NEW YORK – Nog geen twaalf maanden geleden kwamen de leiders van de particuliere sector met een gevoel van optimisme op het World Economic Forum (WEF) bijeen. Er werd een reeks nieuwe toezeggingen gedaan om de strijd tegen de klimaatverandering nieuw leven in te blazen. Er werden ambitieuze doelen gesteld en gedurfde plannen aangekondigd. En toen sloeg COVID-19 toe.
Door de hevigheid en de wijdverspreide impact heeft de pandemie levens en bedrijven op een ongekende manier verstoord, omdat de wereld zich in het streven naar zelfbehoud gedwongen zag drastische maatregelen te nemen – economische lockdowns, reisbeperkingen, schoolsluitingen en nog veel meer. Te midden van zoveel menselijk leed is het een perverse ironie dat de wereldwijde uitstoot van broeikasgassen dit jaar met een recordbrekende hoeveelheid is afgenomen. We zijn nu tenminste allemaal getuige geweest van de potentiële impact van collectieve actie.
Maar we mogen tijdelijke ontwikkelingen niet als het nieuwe normaal gaan zien. Nu de COVID-19-vaccins worden uitgerold en de wereld een eerste glimp opvangt van een uitweg uit de crisis, moeten we een nieuwe koers uitzetten naar een inclusief herstel, om te voorkomen dat de wedloop om de economie weer op gang te brengen de vooruitgang die op andere fronten is geboekt – niet in de laatste plaats op het gebied van het klimaat en het milieu – zal terugdraaien.
Als dit jaar ons iets heeft laten zien, is het wel dat de gezondheid en het welzijn van mens en planeet onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. Om het hoofd te kunnen bieden aan de wereldwijde dreigingen waarmee we worden geconfronteerd is dringend en gecoördineerd optreden nodig. In plaats van als excuus te dienen om milieuverplichtingen uit te stellen, zou COVID-19 moeten onderstrepen hoe belangrijk het is dat elke organisatie – publiek en privaat – haar impact op het milieu opnieuw evalueert en haar verplichtingen herbevestigt.
We weten al lang dat de klimaatcrisis om collectieve actie vraagt. Op de VN-klimaatconferenties van Kopenhagen in 2009 en van Parijs in 2015 hebben de regeringen het standpunt terzijde geschoven dat alleen de rijke geïndustrialiseerde landen verantwoordelijk zijn voor de klimaatverandering. Hoewel deze landen natuurlijk veel meer hebben bijgedragen aan de cumulatieve uitstoot dan de ontwikkelingslanden, hebben alle ondertekenaars van het Akkoord van Parijs de collectieve verantwoordelijkheid op zich genomen om het probleem aan te pakken.
Volgens een rapport van het Pew Research Center van oktober 2020 zegt 70 procent van de mensen in veertien landen dat de klimaatverandering een grote bedreiging vormt. En toch is de vooruitgang sinds 2015 door de toenemende politieke polarisatie in veel landen tot stilstand gekomen of in het beste geval inconsistent geworden. Hoewel multilaterale benaderingen zoals het raamwerk van Parijs cruciaal blijven, is gebleken dat overheidsmaatregelen alléén niet genoeg zijn om te voorkomen dat de opwarming van de aarde meer dan 2º Celsius zal gaan bedragen (ten opzichte van het pre-industriële niveau). We hebben alternatieve manieren nodig om vooruitgang te boeken.
Jonge mensen dringen aan op stoutmoediger actie van politieke leiders op het gebied van klimaatverandering, en consumenten eisen meer transparantie van bedrijven over hun rol bij het veroorzaken van sociale en ecologische problemen en over hun inspanningen om deze problemen aan te pakken. Bedrijven en groepen van bedrijven hebben veelbelovende aspiraties geformuleerd, zoals die welke ten grondslag liggen aan de Trillion Tree Campaign van het WEF, een sectoroverschrijdende reactie op het Decade on Ecosystem Restoration-initiatief van de Verenigde Naties.
