boskin94_Elijah NouvelageGetty Images_voting ANDREW CABALLERO-REYNOLDS/AFP via Getty Images

Waarom kiezers niet blij zijn met de Biden-economie

STANFORD – Er is een grote kloof tussen de manier waarop de Amerikaanse president Joe Biden en veel economen de toestand van de Amerikaanse economie beschrijven en hoe gewone burgers die ervaren. Bidens team is zelfs gefrustreerd omdat ze geen lof krijgen toegezwaaid voor wat volgens hen een sterke economie is (die ze toeschrijven aan het beleid van de regering).

Toch stellen kiezers ‘Bidenomics’ gelijk aan inflatie. Met een marge van drie tegen één zeggen ze tegen opiniepeilers dat de economie en hun persoonlijke financiën ‘slecht’ of slechts ‘redelijk’ zijn; meer Amerikanen geloven nog steeds dat ze beter af waren onder Bidens voorganger, Donald Trump, en dat het beleid van Biden niet heeft geholpen, maar juist pijn heeft gedaan.

Omdat Biden in de peilingen ver achter ligt op Trump als het gaat om de grootste zorgen van de kiezers – namelijk de economie, inflatie en illegale immigratie – richt hij zich op kwesties waar hij een voordeel heeft (abortus) en benadrukt hij het gedrag van Trump. Toch is de kans groot dat de mening van de kiezers over de economie de doorslag zal geven in wat een spannende strijd om het presidentschap en de controle over het Huis, de Senaat en sommige staten belooft te worden. En omdat percepties vaak achterlopen op de realiteit, moet Biden hopen dat de economie niet verslechtert, dat de inflatie verder afneemt en dat de herinneringen aan de hoge inflatie in november vervaagd zullen zijn.

Er zijn veel verwante redenen voor de kloof tussen het Witte Huis en het electoraat. Bijvoorbeeld: de gegevens waar Biden zo prat op gaat, geven misschien een onvolledig beeld van de economie; verschillende subgroepen zijn verschillend beïnvloed door de trends in inflatie en werkgelegenheid; en economische of aanverwante angsten op de langere termijn kunnen de stemming van het publiek verzuren.

Terwijl de groei van het bbp vorig jaar solide was, betekent de eerste schatting van een groeipercentage van 1,6 procent in het eerste kwartaal van dit jaar een sterke vertraging (hoewel ook dit gebaseerd is op onvolledige gegevens, vooral over de netto-export en de voorraden). Niet alleen vertraagt de groei, maar de kiezers herinneren zich ook nog steeds dat de inflatie in het begin van Bidens presidentschap naar het hoogste punt in veertig jaar steeg, voornamelijk door zijn enorme begrotingstekorten in een context van bijna volledige werkgelegenheid.

Hoewel het Witte Huis en de Federal Reserve (de Fed, het federale stelsel van Amerikaanse centrale banken) volhielden dat deze inflatie van voorbijgaande aard was, is het een feit dat de prijzen tijdens Bidens presidentschap met twintig procent zijn gestegen. Bovendien zijn de laatste gegevens over de kerninflatie (exclusief voedsel en energie) gestegen tot net onder de vier procent, terwijl de alternatieve maatstaf die de voorkeur heeft van de Fed nog steeds een inflatie laat zien van bijna drie procent.

Secure your copy of PS Quarterly: Age of Extremes
PS_Quarterly_Q2-24_1333x1000_No-Text

Secure your copy of PS Quarterly: Age of Extremes

The newest issue of our magazine, PS Quarterly: Age of Extremes, is here. To gain digital access to all of the magazine’s content, and receive your print copy, subscribe to PS Premium now.

Subscribe Now

Het is waar dat de loonstijging onlangs net boven de inflatie uitkwam. Maar veel gezinnen met lagere inkomens hebben moeite om de eindjes aan elkaar te knopen, terwijl het aantal wanbetalers van creditcards en autoleningen de pan uit rijst.

Gelukkig wist de Fed uiteindelijk haar streefrente – nu 5,25-5,5 procent – boven het inflatiepercentage te krijgen. Fed-voorzitter Jerome Powell en zijn collega’s verdienen veel lof voor het weerstaan van politieke druk om de rente te verlagen, zonder een stevigere basis om te concluderen dat de inflatie binnen afzienbare tijd de doelstelling van twee procent van de centrale bank zou bereiken; ondertussen roepen sommigen roekeloos om een nieuwe inflatiedoelstelling van vier procent.

