WASHINGTON, DC – Als een land zijn belastinginkomsten in één jaar weet te verviervoudigen, is het tijd om op te gaan letten. Die inkomstenstijging wist Ghana tussen 2010 en 2011 te bewerkstelligen, dankzij de revenuen uit zijn bodemschatten.
Ghana is niet het enige land. De stijgende belastinginkomsten in de ontwikkelingslanden weerspiegelen niet alleen de hogere grondstoffenprijzen, maar ook de internationale regels die de financiële transparantie hebben verbeterd in de olie-, gas- en mijnbouwsectoren, waardoor de mogelijkheden voor belastingontduiking aanzienlijk zijn afgenomen. Zulke regels stonden ook hoog op de agenda van de recente G-8 top in Noord-Ierland. Het is belangrijk om deze inspanningen te waarderen – en om nog méér te eisen.
De internationale grondstoffenmarkten staan onder druk. Sinds 2000 zijn de prijzen fors gestegen. De groei van de vraag werd slechts korte tijd onderbroken door de financiële crisis van 2008. Een duidelijk gevolg is de extreme volatiliteit van de prijzen. Tegelijkertijd zijn de prikkels toegenomen om illegale markten te betreden: ruwweg 20% van de wereldmarkt voor coltan – een edelmetaal dat wordt gebruikt in mobiele telefoons – bestaat uit illegale handel.
Méér financiële transparantie is een belangrijke stap op weg naar beter functionerende markten en een goed bestuur in landen die rijk zijn aan grondstoffen, want dit leidt tot minder corruptie, fraude en belastingontduiking, en tot een grotere participatie van het publiek en sterkere democratische instellingen. Bovendien kunnen eerlijke contracten de inkomens voor de producentenlanden stabiliseren. Een robuuste ontginningsindustrie en investeringen in duurzame ontwikkeling zouden de economische vooruitzichten voor de ongeveer honderd ontwikkelingslanden met veel grondstoffen en hun grofweg 3,5 miljard inwoners een enorme impuls geven.
Het is indrukwekkend wat er tot nu toe al is bereikt. Het Extractive Industries Transparency Initiative (EITI, Transparantie-initiatief voor de Ontginningsindustrie) heeft bijvoorbeeld onlangs zijn mondiale normen aangescherpt, door de openbaarmaking te eisen van overheidsinkomsten en door bedrijven verrichte betalingen. Momenteel voldoen 23 landen aan deze eisen, waaronder Azerbeidzjan, Ghana, Irak, Nigeria en Noorwegen; het lidmaatschap van de landen die niet aan de eisen voldoen is opgeschort. De gerapporteerde betalingen bedragen in totaal zo'n $1 bln.
Ook Sectie 1504 van de Amerikaanse Dodd-Frank Act uit 2010 bevat regels over de transparantie in de ontginningsindustrie. Bedrijven die zich bezighouden met de commerciële winning van olie, aardgas of mineralen moeten jaarlijkse rapporten aanbieden aan de Amerikaanse beurswaakhond, de Securities and Exchange Commission (SEC), waarin de betalingen aan regeringen staan weergegeven.
Secure your copy of PS Quarterly: The Year Ahead 2025
Our annual flagship magazine, PS Quarterly: The Year Ahead 2025, is almost here. To gain digital access to all of the magazine’s content, and receive your print copy, subscribe to PS Premium now.
Subscribe Now
Onlangs nog keurde het Europees Parlement ambitieuze nieuwe transparantieregels goed voor de ontginningsindustrie (inclusief de bosbouwsector).
Nu de OESO en het Internationale Monetaire Fonds, samen met veel NGO's en bedrijven, zulke regels steunen, is het onwaarschijnlijk dat de tegenstanders – zoals het American Petroleum Institute, dat een rechtszaak tegen de SEC heeft aangespannen – succes zullen boeken. In feite zou transparantie in de grondstoffensector verder moeten gaan dan het louter openbaar maken van betalingen.
