boskin88_Mario TamaGetty Images_bidennews Mario Tama/Getty Images

Een wereld van ongewenste herhalingen

STANFORD – Kijk je tegenwoordig naar sport op televisie of het internet, dan word je getrakteerd op instant-herhalingen die je een gedetailleerd beeld geven – vaak in slow-motion – van belangrijke momenten. Kijk je naar het nieuws, dan heb je misschien het gevoel dat je op dezelfde manier naar het verleden kijkt. Maar die herhalingen – van hoge inflatie, torenhoge staatsschulden, een meedogenloze grondoorlog in Europa, een nieuwe koude oorlog en de opkomst van potentieel destructieve technologieën – zijn verre van instant, en de inzet is veel hoger.

Lezers herinneren zich misschien dat ik al in het voorjaar van 2021 stijgende inflatie en tragere groei voorspelde. De voormalige Amerikaanse minister van Financiën Larry Summers deed dat zelfs al eerder. Toch verraste de inflatie van vandaag – de ergste sinds het begin van de jaren tachtig – de meeste mensen.

Ontwrichtingen in de aanbodketen, waaronder verstoringen van de energiemarkt en het voedselsysteem als gevolg van de oorlog van Rusland tegen Oekraïne, hebben bijgedragen aan de aanvankelijke prijsstijgingen. Maar de belangrijkste oorzaak van de huidige inflatie is het verkwistende monetaire en fiscale beleid, dat werd gehandhaafd ondanks het sneller dan verwachte herstel van de lockdowns tijdens de pandemie.

Zo was het Amerikaanse reddingsplan van 1,9 biljoen dollar van president Joe Biden, dat in maart 2021 werd goedgekeurd, bijna drie keer zo groot als de raming van het Congressional Budget Office van het bbp-gat dat nog moest worden gedicht om de economie haar potentieel te laten bereiken. De echo’s van het gebruik van schulden door president Lyndon B. Johnson om de oorlog in Vietnam en de ‘oorlog tegen de armoede’ eind jaren zestig te financieren, dringen zich op.

Ondertussen heeft de Amerikaanse Federal Reserve haar streefrente te lang op bijna nul gehouden en begon zij haar balans te laat af te bouwen – een aanpak die herinnert aan de fouten die zij in de jaren zeventig op monetair gebied maakte onder voorzitter Arthur Burns. De centrale bankiers dachten dat het geen kwaad kon om de inflatie een tijdje boven de doelstelling van twee procent te laten stijgen alvorens deze weer omlaag te brengen, omdat ze de doelstelling eerder hadden onderschreden.

Er zijn kortetermijnvoordelen verbonden aan het ‘warm’ laten draaien van de economie. Vlak vóór de pandemie was de werkloosheid in de VS laag, hadden minderheidsgroepen het laagste armoedepercentage in de geschiedenis en stegen de lonen het snelst aan de onderkant van de arbeidsmarkt. Voor het eerst in decennia nam de ongelijkheid af.

Secure your copy of PS Quarterly: The Climate Crucible
PS_Quarterly_Q3-24_1333x1000_No-Text

Secure your copy of PS Quarterly: The Climate Crucible

The newest issue of our magazine, PS Quarterly: The Climate Crucible, is here. To gain digital access to all of the magazine’s content, and receive your print copy, subscribe to PS Premium now.

Subscribe Now

Maar de economische en politieke prijs van dit alles is opgelopen. De kerninflatie (exclusief voedsel- en energieprijzen) in de VS bedroeg de afgelopen twaalf maanden gemiddeld 5,6 procent. Hoewel de inflatie nu iets lager is dan op het hoogtepunt, gaat het inmiddels vooral om de prijzen voor diensten en blijft de inflatie bijna drie keer zo hoog als de doelstelling van de Fed. Het credo van de centrale bank is dat de kortetermijnrente enige tijd boven de inflatie moet liggen voordat de inflatie – na een ‘lange en variabele vertraging’ – daalt in de richting van het streefpercentage.

