MELBOURNE – Eind vorig jaar wijzigde het Australische parlement de Online Safety Act, als reactie op zorgen over de invloed van sociale media op de geestelijke gezondheid van kinderen. De wijziging stelt dat gebruikers minimaal zestien jaar oud moeten zijn om een account aan te maken op sociale mediaplatforms zoals TikTok, Snapchat, Instagram en X. De nieuwe regels zullen naar verwachting eind 2025 van kracht worden.
De wetswijziging kreeg brede steun in Australië, zowel in het parlement als onder het publiek, maar stuitte ook op kritiek. Sommigen betwisten het verband tussen het gebruik van sociale media en geestelijke gezondheidsproblemen bij tieners. Anderen beschouwen de wet als een schending van het recht op de vrijheid van meningsuiting. Zelfs voorstanders van de wet vragen zich af hoe de handhaving in de praktijk zal plaatsvinden.
Het is vrijwel onomstreden dat de geestelijke gezondheid van tieners, vooral van meisjes, sterk is verslechterd sinds de introductie van smartphones en de opkomst van sociale media. De digitale platforms waar de wet op gericht is, ontwikkelen algoritmes die erop gericht zijn gebruikers zo lang mogelijk op hun sites te houden, omdat meer klikken meer advertentie-inkomsten opleveren. Het resultaat? Uit een onderzoek van Gallup blijkt dat Amerikaanse tieners gemiddeld 4,8 uur per dag aan sociale media besteden.
Dat is een aanzienlijk deel van de vrije tijd van een tiener, tijd die anders besteed zou kunnen worden aan persoonlijk contact met vrienden of het verkennen van plaatsen en objecten in de echte wereld. Jonathan Haidt, sociaal psycholoog en auteur van The Anxious Generation, stelt dat sociale mediaplatforms ‘de kindertijd volledig hebben heringericht en de menselijke ontwikkeling op een bijna onvoorstelbare schaal hebben veranderd.’
Het is duidelijk dat intensief gebruik van sociale media door tieners samenhangt met hogere niveaus van depressie en angst. Wat echter ter discussie staat, is of dit een puur toevallige correlatie is of een oorzakelijk verband. Betrouwbare onderzoeken, waarbij wordt getest of een langdurige vermindering van het gebruik van sociale media leidt tot minder depressie en angst, zijn lastig uit te voeren. Dit komt doordat experimenten waarbij individuele tieners stoppen met een platform terwijl hun vrienden erop blijven, waarschijnlijk minder effectief zijn – en zelfs schadelijk kunnen uitpakken, omdat deze tieners mogelijk sociaal geïsoleerd raken van hun vriendengroep.
Het is belangrijk dat groepen tieners gezamenlijk stoppen met sociale media, zodat het gebruik daarvan wordt vervangen door interactie in de echte wereld. Daarnaast zouden willekeurig geselecteerde controlegroepen nodig zijn, waarvan de leden hun gebruik van sociale media niet verminderen. Bij ontstentenis van dergelijke grondige onderzoeken wijst het beschikbare bewijs erop dat intensief gebruik van sociale media bijdraagt aan angst en depressie, maar dit bewijs is nog niet sluitend.
Don’t miss our next event, taking place at the AI Action Summit in Paris. Register now, and watch live on February 10 as leading thinkers consider what effective AI governance demands.
Register Now
Australië zou de wereld een dienst kunnen bewijzen door feitelijk een nationaal experiment uit te voeren. Dit veronderstelt uiteraard dat het land erin slaagt de tijd die jonge tieners aan sociale media besteden aanzienlijk te verminderen. Beleidsmakers willen dit bereiken door zware boetes op te leggen aan bedrijven die sociale mediaplatforms met leeftijdsbeperkingen beheren, als zij geen ‘redelijke stappen’ ondernemen om te voorkomen dat jongeren onder de zestien jaar accounts aanmaken. De wetswijziging geeft de eSafety Commissioner, een onafhankelijk statutair orgaan, de bevoegdheid om te bepalen wat wordt beschouwd als ‘redelijke stappen.’
WhatsApp en vergelijkbare berichtenapps, evenals bepaalde online gezondheids- en onderwijsdiensten, zijn vrijgesteld van de wetswijziging. Jongeren zullen nog steeds YouTube-video’s kunnen bekijken of sociale mediapagina’s, zoals bedrijfsprofielen op Facebook, kunnen bezoeken zonder dat ze een account nodig hebben. Tegelijkertijd heeft de regering aangekondigd aanvullende wetgeving te willen invoeren om een ‘digitale zorgplicht’ op te leggen. Deze verplichting houdt in dat digitale platforms verantwoordelijk worden gesteld voor het voorkomen van bekende of voorzienbare schade.