De banengroei lijkt indrukwekkend: volgens de eerste cijfers voor maart kwamen er 303.000banen bij. Maar in een economie met een werkloosheid van 3,8 procent (net boven het percentage van vóór de pandemie) moet je je afvragen hoeveel van deze banen parttime of tweede banen zijn, opgedrongen aan huishoudens met budgetten die door de hoge inflatie tot het breekpunt zijn opgerekt.

De headline banengroei wordt immers berekend op basis van een enquête onder bedrijfsvestigingen en omvat gegevens over werkuren en lonen. Het wordt betrouwbaarder geacht voor werkgelegenheidsniveaus dan de enquête onder (zestigduizend) huishoudens, die zelf betrouwbaarder wordt geacht voor het inschatten van de werkloosheid en de arbeidsparticipatie.

Elke enquête heeft sterke en zwakke punten, en ze verschillen qua dekking. De conjunctuurenquête gebruikt een ‘geboorte- en sterftemodel’ (voor nieuwe en sluitende bedrijven) dat vooral problematisch is rond keerpunten in de conjunctuurcyclus. Als we alleen al de laatste twaalf maanden tot maart 2024vergelijken, wordt een rooskleurig beeld geschetst waarin 2,9 miljoen banen werden toegevoegd, terwijl de enquête onder huishoudens erop duidt dat de banengroei slechts een kwart daarvan bedroeg.

De details in het huishoudonderzoek kunnen enig inzicht verschaffen in waarom Biden het moeilijk heeft in de peilingen, vooral onder groepen waar hij in 2020 nog ruimschoots won. Het totale aantal werkende volwassen mannen is licht gedaald, en met bijna een kwart miljoen voor zwarte mannen. Ondertussen is het aantal parttimers met 1,7 miljoen gestegen, wat erop duidt dat het aantal fulltime banen aanzienlijk is gedaald.

Bovendien zijn er een miljoen minder autochtone werknemers dan een jaar eerder en ongeveer 850.000 meer allochtone werknemers (de meesten van hen zijn staatsburger of anderszins legaal). De redenen voor deze trends kunnen zijn dat oudere autochtone werknemers met pensioen gaan, dat immigranten zonder papieren werkvergunningen krijgen, enzovoorts.

Hoewel de Verenigde Staten arbeiders nodig heeft, is het land een magneet geworden voor illegale immigratie. Bij gebrek aan een robuuster immigratiesysteem dat de nodige vaardigheden uitselecteert en een zorgvuldige doorlichting omvat, steken miljoenen illegalen de zuidelijke grens over omdat de regering Biden weigert te doen wat nodig is om de grens te bewaken. Deze toestroom is een gigantisch politiek probleem geworden dat het land verscheurt en de openbare diensten overweldigt, niet alleen in de grensstaten maar ook in de noordelijke steden.

Bedenk dat het huidige niveau van de illegale immigratie naar de VS (per hoofd van de bevolking) volgens sommige schattingen vijf keer zo hoog is als de golf vluchtelingen en migranten die bondskanselier Angela Merkel in 2015-’16 in Duitsland en dus Europa verwelkomde – een noodlottige beslissing die leidde tot de populistische terugslag waar een groot deel van Europa nog steeds onder gebukt gaat.

Tot slot zijn de Amerikanen pessimistisch over de toekomst op de langere termijn en over hun vermogen om hun eigen leven in de hand te houden. Door de oorlogen in Oekraïne en Gaza, de toenemende spanningen met China, de technologische en arbeidsmarkt-onzekerheden, de hogere criminaliteitscijfers, de immigratiecrisis en de uitputtende eisen voor woke-conformiteit in alle sferen van de samenleving, zijn er genoeg redenen voor de kiezers om zich ongemakkelijk te voelen.

Deze gevoelens, samen met de 81-jarige Bidens duidelijke fysieke en mentale zwakheden (Trump is 77, maar veel energieker), hebben er samen voor gezorgd dat de president de laagste populariteitscijfers heeft van alle zittende presidenten in dezelfde situatie sinds de Tweede Wereldoorlog. Daarom heeft Trump – ondanks zijn juridische problemen en polariserende persoonlijkheid – nog steeds een kleine voorsprong in de zeven swingstates die de verkiezing zullen beslissen.

Michael J. Boskin, hoogleraar economie aan de Stanford Universiteit en Senior Fellow aan de Hoover Institution, was van 1989 tot 1993 voorzitter van de Raad van Economische Adviseurs van president George H.W. Bush.

https://prosyn.org/dCtOgnVnl