manlan16_Stuart Jenner  Contributor via Getty Images_female rice worker smes Stuart Jenner Contributor via Getty Images

Het inzetten van bedrijfsmiddelen voor duurzame ontwikkeling

DUBAI – De laatste duurzame ontwikkelingsdoelstelling is in sommige opzichten de belangrijkste. SDG17 erkent dat alle andere SDGʼs alleen door samenwerking kunnen worden bereikt, en omvat doelstellingen zoals het mobiliseren van financiële middelen voor ontwikkelingslanden uit verschillende bronnen en het bevorderen van partnerschappen tussen publieke, particuliere en andere belanghebbenden. Maar op minder dan acht jaar van de deadline van de SDGʼs in 2030 blijft de officiële ontwikkelingshulp het verhaal over structurele economische transformatie domineren.

In 2021 bedroeg de netto officiële ontwikkelingshulp van de leden van het Development Assistance Committee van de OESO iets minder dan 179 miljard dollar. Dat is minder dan 4,5 procent van het financieringstekort van 4,2 biljoen dollar dat nodig is om de verwezenlijking van de SDGʼs te ondersteunen. En hoewel landen in 2015, toen de SDGʼs werden aangenomen, overeenkwamen om de officiële ontwikkelingshulp tegen 2030 op te trekken tot 0,7 procent van het bruto nationaal inkomen, zijn ze nog ver van dat doel verwijderd. Ondertussen kan wereldwijd ruim honderd biljoen dollar aan beheerd vermogen worden ingezet om de ontwikkeling te versnellen.

Naast het verschil in omvang richten de publieke en de particuliere sector zich doorgaans op verschillende aspecten van het ontwikkelingscontinuüm. Zo kan de officiële ontwikkelingshulp bijvoorbeeld worden aangewend om de gezondheidsresultaten te verbeteren, terwijl investeringen eerder de groei in een bepaalde sector, zoals de landbouw, stimuleren.

Het verwezenlijken van de SDGʼs tegen 2030 is onwaarschijnlijk, maar als bedrijven hun impact op de gemeenschap herdefiniëren en verdiepen, kunnen we grote vooruitgang boeken op weg naar duurzame ontwikkeling. De sleutel tot dit proces is steun voor kleine en middelgrote ondernemingen (mkbʼs), die zowel in ontwikkelingslanden als in ontwikkelde landen werkgelegenheid genereren, de inkomensgroei stimuleren en de armoedebestrijding bevorderen. In opkomende economieën is het mkb goed voor zeven van de tien banen en draagt het formele mkb tot veertig procent van het bbp bij, en dat cijfer stijgt nog veel meer als ook de informele bedrijvigheid wordt meegerekend.

Door vrouwen geleide mkbʼs spelen een bijzonder belangrijke rol. Bedrijven als Koolboks in Nigeria en Hoa Nang in Vietnam nemen getalenteerde jongeren in dienst, helpen de genderongelijkheid te verminderen en herinvesteren de rijkdom die zij genereren in hun gemeenschap. Dergelijke bedrijven – en meer in het algemeen het mkb – vormen de ruggengraat van duurzame en veerkrachtige ontwikkeling, zijn geworteld in hun gemeenschappen en bieden ruime mogelijkheden voor aansluiting op wereldwijde waardeketens. Door talent aan te trekken en innovatieve oplossingen voor bestaande problemen te bedenken, kunnen bedrijven die klein beginnen uitgroeien tot dynamische en invloedrijke economische actoren die meer welvaart voor gemeenschappen creëren, niet in de laatste plaats door meer werknemers betere werkgelegenheidskansen te bieden.

In dit verband zij erop gewezen dat er tegen 2030 naar schatting vijfhonderd miljoen banen nodig zullen zijn om de groeiende wereldbevolking op te vangen. Maar om zoveel banen te creëren, heeft het mkb kapitaal nodig om te groeien en veerkrachtiger te worden. Momenteel hebben zij vaak moeite om toegang te krijgen tot financiering.

PS Events: Climate Week NYC 2024
image (24)

PS Events: Climate Week NYC 2024

Project Syndicate is returning to Climate Week NYC with an even more expansive program. Join us live on September 22 as we welcome speakers from around the world at our studio in Manhattan to address critical dimensions of the climate debate.

Register Now

Hier is een rol weggelegd voor de officiële ontwikkelingshulp. Maar donorregeringen over de hele wereld worden geconfronteerd met steeds zwaardere fiscale tegenwind in de nasleep van de COVID-19-pandemie en, meer recent, de energie- en voedselcrises als gevolg van de oorlog in Oekraïne. De particuliere sector moet het voortouw nemen bij het verstrekken van de nodige financiering.

Dit impliceert een paradigmaverschuiving, waarbij de toewijzing van kapitaal (en hulp) de ontwikkeling stuurt door investeringen in werkgelegenheid en het scheppen van welvaart. Bijzondere aandacht moet worden besteed aan door vrouwen geleide bedrijven, die momenteel veertig procent van het mkb in Afrika uitmaken, maar slechts één procent van de risicokapitaalfondsen ontvangen.

Op dit gebied wordt al enige vooruitgang geboekt. Zo investeert het in Nigeria gevestigde Aruwa Capital Management, opgericht en geleid door vrouwen, in snelgroeiende bedrijven die essentiële goederen en diensten leveren aan de ʻvrouwelijke economie,ʼ of in bedrijven die zijn opgericht of mede zijn opgericht door vrouwen, of beschikken over teams met genderdiversiteit. En het Corporate Impact Investing Initiative kan meer kapitaal vrijmaken voor kleine en middelgrote ondernemingen, met name die welke door vrouwen worden geleid.

Dergelijke inspanningen kunnen bijdragen tot een nieuwe generatie ʻNana Benzʼ-vrouwen – die van 1976 tot 1984 ten minste veertig procent van de informele bedrijven in Togo controleerden – maar dan op veel grotere schaal. Investeringen in het mkb op snelgroeiende markten, zoals de Afrikaanse continentale vrijhandelszone, zullen het tempo van de transformatie versnellen.

Dit is geen liefdadigheid; dergelijke investeringen zullen grote financiële opbrengsten opleveren. Uit studies blijkt dat doelgerichte bedrijven beter presteren dan hun concurrenten, niet in het minst omdat jongeren – die in overgrote meerderheid geloven dat sociale kwesties, van raciale rechtvaardigheid tot het milieu, de besluitvorming van bedrijven moeten bepalen – hen eerder zullen steunen.

Tegelijkertijd moeten we erkennen dat de meest winstgevende investeringen vaak langetermijn – en zelfs intergenerationele – aangelegenheden zijn. De vruchten ervan plukken we misschien niet meer tijdens ons leven, maar we moeten ze toch cultiveren om onze nakomelingen te voeden en de kiem te leggen voor toekomstige welvaart.

Vertaling: Menno Grootveld

https://prosyn.org/PkM30Pvnl