Het is nu zaak om deze initiatieven op schaal gestalte te geven. Er was sprake van een gezonde scepsis over de vraag of bedrijven hun ʻdoelstellingsʼ-manifesten kunnen en willen verwezenlijken, en over de vraag wie hen ter verantwoording zal roepen als ze dat niet doen. Maar de realiteit is dat bedrijven er niet meer mee weg kunnen komen als ze doel en winst willen ontkoppelen. Duurzaamheid is alleen haalbaar als die is ingebed in de kern van de groeistrategie van een bedrijf, in plaats van behandeld te worden als een filantropische bijkomstigheid.
De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat aandeelhouders de CEOʼs steeds meer onder druk hebben gezet om de vooruitgang op het gebied van milieu, maatschappij en bestuur te documenteren, en dat de gretigheid van bedrijven om te laten zien dat ze ʻhun steentje bijdragenʼ tot gezonde concurrentie heeft geleid, doordat bedrijven wedijveren om aan de gemeenschappelijke milieunormen te voldoen. Maar dat is niet genoeg. Bedrijven moeten over hun eigen muren heen kijken en de verantwoordelijkheid op zich nemen om anderen te overtuigen – dwars door sectoren, grenzen en achtergronden heen.
Een dergelijke betrokkenheid kan niet snel genoeg komen. Terwijl de economische activiteit in 2020 is verminderd, zijn de rampen die met het weer en het klimaat samenhangen steeds frequenter en ernstiger geworden. Volgens de National Centers for Environmental Information hebben zich in 2020 ten minste 16 weersgebeurtenissen voorgedaan die hebben geleid tot verliezen die de 1 miljard dollar overtroffen – en dat alleen al in de Verenigde Staten. Tussen 1980 en 2019 waren er gemiddeld 6,6 van zulke gebeurtenissen per jaar, maar dat aantal is in de periode 2015-ʼ19 gestegen naar 13,8 per jaar.
Echte, schaalbare klimaatactie kan uitsluitend plaatsvinden als de publieke en private sector zich scharen achter gezamenlijk uit te voeren plannen. Publiek-private partnerschappen en initiatieven, zoals geschetst in de 17e duurzame ontwikkelingsdoelstelling van de VN, hebben een hefboomwerking op cruciale beleidsveranderingen en schaalbare bedrijfsmodellen, om de ernstige wereldwijde uitdagingen aan te pakken.
Bovendien creëren deze partnerschappen hun eigen soort ʻnetwerkeffect.ʼ Inspanningen zoals het klimaatbeleid van Microsoft ter waarde van 1 miljard dollar tonen aan hoe bedrijven hun krachten kunnen bundelen om bestaande programmaʼs te ondersteunen die dringend kapitaal nodig hebben, teneinde dwars door markten heen schaalgrootte te kunnen bereiken. Een ander voorbeeld is Mastercards Priceless Planet Coalition. Dit initiatief brengt overheden, non-profit organisaties en bedrijven tezamen om 100 miljoen bomen te planten, als onderdeel van bredere herbebossingsinspanningen, en brengt het idee van samenwerking een stap verder door consumenten te helpen hun eigen impact op de uitstoot te begrijpen en hen een weg te bieden om direct betrokken te raken.
Door samen te werken kunnen we individuele inspanningen minder risicovol maken, milieunormen in de commerciële kernactiviteiten verankeren, duurzame nieuwe bedrijfsmodellen creëren en de schaalgrootte bereiken die nodig is om de toekomst van onze planeet veilig te stellen. Naast het aanbieden van onze middelen en expertise moeten we collectieve actie ondernemen om het evenwicht tussen mens en natuur te herstellen voordat het te laat is. Als we afzonderlijk van elkaar handelen, zullen we gezamenlijk mislukken.
