shiller128_Drew AngererGetty Images_NYSEUSstockmarket Drew Angerer/Getty Images

De onbegrijpelijke bewegingen van de aandelenmarkt tijdens de pandemie

NEW HAVEN – De bewegingen van de aandelenmarkten tijdens de coronavirus-pandemie, met name in de Verenigde Staten, lijken iedere logica te tarten. Hoe kan het dat de aandelenkoersen overeind blijven nu de instortende vraag de investeringen en de werkgelegenheid onderuithaalt?

Hoe meer de economische ʻfundamentalsʼ en de marktbewegingen uiteenlopen, des te dieper het mysterie wordt, totdat je mogelijke verklaringen overweegt die zijn gebaseerd op massapsychologie, het viraal gaan van ideeën en de dynamiek van narratieve epidemieën. Bewegingen op de aandelenmarkt worden immers grotendeels gestuurd door de inschatting door beleggers van de reacties van andere beleggers op het nieuws, en niet zozeer door het nieuws zelf.

Dat komt doordat de meeste mensen niet weten hoe ze het belang van het economische of wetenschappelijke nieuws moeten beoordelen. Vooral als het wantrouwen in de nieuwsmedia groot is, hebben ze de neiging om zich te verlaten op de manier waarop mensen die zij kennen op het nieuws reageren. Dit evaluatieproces kost tijd, wat de reden is dat de aandelenmarkten niet plotseling en volledig op het nieuws reageren, zoals de conventionele theorie suggereert. Het nieuws leidt tot een nieuwe trend op de markten, maar is voldoende dubbelzinnig om ervoor te zorgen dat het meeste ʻslimme' geld moeite heeft om hiervan te profiteren.

Het is uiteraard lastig om erachter te komen wat de drijvende krachten achter de aandelenmarkten zijn, maar we kunnen daar op basis van de beschikbare informatie wel achteraf het een en ander over zeggen.

Er zijn drie afzonderlijke fasen van de marktontwikkeling in de VS: de stijging van de koersen op de S&P 500-index met 3% vanaf het begin van de coronavirus-crisis, op 30 januari, tot 19 februari; de koersdaling van 34% vanaf die datum tot 23 maart; en de stijging van 42% van 23 maart tot op heden. Ieder van deze fasen geeft blijk van een raadselachtig verband met het nieuws, doordat de vertraagde marktreactie wordt gefilterd door de reacties en verhalen van beleggers.

De eerste fase begon toen de Wereldgezondheidsorganisatie het nieuwe coronavirus op 30 januari tot ʻeen noodtoestand op het gebied van de volksgezondheid van internationale zorgʼ bestempelde. De daaropvolgende twintig dagen steeg de S&P 500 met 3%, om op 19 februari het hoogste peil ooit te bereiken. Waarom zouden beleggers aandelen hun hoogste waardering ooit geven, pal na de aankondiging van een mogelijke mondiale tragedie? De rente daalde in deze periode niet. Waarom ʻvoorspeldeʼ de aandelenmarkt de komende recessie niet door te kelderen voordat de inzinking begon?

Secure your copy of PS Quarterly: The Year Ahead 2025
PS_YA25-Onsite_1333x1000

Secure your copy of PS Quarterly: The Year Ahead 2025

Our annual flagship magazine, PS Quarterly: The Year Ahead 2025, has arrived. To gain digital access to all of the magazine’s content, and receive your print copy, subscribe to PS Digital Plus now.

Subscribe Now

Eén veronderstelling luidt dat de pandemie geen gewone gebeurtenis was, en dat de meeste beleggers er begin februari niet van overtuigd waren dat andere beleggers en consumenten ook maar enige aandacht aan dit soort dingen schonken, totdat ze een bredere reactie op het nieuws en in de marktprijzen waarnamen. Hun gebrek aan ervaring met dit soort calamiteiten sinds de griep-pandemie van 1918-1920 betekende dat er geen statistische analyse was van de invloed op de markten van dergelijke gebeurtenissen. De aanvang van de lockdown in China eind januari kreeg maar weinig aandacht in de wereldpers. De ziekte die door het nieuwe coronavirus werd veroorzaakt had niet eens een naam tot 11 februari, toen de WHO haar COVID-19 noemde.