Uiteraard blijft het een aanzienlijk probleem dat lang niet alle landen zich aan de afspraken houden. Het is bemoedigend dat Rusland tijdens de G8-top de Lough Erne-verklaring over de transparantie van betalingen in de ontginningsindustrie heeft ondertekend; maar de mondiale marktkracht van de grote opkomende landen zou de internationale coördinatie kunnen blijven hinderen. Belangrijker nog is dat voor het bereiken van een goed bestuur in de opkomende economieën en de ontwikkelingslanden een goed functionerend begrotingssysteem nodig is, wetgeving die een duurzame mijnbouwsector ondersteunt, en 'inclusieve' instellingen die transparantie, participatie en een eerlijke ontwikkeling bevorderen.
Ten aanzien van het grondstofverbruik zijn de uitdagingen voornamelijk gelegen in de mondiale grondstoffenketen – dat wil zeggen, de interactie tussen de diverse grondstoffen die nodig zijn om brandstof en energie, industrieproducten en voedsel te produceren. De veelbesproken samenhang tussen energie, water en voedsel is ook van toepassing op minerale hulpbronnen en grondgebruik, zodat ontginningsindustrieën wel gedwongen zullen zijn daar rekening mee te houden. Volgens de G8-verklaring moeten grondtransacties transparant zijn en de rechten van de plaatselijke gemeenschappen respecteren, zoals water- en voedselveiligheid.
Een krachtiger coördinatie en leiderschap op het gebied van de financiële transparantie en het grondstoffengebruik zijn vereist, ondersteund door het vooruitzicht dat de afhankelijkheid van ontwikkelingshulp minder zal worden en de inkomsten van ontwikkelingslanden die rijk zijn aan grondstoffen zullen stijgen.
Met name alle financiële transacties, die gerelateerd zijn aan upstream-activiteiten in de waardeketen, moeten worden openbaar gemaakt, inclusief de transacties van staatsbedrijven en staatsfondsen. Downstream moeten de internationale markten voor recycling en afval in het verhaal worden meegenomen. Dit zou tevens bijdragen aan een verhoging van de grondstoffen-efficiency. De volgende stap zou het uitbreiden van de transparantie naar gerelateerde contracten en overheidsbegrotingen moeten zijn, naast een gecoördineerde poging om een handreiking te doen aan de opkomende economieën.
Wat het management van duurzame hulpbronnen aangaat, zou het 'stakeholder'-proces van EITI een krachtig instrument kunnen worden voor de promotie van nationale actieplannen. Op dezelfde manier zou er een open, internationaal dataportaal over het grondstoffengebruik moeten worden ingericht om de belangrijkste gegevens te verzamelen die zijn vergaard door geologische diensten en organisaties als de FAO (de landbouworganisatie van de Verenigde Naties) en het Internationaal Energie Agentschap, naast gegevens over de milieudruk door toedoen van het grondstoffengebruik en coëfficiënten voor grondstoffen-intensieve productieterreinen.
Bovendien zouden ontwikkelingslanden die rijk zijn aan grondstoffen ontginningsbelastingen kunnen invoeren en nieuwe begrotingssystemen kunnen ondersteunen, die hoge arbeidsstandaarden bevorderen, de armoede terugdringen, en het onderwijs, onderzoek en de innovatie stimuleren. Belangrijke aanvullende initiatieven op internationaal niveau zouden kunnen bestaan uit een 'multi-stakeholder forum' over het gebruik van duurzame hulpbronnen en een internationaal metalencovenant ter bevordering van de recycling en het beheer van materiaalstromen, waarbij de industrie is betrokken.
Op de langere termijn zou het doel moeten zijn een internationale overeenkomst te sluiten over het grondstoffenbeheer. Ondanks de positieve vooruitzichten voor de landen die rijk zijn aan grondstoffen is voor het duurzaam beheer van natuurlijke hulpbronnen, evenals voor de inspanningen ter bevordering van de financiële transparantie, mondiale coördinatie een must.
To have unlimited access to our content including in-depth commentaries, book reviews, exclusive interviews, PS OnPoint and PS The Big Picture, please subscribe
Over time, as American democracy has increasingly fallen short of delivering on its core promises, the Democratic Party has contributed to the problem by catering to a narrow, privileged elite. To restore its own prospects and America’s signature form of governance, it must return to its working-class roots.
is not surprised that so many voters ignored warnings about the threat Donald Trump poses to US institutions.
