunnen ploeteren aan een stuk tekst, of een zaal zouden kunnen toespreken vanuit een positie van gezag. Mogelijk nog ernstiger is de klap die hun vertrouwen oploopt als ze zich tussen hun twintigste en dertigste zorgen moeten maken dat ze hun (over het algemeen minimale) vooruitgang te danken hebben aan hun goede uiterlijk en niet zozeer aan hun prestaties.
Nog schadelijker is de reflex waarmee zelfs vandaag de dag westerse media nog de aandacht trachten te vestigen op de verschijning en seksualiteit van machtige vrouwen, vooral in de politiek. The Huffington Post, een voor het overige behoorlijke publicatie, bracht een verslag over de Duitse bondskanselier Angela Merkel onder de kop “Merkel’s cleavage takes center stage in German elections” (“Merkels decolleté eist alle aandacht op bij Duitse verkiezingen”), terwijl anti-Merkel bloggers het hebben over Merkels “gebrek aan aantrekkelijkheid”.
De Duitse Die Partei, opgericht door de redactie van het satirische tijdschrift Titanic, heeft deze beledigende stijlfiguur belachelijk gemaakt door een campagne te lanceren onder de slogan: “Een vrouw – jazeker! Maar aantrekkelijk”. Wijlen Christopher Hitchens maakte daarentegen helemaal geen grapjes toen hij de seksuele aantrekkingskracht van Margaret Thatcher analyseerde.
Deze aanhoudende, nogal fetisjistische seksualisering van machtige vrouwen bevestigt het betoog dat ik al ruim twintig jaar geleden in mijn boek The Beauty Myth heb gevoerd: het uiterlijk van vrouwen wordt rigoureus – als afleidingstactiek – tegen hen ingezet als er echte sociale, economische of politieke macht op het spel staat.
Het is ongetwijfeld demoraliserend en storend voor invloedrijke vrouwen om voortdurend als domme blondjes te worden behandeld, of om van de grote nieuwsmedia te horen te krijgen hoe onaantrekkelijk, oud, dik of slecht gekleed ze zijn. Dit spervuur van seksisme is de reden dat jonge vrouwen met grote leiderschapskwaliteiten dikwijls niet al te graag in de schijnwerpers treden: zij zien dit misbruik, of het nu “positief” of negatief is, als iets waarbij ze alleen maar kunnen verliezen, een probleem waarmee machtige mannen eenvoudigweg niet te maken hebben.
Noemt de financiële pers Jamie Dimon, de CEO van zakenbank JP Morgan, ooit snoezig of “pruilerig”? Worden er ooit opmerkingen gemaakt over zijn mooie haar en goed ontwikkelde buikspieren, alsof hij een mannelijk stripper is? Wordt ooit aan Ben Bernanke (de voorzitter van het stelsel van Amerikaanse centrale banken) gevraagd wat hij met die gezichtsbeharing moet (“Het is geen 1979 meer!”)? Wordt Newt Gingrich ooit door politieke verslaggevers ter verantwoording geroepen voor zijn overgewicht en slechte kledingkeuze?
Geen enkel nieuwsorgaan zou ooit dergelijke observaties afdrukken, omdat ze – als ze aan het adres van mannen zijn gericht – beledigend, ongepast persoonlijk en irrelevant lijken. Dus waarom is het nog steeds aanvaardbaar om in het openbaar commentaar te geven op het decolleté van Merkel of de enkels van Hillary Clinton?
We moeten proberen ons een wereld voor te stellen waarin de Jamie Dimons en Newt Gingriches dagelijks moeten vechten om hun focus op hun drukke werkzaamheden vast te houden, terwijl er grote hoeveelheden aandacht en commentaar worden gewijd aan hoe “hot” en goedgekleed ze zijn, of – andersom – hoe uit vorm en seksueel onaantrekkelijk ze zijn.
Veel landen hebben overheidsinstanties die erop moeten toezien dat vrouwen – en mannen – op de werkvloer niet worden gediscrimineerd op grond van hun uiterlijk. Helaas is die taak nog niet voltooid.
Maar omdat de media een belangrijke rol spelen bij het laten voortbestaan van de dubbele moraal jegens vrouwen, zal wetgeving of rechtspraak tegen dit soort intimidatie op de werkvloer niet helpen. Seksistische commentatoren moeten in de spiegel kijken, en als ze dat op een eerlijke manier doen, zullen ze niet blij zijn met wat ze zien.
Vertaling: Menno Grootveld