In de weken vóór 9 februari vervaagde de publieke aandacht voor ʻoudeʼ problemen als de opwarming van de aarde, seculiere stagnatie en buitensporige schulden. Het impeachment-proces tegen president Donald Trump, dat op 5 februari ten einde kwam, domineerde nog steeds de krantenkoppen in de VS, en veel politici achtten het blijkbaar nog altijd contraproductief om de alarmbel te luiden over een hypothetische nieuwe dreiging van enorme omvang.

De tweede fase begon toen de S&P 500 tussen 19 februari en 23 maart met 34% kelderde, een koersval die deed denken aan de beurskrach van 1929. Maar op 19 februari waren er nog maar een paar COVID-19-doden buiten China gerapporteerd. Het denken van beleggers tijdens die interval werd niet beïnvloed door één narratief, maar door een constellatie van verwante narratieven.

Een deel van het nieuwe nieuws was nonsens. Op 17 februari werd voor het eerst melding gemaakt van een run op toiletpapier in Hong Kong, en dat werd bij wijze van grap een zeer aanstekelijk verhaal. Het nieuws over de verspreiding van de ziekte kreeg uiteraard steeds internationalere trekjes. De WHO noemde het op 11 maart een pandemie. De internet-zoekopdrachten naar ʻpandemieʼ piekten in de week van 8 tot 14 maart, en de zoekopdrachten naar ʻcoronavirusʼ piekten in de week van 15 tot 21 maart.

Het blijkt dat mensen tijdens deze tweede fase probeerden de fundamentele feiten over deze vreemde gebeurtenissen te achterhalen. De meeste mensen slaagden er niet onmiddellijk in om grip op de zaak te krijgen, laat staan om zich voor te stellen dat anderen die de beurskoersen beïnvloedden dat wel hadden.

Naarmate de koersdalingen voortduurden verschenen er levendige verhalen over ontberingen en ontwrichtingen van het bedrijfsleven als gevolg van de lockdown. Sommige mensen in het afgesloten deel van China waren naar verluidt veroordeeld tot het eten van voorntjes en borstelwormen. In Italië deden verhalen de ronde over gezondheidszorgwerkers in veel te volle ziekenhuizen die moesten kiezen welke patiënten geholpen zouden worden. Verhalen over de Grote Depressie van de jaren dertig waren zeer populair.

Het begin van de derde fase, die begon toen de S&P 500 zijn stijging van 40% inzette, werd gemarkeerd door écht nieuws over het begrotings- en het monetaire beleid. Op 23 maart, nadat de rente al naar bijna nul procent was gezakt, kondigde de US Federal Reserve (de Fed, het federale stelsel van Amerikaanse centrale banken) een agressief programma aan voor het opzetten van innovatieve kredietfaciliteiten. Vier dagen later tekende Trump de Coronavirus Aid, Relief, and Economic Security (CARES) Act van $4bln, die een agressieve begrotingsimpuls in het vooruitzicht stelde.

Beide maatregelen, en soortgelijke acties in andere landen, vertoonden overeenkomsten met de acties die waren ondernomen om het hoofd te bieden aan de Grote Recessie, die werd gevolgd door een geleidelijke maar uiteindelijk grote stijging van de beurskoersen. De S&P 500 vijfvoudigde van het dieptepunt op 9 maart 2009 naar het record van 19 februari 2020. De meeste mensen hadden geen idee wat er in het plan van de Fed of de CARES Act stond, maar beleggers wisten zich nog wel een recent voorbeeld te herinneren waarbij dergelijke maatregelen klaarblijkelijk hadden gewerkt.

Verhalen over kleinere, maar niettemin belangrijke inzinkingen van de aandelenmarkten en een krachtig herstel daarna, waarvan sommige uit 2018, werden alom opgerakeld. Spijtbetuigingen over het feit dat er destijds, of in 2009, geen aandelen waren gekocht, kunnen aanleiding hebben gegeven tot de indruk dat de koersen in 2020 genoeg waren gezakt. Op dat moment werd de angst om mis te grijpen overheersend, waardoor het geloof van beleggers dat het veilig was om weer in de markt te stappen werd versterkt.

In alle drie de fasen van de koersontwikkeling tijdens de pandemie komen de effecten van echt nieuws duidelijk naar voren. Maar koersbewegingen zijn niet noodzakelijkerwijs een onmiddellijk, logisch antwoord daarop. In feite zijn ze dat maar zelden.

Vertaling: Menno Grootveld

https://prosyn.org/Tds3FiRnl