Enrique Krauze
considers the responsibility of the state to guarantee freedom, heralds the demise of Mexico’s democracy, highlights flaws in higher-education systems, and more.
WASHINGTON, DC – Als een land zijn belastinginkomsten in één jaar weet te verviervoudigen, is het tijd om op te gaan letten. Die inkomstenstijging wist Ghana tussen 2010 en 2011 te bewerkstelligen, dankzij de revenuen uit zijn bodemschatten.
Ghana is niet het enige land. De stijgende belastinginkomsten in de ontwikkelingslanden weerspiegelen niet alleen de hogere grondstoffenprijzen, maar ook de internationale regels die de financiële transparantie hebben verbeterd in de olie-, gas- en mijnbouwsectoren, waardoor de mogelijkheden voor belastingontduiking aanzienlijk zijn afgenomen. Zulke regels stonden ook hoog op de agenda van de recente G-8 top in Noord-Ierland. Het is belangrijk om deze inspanningen te waarderen – en om nog méér te eisen.
De internationale grondstoffenmarkten staan onder druk. Sinds 2000 zijn de prijzen fors gestegen. De groei van de vraag werd slechts korte tijd onderbroken door de financiële crisis van 2008. Een duidelijk gevolg is de extreme volatiliteit van de prijzen. Tegelijkertijd zijn de prikkels toegenomen om illegale markten te betreden: ruwweg 20% van de wereldmarkt voor coltan – een edelmetaal dat wordt gebruikt in mobiele telefoons – bestaat uit illegale handel.
Méér financiële transparantie is een belangrijke stap op weg naar beter functionerende markten en een goed bestuur in landen die rijk zijn aan grondstoffen, want dit leidt tot minder corruptie, fraude en belastingontduiking, en tot een grotere participatie van het publiek en sterkere democratische instellingen. Bovendien kunnen eerlijke contracten de inkomens voor de producentenlanden stabiliseren. Een robuuste ontginningsindustrie en investeringen in duurzame ontwikkeling zouden de economische vooruitzichten voor de ongeveer honderd ontwikkelingslanden met veel grondstoffen en hun grofweg 3,5 miljard inwoners een enorme impuls geven.
Het is indrukwekkend wat er tot nu toe al is bereikt. Het Extractive Industries Transparency Initiative (EITI, Transparantie-initiatief voor de Ontginningsindustrie) heeft bijvoorbeeld onlangs zijn mondiale normen aangescherpt, door de openbaarmaking te eisen van overheidsinkomsten en door bedrijven verrichte betalingen. Momenteel voldoen 23 landen aan deze eisen, waaronder Azerbeidzjan, Ghana, Irak, Nigeria en Noorwegen; het lidmaatschap van de landen die niet aan de eisen voldoen is opgeschort. De gerapporteerde betalingen bedragen in totaal zo'n $1 bln.
Ook Sectie 1504 van de Amerikaanse Dodd-Frank Act uit 2010 bevat regels over de transparantie in de ontginningsindustrie. Bedrijven die zich bezighouden met de commerciële winning van olie, aardgas of mineralen moeten jaarlijkse rapporten aanbieden aan de Amerikaanse beurswaakhond, de Securities and Exchange Commission (SEC), waarin de betalingen aan regeringen staan weergegeven.
Secure your copy of PS Quarterly: The Year Ahead 2025
Our annual flagship magazine, PS Quarterly: The Year Ahead 2025, is almost here. To gain digital access to all of the magazine’s content, and receive your print copy, subscribe to PS Premium now.
Subscribe Now
Onlangs nog keurde het Europees Parlement ambitieuze nieuwe transparantieregels goed voor de ontginningsindustrie (inclusief de bosbouwsector).
Nu de OESO en het Internationale Monetaire Fonds, samen met veel NGO's en bedrijven, zulke regels steunen, is het onwaarschijnlijk dat de tegenstanders – zoals het American Petroleum Institute, dat een rechtszaak tegen de SEC heeft aangespannen – succes zullen boeken. In feite zou transparantie in de grondstoffensector verder moeten gaan dan het louter openbaar maken van betalingen.