De lonen hebben geen gelijke tred gehouden met de inflatie, en de meeste huishoudens – vooral die welke het expansieve beleid geacht werd te helpen – hebben al twee jaar te maken met een daling van het reële inkomen. Hoewel de werkloosheid zeer laag blijft en de Amerikaanse economie het beter heeft gedaan dan een groot deel van de rest van de wereld, denkt bijna de helft van de Amerikaanse bevolking dat zij zich al in een recessie bevindt en verwachten de meeste Amerikanen dat hun kinderen en kleinkinderen het slechter zullen hebben dan zijzelf. Dit vermeende afscheid van de ‘American Dream’ heeft het publiek – en de politiek – diep in beroering gebracht.

Een andere herhaling die het grootste deel van de wereld heeft verrast, is de meedogenloze grondoorlog in Europa. De rampzalige terugtrekking van Amerika uit Afghanistan in 2021 heeft de afschrikking verzwakt. Maar de Russische president Vladimir Poetin heeft zijn plannen voor Oekraïne altijd duidelijk laten doorschemeren. Behalve dat hij in 2005 klaagde dat de ondergang van de Sovjet-Unie de grootste tragedie van de twintigste eeuw was – blijkbaar erger dan de Tweede Wereldoorlog, toen twintig miljoen Russen omkwamen – bezette hij in 2008 een deel van Georgië en annexeerde hij in 2014 de Krim.

In de derde plaats lijkt de wereld, ondanks alle wereldwijde economische integratie van de afgelopen decennia, aan de rand van een nieuwe koude oorlog te staan. De toenemende economische, diplomatieke en militaire assertiviteit van China en de steeds nauwere banden van dat land met Rusland doen vrezen voor een herschikking van de internationale betrekkingen en zelfs voor een nieuwe botsing van politiek-economische systemen.

In de oorspronkelijke Koude Oorlog stonden totalitaire regimes met centraal geplande economieën tegenover gemengd-kapitalistische democratieën, onder leiding van een economisch en militair dominante VS. Deze keer is het autocratisch staatskapitalisme tegen democratieën met sociale voorzieningen, en staan Amerika’s vastberadenheid en capaciteiten ter discussie.

Bijzonder zorgwekkend is dat niet-gebonden actoren zich indekken – en dat de VS lijken te slapen achter het stuur. De door China bewerkstelligde toenadering tussen Saoedi-Arabië en Iran – een sponsor van terrorisme en leverancier van geavanceerde militaire drones aan Rusland – springt in het oog. Betekent dit een terugkeer naar de traditionele geopolitiek van het machtsevenwicht, of is het een voorbode van een conflict tussen de VS en China over Taiwan?

Ten slotte ontwricht de technologische vooruitgang de economieën en verandert zij de toekomstverwachtingen. Technologie transformeert economieën en verdringt werknemers al sinds lang voordat we een term voor dit verschijnsel hadden – Schumpeteriaanse creatieve vernietiging. Maar de economieën hebben zich over het algemeen weten aan te passen: computers hebben bijvoorbeeld uiteindelijk geen massale structurele werkloosheid teweeggebracht, omdat de arbeidskrachten voor andere banen werden ingezet. In ieder geval is de levensstandaard gestegen.

Zal dit ook het geval zijn met kunstmatige intelligentie? Een groep leiders uit de technologiesector, onder wie Elon Musk, is daar niet zo zeker van. In een recente open brief roepen ze op tot een pauze van zes maanden (of langer) in de ontwikkeling van geavanceerde AI, om een beter inzicht te krijgen in de risico’s van de technologie en manieren te bedenken om die te beperken. Musk denkt dat die risico’s de vernietiging van de menselijke beschaving omvatten, en beweert dat Google-medeoprichter Larry Page hem ooit een ‘speciesist’ noemde omdat hij de mensheid wilde beschermen tegen AI.

Uiteindelijk is ook AI echter alleen maar een instrument. Het kan ten goede worden gebruikt, bijvoorbeeld om nieuwe medicijnen en diagnoses te ontwikkelen. Maar het kan ook worden ingezet om grote schade aan te richten, zoals bij de onderdrukking in China. Ik blijf voorzichtig optimistisch dat we dit probleem en de andere hier genoemde problemen kunnen overwinnen – of in ieder geval voldoende kunnen beheersen. Maar gezien de wijdverspreide nucleaire proliferatie zouden de kosten van een mislukking de meest ongewenste herhaling van alle herhalingen met zich mee kunnen brengen.

Vertaling: Menno Grootveld

https://prosyn.org/iA9XuKinl