Vertaling: Menno Grootveld
NEW YORK – Nog geen twaalf maanden geleden kwamen de leiders van de particuliere sector met een gevoel van optimisme op het World Economic Forum (WEF) bijeen. Er werd een reeks nieuwe toezeggingen gedaan om de strijd tegen de klimaatverandering nieuw leven in te blazen. Er werden ambitieuze doelen gesteld en gedurfde plannen aangekondigd. En toen sloeg COVID-19 toe.
Door de hevigheid en de wijdverspreide impact heeft de pandemie levens en bedrijven op een ongekende manier verstoord, omdat de wereld zich in het streven naar zelfbehoud gedwongen zag drastische maatregelen te nemen – economische lockdowns, reisbeperkingen, schoolsluitingen en nog veel meer. Te midden van zoveel menselijk leed is het een perverse ironie dat de wereldwijde uitstoot van broeikasgassen dit jaar met een recordbrekende hoeveelheid is afgenomen. We zijn nu tenminste allemaal getuige geweest van de potentiële impact van collectieve actie.
Maar we mogen tijdelijke ontwikkelingen niet als het nieuwe normaal gaan zien. Nu de COVID-19-vaccins worden uitgerold en de wereld een eerste glimp opvangt van een uitweg uit de crisis, moeten we een nieuwe koers uitzetten naar een inclusief herstel, om te voorkomen dat de wedloop om de economie weer op gang te brengen de vooruitgang die op andere fronten is geboekt – niet in de laatste plaats op het gebied van het klimaat en het milieu – zal terugdraaien.
Als dit jaar ons iets heeft laten zien, is het wel dat de gezondheid en het welzijn van mens en planeet onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. Om het hoofd te kunnen bieden aan de wereldwijde dreigingen waarmee we worden geconfronteerd is dringend en gecoördineerd optreden nodig. In plaats van als excuus te dienen om milieuverplichtingen uit te stellen, zou COVID-19 moeten onderstrepen hoe belangrijk het is dat elke organisatie – publiek en privaat – haar impact op het milieu opnieuw evalueert en haar verplichtingen herbevestigt.
We weten al lang dat de klimaatcrisis om collectieve actie vraagt. Op de VN-klimaatconferenties van Kopenhagen in 2009 en van Parijs in 2015 hebben de regeringen het standpunt terzijde geschoven dat alleen de rijke geïndustrialiseerde landen verantwoordelijk zijn voor de klimaatverandering. Hoewel deze landen natuurlijk veel meer hebben bijgedragen aan de cumulatieve uitstoot dan de ontwikkelingslanden, hebben alle ondertekenaars van het Akkoord van Parijs de collectieve verantwoordelijkheid op zich genomen om het probleem aan te pakken.
Volgens een rapport van het Pew Research Center van oktober 2020 zegt 70 procent van de mensen in veertien landen dat de klimaatverandering een grote bedreiging vormt. En toch is de vooruitgang sinds 2015 door de toenemende politieke polarisatie in veel landen tot stilstand gekomen of in het beste geval inconsistent geworden. Hoewel multilaterale benaderingen zoals het raamwerk van Parijs cruciaal blijven, is gebleken dat overheidsmaatregelen alléén niet genoeg zijn om te voorkomen dat de opwarming van de aarde meer dan 2º Celsius zal gaan bedragen (ten opzichte van het pre-industriële niveau). We hebben alternatieve manieren nodig om vooruitgang te boeken.
BLACK FRIDAY SALE: Subscribe for as little as $34.99
Subscribe now to gain access to insights and analyses from the world’s leading thinkers – starting at just $34.99 for your first year.
Subscribe Now
Jonge mensen dringen aan op stoutmoediger actie van politieke leiders op het gebied van klimaatverandering, en consumenten eisen meer transparantie van bedrijven over hun rol bij het veroorzaken van sociale en ecologische problemen en over hun inspanningen om deze problemen aan te pakken. Bedrijven en groepen van bedrijven hebben veelbelovende aspiraties geformuleerd, zoals die welke ten grondslag liggen aan de Trillion Tree Campaign van het WEF, een sectoroverschrijdende reactie op het Decade on Ecosystem Restoration-initiatief van de Verenigde Naties.
