BERLIJN – We weten al lang dat de ophoping van plastics in de vuilstortplaatsen en oceanen van de wereld een toenemend ecologisch risico vertegenwoordigt. Recenter zijn we gaan begrijpen dat plastics ook een urgente – zelfs dodelijke – bedreiging vormen voor de volksgezondheid. En toch blijven de mondiale inspanningen om de plastic-crisis aan te pakken voortdurend gericht op het verkeerde uiteinde van de levenscyclus van plastics: de afvalverwerking.
Het debat dat deze maand hervat zal worden tijdens de United Nations Environment Assembly (UNEA-4) is een goed voorbeeld, omdat het zich zal richten op “zeeafval en microplastics.” Dit zijn belangrijke kwesties, maar zij vormen slechts een klein deel van een veel groter probleem.
De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat plastics tientallen jaren lang een essentiële rol hebben gespeeld in de mondiale economische groei. Tot de schijnbaar ontelbare toepassingen behoren levensreddende medische instrumenten, kleding, speelgoed, diverse industriële en agrarische vormen van gebruik, enzovoort. Sommigen hebben plastics zelfs naar voren geschoven als onderdeel van de oplossing voor de klimaatverandering, door op onjuiste wijze te betogen dat het een kleinere kooldioxide-voetafdruk heeft dan andere materialen. In feite zorgen plastics tijdens het afbraakproces op het land of in de zee voor het vrijkomen van belangrijke broeikasgassen als methaan en ethyleen.
In feite wordt 99% van de plastics gemaakt van fossiele brandstoffen als kolen, olie en gas. En uit nieuw onderzoek blijkt dat plastics tijdens ieder moment van hun levenscyclus schadelijk zijn voor onze lichamen, vanaf het moment dat de grondstoffen ervoor worden ontgonnen tot hun wijdverspreide gebruik als verpakkingsmiddel voor voedsel en hun einde in het afvalverwerkingsproces (inclusief stortplaatsen, recyclingcentra en verbrandingsovens).
Op een of andere manier wordt bijna ieder organisme op de planeet beïnvloed door de productie, het gebruik of het weggooien van plastics, terwijl de giftige effecten ervan blijven hangen en zich eindeloos ophopen in de lucht die we inademen, het water dat we drinken, en de grond onder onze voeten. Tot de belangrijkste invloeden van de plasticproductie behoren schade aan het immuunsysteem en de voortplantingsorganen, schade aan de lever en de nieren, en zelfs kanker; in een later stadium van de levenscyclus van plastic-producten blijven de risico's voor de voortplantingsorganen en van kanker voortduren, terwijl er eveneens sprake is van schade aan de neurologische ontwikkeling en andere systemen. Wat de zaken er niet beter op maakt, is dat de plasticproductie toeneemt, en dat dit ook zo zal blijven. Alleen al de Amerikaanse plasticindustrie is van plan de productie de komende jaren met 30% te laten groeien.
Hoewel het publiek plastics associeert met levensreddende wondermaterialen, wordt naar schatting 40% van de mondiale plasticproductie gebruikt voor eenmalige verpakkingen. Plastics worden in dat geval slechts tijdelijk gebruikt voor transport en opslag, om vervolgens weggegooid te worden. Als gevolg daarvan is bijna 80% van alle ooit geproduceerde plastics geëindigd op een vuilstortplaats of los in de natuurlijke omgeving, ondanks de jarenlange boodschap van de industrie om de recycling te stimuleren. Niet alleen ontberen we de recycling-capaciteit om de plastics die al in omloop zijn te verwerken; recente innovaties op het gebied van de recycling blijken zelfs nog meer schade aan het milieu en de volksgezondheid aan te richten, via luchtvervuiling, de verspreiding van giftige as en andere externaliteiten.
Een debat dat zich uitsluitend richt op afval komt de plasticindustrie heel goed uit. Jarenlang hebben de producenten van plastics geïnvesteerd in marketing- en reclamecampagnes om consumenten ervan te overtuigen dat zij zelf verantwoordelijk zijn voor de plastic-crisis. En zij en hun lobbyïsten zijn druk bezig geweest overheden – waaronder overheden die in de UNEA participeren – ervan te overtuigen dat afvalverwerking hun voornaamste doelstelling zou moeten zijn.
Tot nu toe zijn deze inspanningen erin geslaagd maatregelen te voorkomen die de productie zouden beperken, en daardoor ook de winsten. Als de industrie $1 mrd uitgeeft om een met veel publiciteit omgeven “Alliance to End Plastic Waste” te lanceren, is haar werkelijke doel het handhaven van de status quo, en het beschermen van haar investering van $200 mrd in de productiegroei de komende vijf jaar.