Paradoxaal genoeg kan de Australische wetswijziging voordelig uitpakken voor sociale media managers en programmeurs die zich voldoende bewust zijn van de impact die hun platforms kunnen hebben op de geestelijke gezondheid van kinderen en zich daar ongemakkelijk bij voelen. In de huidige situatie, waarin nauwelijks sprake is van regulering, verliest elk platform dat serieus probeert te voorkomen dat kinderen accounts aanmaken simpelweg klanten aan minder scrupuleuze concurrenten. De wet creëert een gelijk speelveld voor alle platforms en lost daarmee het probleem van collectieve actie op.
De Australische grondwet bevat geen algemene bepalingen over basisrechten. In tegenstelling tot de Verenigde Staten accepteren rechtbanken over het algemeen de suprematie van de gekozen wetgevende macht. Toch heeft het Hooggerechtshof van Australië geoordeeld dat de bepalingen in de grondwet, die zorgen voor een representatieve en verantwoordelijke regering, impliceren dat het parlement de politieke communicatie niet onnodig mag beperken.
Een mogelijk antwoord op de kritiek dat de Australische wetswijziging dit principe schendt, is dat kinderen onder de zestien jaar niet stemmen en daarom minder behoefte hebben aan politieke communicatie. Daarnaast zou men kunnen stellen dat de opgelegde beperking niet onevenredig is, omdat de schade die sociale media veroorzaken ernstig genoeg is om de bescheiden beperking in de wetswijziging te rechtvaardigen. De Australische regering zou ook kunnen overwegen een uitzondering te maken voor sociale mediaplatforms die zich uitsluitend richten op politieke communicatie. Dit zou echter betekenen dat iemand binnen de overheid moet bepalen wat wel en niet als politieke communicatie wordt beschouwd.
To have unlimited access to our content including in-depth commentaries, book reviews, exclusive interviews, PS OnPoint and PS The Big Picture, please subscribe
In betting that the economic fallout from his sweeping new tariffs will be worth the gains in border security, US President Donald Trump is gambling with America’s long-term influence and prosperity. In the future, more countries will have even stronger reasons to try to reduce their reliance on the United States.
thinks Donald Trump's trade policies will undermine the very goals they aim to achieve.
While America’s AI industry arguably needed shaking up, the news of a Chinese startup beating Big Tech at its own game raises some difficult questions. Fortunately, if US tech leaders and policymakers can take the right lessons from DeepSeek's success, we could all end up better for it.
considers what an apparent Chinese breakthrough means for the US tech industry, and innovation more broadly.
MELBOURNE – Eind vorig jaar wijzigde het Australische parlement de Online Safety Act, als reactie op zorgen over de invloed van sociale media op de geestelijke gezondheid van kinderen. De wijziging stelt dat gebruikers minimaal zestien jaar oud moeten zijn om een account aan te maken op sociale mediaplatforms zoals TikTok, Snapchat, Instagram en X. De nieuwe regels zullen naar verwachting eind 2025 van kracht worden.
De wetswijziging kreeg brede steun in Australië, zowel in het parlement als onder het publiek, maar stuitte ook op kritiek. Sommigen betwisten het verband tussen het gebruik van sociale media en geestelijke gezondheidsproblemen bij tieners. Anderen beschouwen de wet als een schending van het recht op de vrijheid van meningsuiting. Zelfs voorstanders van de wet vragen zich af hoe de handhaving in de praktijk zal plaatsvinden.
Het is vrijwel onomstreden dat de geestelijke gezondheid van tieners, vooral van meisjes, sterk is verslechterd sinds de introductie van smartphones en de opkomst van sociale media. De digitale platforms waar de wet op gericht is, ontwikkelen algoritmes die erop gericht zijn gebruikers zo lang mogelijk op hun sites te houden, omdat meer klikken meer advertentie-inkomsten opleveren. Het resultaat? Uit een onderzoek van Gallup blijkt dat Amerikaanse tieners gemiddeld 4,8 uur per dag aan sociale media besteden.
Dat is een aanzienlijk deel van de vrije tijd van een tiener, tijd die anders besteed zou kunnen worden aan persoonlijk contact met vrienden of het verkennen van plaatsen en objecten in de echte wereld. Jonathan Haidt, sociaal psycholoog en auteur van The Anxious Generation, stelt dat sociale mediaplatforms ‘de kindertijd volledig hebben heringericht en de menselijke ontwikkeling op een bijna onvoorstelbare schaal hebben veranderd.’