Het is nu zaak om deze initiatieven op schaal gestalte te geven. Er was sprake van een gezonde scepsis over de vraag of bedrijven hun ʻdoelstellingsʼ-manifesten kunnen en willen verwezenlijken, en over de vraag wie hen ter verantwoording zal roepen als ze dat niet doen. Maar de realiteit is dat bedrijven er niet meer mee weg kunnen komen als ze doel en winst willen ontkoppelen. Duurzaamheid is alleen haalbaar als die is ingebed in de kern van de groeistrategie van een bedrijf, in plaats van behandeld te worden als een filantropische bijkomstigheid.
De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat aandeelhouders de CEOʼs steeds meer onder druk hebben gezet om de vooruitgang op het gebied van milieu, maatschappij en bestuur te documenteren, en dat de gretigheid van bedrijven om te laten zien dat ze ʻhun steentje bijdragenʼ tot gezonde concurrentie heeft geleid, doordat bedrijven wedijveren om aan de gemeenschappelijke milieunormen te voldoen. Maar dat is niet genoeg. Bedrijven moeten over hun eigen muren heen kijken en de verantwoordelijkheid op zich nemen om anderen te overtuigen – dwars door sectoren, grenzen en achtergronden heen.
Een dergelijke betrokkenheid kan niet snel genoeg komen. Terwijl de economische activiteit in 2020 is verminderd, zijn de rampen die met het weer en het klimaat samenhangen steeds frequenter en ernstiger geworden. Volgens de National Centers for Environmental Information hebben zich in 2020 ten minste 16 weersgebeurtenissen voorgedaan die hebben geleid tot verliezen die de 1 miljard dollar overtroffen – en dat alleen al in de Verenigde Staten. Tussen 1980 en 2019 waren er gemiddeld 6,6 van zulke gebeurtenissen per jaar, maar dat aantal is in de periode 2015-ʼ19 gestegen naar 13,8 per jaar.
Echte, schaalbare klimaatactie kan uitsluitend plaatsvinden als de publieke en private sector zich scharen achter gezamenlijk uit te voeren plannen. Publiek-private partnerschappen en initiatieven, zoals geschetst in de 17e duurzame ontwikkelingsdoelstelling van de VN, hebben een hefboomwerking op cruciale beleidsveranderingen en schaalbare bedrijfsmodellen, om de ernstige wereldwijde uitdagingen aan te pakken.
Bovendien creëren deze partnerschappen hun eigen soort ʻnetwerkeffect.ʼ Inspanningen zoals het klimaatbeleid van Microsoft ter waarde van 1 miljard dollar tonen aan hoe bedrijven hun krachten kunnen bundelen om bestaande programmaʼs te ondersteunen die dringend kapitaal nodig hebben, teneinde dwars door markten heen schaalgrootte te kunnen bereiken. Een ander voorbeeld is Mastercards Priceless Planet Coalition. Dit initiatief brengt overheden, non-profit organisaties en bedrijven tezamen om 100 miljoen bomen te planten, als onderdeel van bredere herbebossingsinspanningen, en brengt het idee van samenwerking een stap verder door consumenten te helpen hun eigen impact op de uitstoot te begrijpen en hen een weg te bieden om direct betrokken te raken.
Door samen te werken kunnen we individuele inspanningen minder risicovol maken, milieunormen in de commerciële kernactiviteiten verankeren, duurzame nieuwe bedrijfsmodellen creëren en de schaalgrootte bereiken die nodig is om de toekomst van onze planeet veilig te stellen. Naast het aanbieden van onze middelen en expertise moeten we collectieve actie ondernemen om het evenwicht tussen mens en natuur te herstellen voordat het te laat is. Als we afzonderlijk van elkaar handelen, zullen we gezamenlijk mislukken.
Vertaling: Menno Grootveld