Uiteraard blijft het een aanzienlijk probleem dat lang niet alle landen zich aan de afspraken houden. Het is bemoedigend dat Rusland tijdens de G8-top de Lough Erne-verklaring over de transparantie van betalingen in de ontginningsindustrie heeft ondertekend; maar de mondiale marktkracht van de grote opkomende landen zou de internationale coördinatie kunnen blijven hinderen. Belangrijker nog is dat voor het bereiken van een goed bestuur in de opkomende economieën en de ontwikkelingslanden een goed functionerend begrotingssysteem nodig is, wetgeving die een duurzame mijnbouwsector ondersteunt, en 'inclusieve' instellingen die transparantie, participatie en een eerlijke ontwikkeling bevorderen.
Ten aanzien van het grondstofverbruik zijn de uitdagingen voornamelijk gelegen in de mondiale grondstoffenketen – dat wil zeggen, de interactie tussen de diverse grondstoffen die nodig zijn om brandstof en energie, industrieproducten en voedsel te produceren. De veelbesproken samenhang tussen energie, water en voedsel is ook van toepassing op minerale hulpbronnen en grondgebruik, zodat ontginningsindustrieën wel gedwongen zullen zijn daar rekening mee te houden. Volgens de G8-verklaring moeten grondtransacties transparant zijn en de rechten van de plaatselijke gemeenschappen respecteren, zoals water- en voedselveiligheid.
Een krachtiger coördinatie en leiderschap op het gebied van de financiële transparantie en het grondstoffengebruik zijn vereist, ondersteund door het vooruitzicht dat de afhankelijkheid van ontwikkelingshulp minder zal worden en de inkomsten van ontwikkelingslanden die rijk zijn aan grondstoffen zullen stijgen.
Met name alle financiële transacties, die gerelateerd zijn aan upstream-activiteiten in de waardeketen, moeten worden openbaar gemaakt, inclusief de transacties van staatsbedrijven en staatsfondsen. Downstream moeten de internationale markten voor recycling en afval in het verhaal worden meegenomen. Dit zou tevens bijdragen aan een verhoging van de grondstoffen-efficiency. De volgende stap zou het uitbreiden van de transparantie naar gerelateerde contracten en overheidsbegrotingen moeten zijn, naast een gecoördineerde poging om een handreiking te doen aan de opkomende economieën.
Wat het management van duurzame hulpbronnen aangaat, zou het 'stakeholder'-proces van EITI een krachtig instrument kunnen worden voor de promotie van nationale actieplannen. Op dezelfde manier zou er een open, internationaal dataportaal over het grondstoffengebruik moeten worden ingericht om de belangrijkste gegevens te verzamelen die zijn vergaard door geologische diensten en organisaties als de FAO (de landbouworganisatie van de Verenigde Naties) en het Internationaal Energie Agentschap, naast gegevens over de milieudruk door toedoen van het grondstoffengebruik en coëfficiënten voor grondstoffen-intensieve productieterreinen.
Bovendien zouden ontwikkelingslanden die rijk zijn aan grondstoffen ontginningsbelastingen kunnen invoeren en nieuwe begrotingssystemen kunnen ondersteunen, die hoge arbeidsstandaarden bevorderen, de armoede terugdringen, en het onderwijs, onderzoek en de innovatie stimuleren. Belangrijke aanvullende initiatieven op internationaal niveau zouden kunnen bestaan uit een 'multi-stakeholder forum' over het gebruik van duurzame hulpbronnen en een internationaal metalencovenant ter bevordering van de recycling en het beheer van materiaalstromen, waarbij de industrie is betrokken.
Op de langere termijn zou het doel moeten zijn een internationale overeenkomst te sluiten over het grondstoffenbeheer. Ondanks de positieve vooruitzichten voor de landen die rijk zijn aan grondstoffen is voor het duurzaam beheer van natuurlijke hulpbronnen, evenals voor de inspanningen ter bevordering van de financiële transparantie, mondiale coördinatie een must.
Vertaling: Menno Grootveld