Het is duidelijk dat intensief gebruik van sociale media door tieners samenhangt met hogere niveaus van depressie en angst. Wat echter ter discussie staat, is of dit een puur toevallige correlatie is of een oorzakelijk verband. Betrouwbare onderzoeken, waarbij wordt getest of een langdurige vermindering van het gebruik van sociale media leidt tot minder depressie en angst, zijn lastig uit te voeren. Dit komt doordat experimenten waarbij individuele tieners stoppen met een platform terwijl hun vrienden erop blijven, waarschijnlijk minder effectief zijn – en zelfs schadelijk kunnen uitpakken, omdat deze tieners mogelijk sociaal geïsoleerd raken van hun vriendengroep.
Het is belangrijk dat groepen tieners gezamenlijk stoppen met sociale media, zodat het gebruik daarvan wordt vervangen door interactie in de echte wereld. Daarnaast zouden willekeurig geselecteerde controlegroepen nodig zijn, waarvan de leden hun gebruik van sociale media niet verminderen. Bij ontstentenis van dergelijke grondige onderzoeken wijst het beschikbare bewijs erop dat intensief gebruik van sociale media bijdraagt aan angst en depressie, maar dit bewijs is nog niet sluitend.
PS Events: AI Action Summit 2025
Don’t miss our next event, taking place at the AI Action Summit in Paris. Register now, and watch live on February 10 as leading thinkers consider what effective AI governance demands.
Register Now
Australië zou de wereld een dienst kunnen bewijzen door feitelijk een nationaal experiment uit te voeren. Dit veronderstelt uiteraard dat het land erin slaagt de tijd die jonge tieners aan sociale media besteden aanzienlijk te verminderen. Beleidsmakers willen dit bereiken door zware boetes op te leggen aan bedrijven die sociale mediaplatforms met leeftijdsbeperkingen beheren, als zij geen ‘redelijke stappen’ ondernemen om te voorkomen dat jongeren onder de zestien jaar accounts aanmaken. De wetswijziging geeft de eSafety Commissioner, een onafhankelijk statutair orgaan, de bevoegdheid om te bepalen wat wordt beschouwd als ‘redelijke stappen.’
WhatsApp en vergelijkbare berichtenapps, evenals bepaalde online gezondheids- en onderwijsdiensten, zijn vrijgesteld van de wetswijziging. Jongeren zullen nog steeds YouTube-video’s kunnen bekijken of sociale mediapagina’s, zoals bedrijfsprofielen op Facebook, kunnen bezoeken zonder dat ze een account nodig hebben. Tegelijkertijd heeft de regering aangekondigd aanvullende wetgeving te willen invoeren om een ‘digitale zorgplicht’ op te leggen. Deze verplichting houdt in dat digitale platforms verantwoordelijk worden gesteld voor het voorkomen van bekende of voorzienbare schade.
Paradoxaal genoeg kan de Australische wetswijziging voordelig uitpakken voor sociale media managers en programmeurs die zich voldoende bewust zijn van de impact die hun platforms kunnen hebben op de geestelijke gezondheid van kinderen en zich daar ongemakkelijk bij voelen. In de huidige situatie, waarin nauwelijks sprake is van regulering, verliest elk platform dat serieus probeert te voorkomen dat kinderen accounts aanmaken simpelweg klanten aan minder scrupuleuze concurrenten. De wet creëert een gelijk speelveld voor alle platforms en lost daarmee het probleem van collectieve actie op.
De Australische grondwet bevat geen algemene bepalingen over basisrechten. In tegenstelling tot de Verenigde Staten accepteren rechtbanken over het algemeen de suprematie van de gekozen wetgevende macht. Toch heeft het Hooggerechtshof van Australië geoordeeld dat de bepalingen in de grondwet, die zorgen voor een representatieve en verantwoordelijke regering, impliceren dat het parlement de politieke communicatie niet onnodig mag beperken.
Een mogelijk antwoord op de kritiek dat de Australische wetswijziging dit principe schendt, is dat kinderen onder de zestien jaar niet stemmen en daarom minder behoefte hebben aan politieke communicatie. Daarnaast zou men kunnen stellen dat de opgelegde beperking niet onevenredig is, omdat de schade die sociale media veroorzaken ernstig genoeg is om de bescheiden beperking in de wetswijziging te rechtvaardigen. De Australische regering zou ook kunnen overwegen een uitzondering te maken voor sociale mediaplatforms die zich uitsluitend richten op politieke communicatie. Dit zou echter betekenen dat iemand binnen de overheid moet bepalen wat wel en niet als politieke communicatie wordt beschouwd.
Vertaling: Menno Grootveld