Niettemin zijn er redenen voor hoop. Break Free From Plastic, een groeiende mondiale beweging van niet-gouvernementele organisaties, heeft haar best gedaan om regeringen en hun vertegenwoordigers te informeren over de gevaren en risico's die verbonden zijn aan de nieuwe plasticproductie. In de vijftien maanden sinds UNEA-3 is een Ad Hoc Open-Ended Expert Group tweemaal bijeengekomen om de beschikbare mogelijkheden te beoordelen om de plastic-crisis holistisch te benaderen. Hun bevindingen, ondersteund door diverse door de VN gesponsorde analyses en onafhankelijke rapporten, duiden op grote gaten en ontoereikende coördinatie in de huidige governance-structuren.
De aanbevelingen van de Expert Group hebben het streven naar een nieuw mondiaal raamwerk om de productie en consumptie van plastics te reduceren aanzienlijke vaart gegeven. Op UNEA-4 roept een door Noorwegen ingediende resolutie op tot krachtiger structuren voor het mondiale beheers om de problemen van zeeafval en microplastics aan te pakken. Maar de hoop is dat dit zal dienen als een eerste stap op weg naar een wettelijk bindend verdrag met een gelaagde benadering, teneinde het probleem werkelijk te kunnen oplossen.
Een nieuw mondiaal verdrag om de plastic-crisis te bestrijden zou de coördinatie tussen regeringen en bestaande toezichthouders verbeteren, en zou ook extra financiële en technische steun bieden. Belangrijker nog is dat de centrale focus zou komen te liggen op het voorkomen van de toename van de vervuiling door plastics en de schade aan de menselijke gezondheid in alle fases van de productiecyclus.
We hebben allemaal recht op een leven in een gezond milieu Maar dat recht zal niet zeker zijn totdat we juridisch bindende maatregelen aanvaarden om de productie van plastics te beperken, en bedrijven en overheden verantwoordelijk te stellen voor de schade die plastics aanrichten aan onze lichamen, gemeenschappen en ecosystemen. Het onderrichten van mensen over het belang van recyclen is niet genoeg. We zijn optimistisch dat de UNEA dit zal onderkennen en zich zal aansluiten bij degenen die al leiding geven aan een baanbrekend initiatief om de gezondheid van mens en milieu te beschermen.
Vertaling: Menno Grootveld
Lili Fuhr is hoofd van de International Environmental Policy Division bij de Heinrich Böll Foundation. Jane Patton, een mondiale activist en campagnevoerder tegen plastics, is interim-coördinator voor de Amerikaanse regio van de Break Free From Plastic-beweging.
BERLIJN – We weten al lang dat de ophoping van plastics in de vuilstortplaatsen en oceanen van de wereld een toenemend ecologisch risico vertegenwoordigt. Recenter zijn we gaan begrijpen dat plastics ook een urgente – zelfs dodelijke – bedreiging vormen voor de volksgezondheid. En toch blijven de mondiale inspanningen om de plastic-crisis aan te pakken voortdurend gericht op het verkeerde uiteinde van de levenscyclus van plastics: de afvalverwerking.
Het debat dat deze maand hervat zal worden tijdens de United Nations Environment Assembly (UNEA-4) is een goed voorbeeld, omdat het zich zal richten op “zeeafval en microplastics.” Dit zijn belangrijke kwesties, maar zij vormen slechts een klein deel van een veel groter probleem.
De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat plastics tientallen jaren lang een essentiële rol hebben gespeeld in de mondiale economische groei. Tot de schijnbaar ontelbare toepassingen behoren levensreddende medische instrumenten, kleding, speelgoed, diverse industriële en agrarische vormen van gebruik, enzovoort. Sommigen hebben plastics zelfs naar voren geschoven als onderdeel van de oplossing voor de klimaatverandering, door op onjuiste wijze te betogen dat het een kleinere kooldioxide-voetafdruk heeft dan andere materialen. In feite zorgen plastics tijdens het afbraakproces op het land of in de zee voor het vrijkomen van belangrijke broeikasgassen als methaan en ethyleen.
In feite wordt 99% van de plastics gemaakt van fossiele brandstoffen als kolen, olie en gas. En uit nieuw onderzoek blijkt dat plastics tijdens ieder moment van hun levenscyclus schadelijk zijn voor onze lichamen, vanaf het moment dat de grondstoffen ervoor worden ontgonnen tot hun wijdverspreide gebruik als verpakkingsmiddel voor voedsel en hun einde in het afvalverwerkingsproces (inclusief stortplaatsen, recyclingcentra en verbrandingsovens).
Op een of andere manier wordt bijna ieder organisme op de planeet beïnvloed door de productie, het gebruik of het weggooien van plastics, terwijl de giftige effecten ervan blijven hangen en zich eindeloos ophopen in de lucht die we inademen, het water dat we drinken, en de grond onder onze voeten. Tot de belangrijkste invloeden van de plasticproductie behoren schade aan het immuunsysteem en de voortplantingsorganen, schade aan de lever en de nieren, en zelfs kanker; in een later stadium van de levenscyclus van plastic-producten blijven de risico's voor de voortplantingsorganen en van kanker voortduren, terwijl er eveneens sprake is van schade aan de neurologische ontwikkeling en andere systemen. Wat de zaken er niet beter op maakt, is dat de plasticproductie toeneemt, en dat dit ook zo zal blijven. Alleen al de Amerikaanse plasticindustrie is van plan de productie de komende jaren met 30% te laten groeien.
Hoewel het publiek plastics associeert met levensreddende wondermaterialen, wordt naar schatting 40% van de mondiale plasticproductie gebruikt voor eenmalige verpakkingen. Plastics worden in dat geval slechts tijdelijk gebruikt voor transport en opslag, om vervolgens weggegooid te worden. Als gevolg daarvan is bijna 80% van alle ooit geproduceerde plastics geëindigd op een vuilstortplaats of los in de natuurlijke omgeving, ondanks de jarenlange boodschap van de industrie om de recycling te stimuleren. Niet alleen ontberen we de recycling-capaciteit om de plastics die al in omloop zijn te verwerken; recente innovaties op het gebied van de recycling blijken zelfs nog meer schade aan het milieu en de volksgezondheid aan te richten, via luchtvervuiling, de verspreiding van giftige as en andere externaliteiten.
BLACK FRIDAY SALE: Subscribe for as little as $34.99
Subscribe now to gain access to insights and analyses from the world’s leading thinkers – starting at just $34.99 for your first year.
Subscribe Now
Een debat dat zich uitsluitend richt op afval komt de plasticindustrie heel goed uit. Jarenlang hebben de producenten van plastics geïnvesteerd in marketing- en reclamecampagnes om consumenten ervan te overtuigen dat zij zelf verantwoordelijk zijn voor de plastic-crisis. En zij en hun lobbyïsten zijn druk bezig geweest overheden – waaronder overheden die in de UNEA participeren – ervan te overtuigen dat afvalverwerking hun voornaamste doelstelling zou moeten zijn.
Tot nu toe zijn deze inspanningen erin geslaagd maatregelen te voorkomen die de productie zouden beperken, en daardoor ook de winsten. Als de industrie $1 mrd uitgeeft om een met veel publiciteit omgeven “Alliance to End Plastic Waste” te lanceren, is haar werkelijke doel het handhaven van de status quo, en het beschermen van haar investering van $200 mrd in de productiegroei de komende vijf jaar.
Niettemin zijn er redenen voor hoop. Break Free From Plastic, een groeiende mondiale beweging van niet-gouvernementele organisaties, heeft haar best gedaan om regeringen en hun vertegenwoordigers te informeren over de gevaren en risico's die verbonden zijn aan de nieuwe plasticproductie. In de vijftien maanden sinds UNEA-3 is een Ad Hoc Open-Ended Expert Group tweemaal bijeengekomen om de beschikbare mogelijkheden te beoordelen om de plastic-crisis holistisch te benaderen. Hun bevindingen, ondersteund door diverse door de VN gesponsorde analyses en onafhankelijke rapporten, duiden op grote gaten en ontoereikende coördinatie in de huidige governance-structuren.
De aanbevelingen van de Expert Group hebben het streven naar een nieuw mondiaal raamwerk om de productie en consumptie van plastics te reduceren aanzienlijke vaart gegeven. Op UNEA-4 roept een door Noorwegen ingediende resolutie op tot krachtiger structuren voor het mondiale beheers om de problemen van zeeafval en microplastics aan te pakken. Maar de hoop is dat dit zal dienen als een eerste stap op weg naar een wettelijk bindend verdrag met een gelaagde benadering, teneinde het probleem werkelijk te kunnen oplossen.
Een nieuw mondiaal verdrag om de plastic-crisis te bestrijden zou de coördinatie tussen regeringen en bestaande toezichthouders verbeteren, en zou ook extra financiële en technische steun bieden. Belangrijker nog is dat de centrale focus zou komen te liggen op het voorkomen van de toename van de vervuiling door plastics en de schade aan de menselijke gezondheid in alle fases van de productiecyclus.
We hebben allemaal recht op een leven in een gezond milieu Maar dat recht zal niet zeker zijn totdat we juridisch bindende maatregelen aanvaarden om de productie van plastics te beperken, en bedrijven en overheden verantwoordelijk te stellen voor de schade die plastics aanrichten aan onze lichamen, gemeenschappen en ecosystemen. Het onderrichten van mensen over het belang van recyclen is niet genoeg. We zijn optimistisch dat de UNEA dit zal onderkennen en zich zal aansluiten bij degenen die al leiding geven aan een baanbrekend initiatief om de gezondheid van mens en milieu te beschermen.
Vertaling: Menno Grootveld
Lili Fuhr is hoofd van de International Environmental Policy Division bij de Heinrich Böll Foundation. Jane Patton, een mondiale activist en campagnevoerder tegen plastics, is interim-coördinator voor de Amerikaanse regio van de Break Free From Plastic-beweging.