CALAMBA – Terwijl de wereld zich richt op de COVID-19-crisis blijft de klimaatverandering voortschrijden. De gevolgen zijn verwoestend en worden dat steeds meer – ook voor de respons op de pandemie zelf.
Er is geen twijfel mogelijk dat natuurrampen toenemen qua frequentie en intensiteit als gevolg van de klimaatverandering. Alleen al dit jaar heeft Australië geworsteld met de meest verwoestende bosbranden ooit. Oost-Afrikaanse landen zijn geteisterd door de ergste plaag van woestijnsprinkhanen in decennia. De Solomon Eilanden, Vanuatu, Fiji en Tonga werden getroffen door een tropische cycloon van categorie 5. Europa is geblakerd door een record-brekende hittegolf. Mijn land, de Filippijnen, is geconfronteerd met intense overstromingen, en het tyfoonseizoen is nog lang niet voorbij.
Dergelijke risicoʼs, zo waarschuwen wetenschappers, zullen waarschijnlijk kruisen met de COVID-19-uitbraak en de volksgezondheidsrespons, mede door de druk op de gezondheidszorgsystemen te verhevigen, de hulpmiddelen voor het lenigen van noodtoestanden uit te putten en het vermogen van mensen te ondermijnen om zich aan de social distancing-regels te houden. De zich ontvouwende economische crisis en de reeds lang bestaande sociaal-economische ongelijkheid zullen erdoor verergeren, zowel binnen landen als binnen hele regioʼs.
De recente tyfoon op de Filippijnen illustreert de uitdagingen die voor ons liggen. Harde wind en ernstige overstromingen hebben velen ertoe gedwongen hun quarantaine af te breken en naar overvolle evacuatiecentra te vluchten, waar het vrijwel onmogelijk is om vast te houden aan de social distancing-protocollen. Deze afstandsregels hebben ook de redding gecompliceerd van zoʼn 200.000 mensen die bedreigd worden door overstromingen en aardverschuivingen. Het aantal mensen met behoefte aan hulp – dat tijdens de lockdown toch al hoog was – is nog aanmerkelijk toegenomen. Ziekenhuizen die al met te weinig hulpmiddelen te kampen hadden, zullen naar verwachting worden overstroomd door patiënten met besmettelijke ziekten, zoals dengue en leptospirose, die zich waarschijnlijk steeds verder zullen verspreiden naarmate de klimaatverandering voortschrijdt.
De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat COVID-19 tot op zekere hoogte de impact van de mensheid op het milieu aan banden heeft gelegd. De afgelopen drie maanden zijn autoʼs geparkeerd gebleven, hebben fabrieken hun activiteiten ingeperkt, en zijn elektriciteitscentrales opgehouden met het verbranden van steenkool. Als gevolg daarvan is de uitstoot van koolstofdioxide dramatisch gedaald – en zelfs naar het niveau van 2010 teruggevallen. De stedelijke luchtverontreiniging is verdwenen, zodat velen hebben kunnen genieten van de terugkeer van blauwe luchten boven megasteden die voortdurend door smog geplaagd werden, en van berichten over wilde dieren die door de lege straten zwierven.
Dergelijke ontwikkelingen hebben het narratief gevoed dat de pandemie Moeder Aarde een broodnodige adempauze heeft verschaft. Maar zelfs als dit waar zou zijn, zou het respijt van korte duur zijn en weinig veranderen aan het langetermijn-traject van de klimaatverandering.
At a time when democracy is under threat, there is an urgent need for incisive, informed analysis of the issues and questions driving the news – just what PS has always provided. Subscribe now and save $50 on a new subscription.
Subscribe Now
Feitelijk hebben dezelfde onderzoekers die hebben bericht dat de lockdowns als gevolg van COVID-19 ertoe hadden geleid dat de emissies zijn gedaald ook bericht dat, toen de lockdowns werden versoepeld, de emissies onmiddellijk weer zijn gestegen. Zij voorspellen dat de pandemie zal leiden tot een reductie van het totaal van de uitstoot in 2020 met maximaal 13%, en dan alleen nog als sommige beperkingen wereldwijd van kracht zullen blijven tot het eind van dit jaar. Als we eenmaal zijn teruggekeerd naar het ʻnormaalʼ van vóór de pandemie, zullen de emissies dat ook doen.
Het laten voortduren van de lockdowns – die de armsten en meest kwetsbaren onevenredig veel schade berokkenen – is niet verantwoord. Een pandemie verlamt de economie, verscherpt de ongelijkheid en verkort mensenlevens of schopt ze in de war. Een pandemie mag niet worden gezien als een kans voor de planeet om ʻop adem te komen,ʼ of als een ecologische blessing in disguise. Het is zeker geen automatische route naar het op een gezonde en eerlijke manier koolstofvrij maken van de economie.
Maar dit betekent niet dat de pandemie de vooruitgang geen impuls kan geven. Het verzekeren van een gezondere, duurzamer en eerlijker toekomst – die niet wordt getekend door steeds meer gezondheidscrises en andere rampen – kan alleen worden verwezenlijkt door het op een geleidelijke, doelbewuste en geplande manier koolstofvrij maken van de economie en door een inclusieve opbouw van meer veerkracht. Op dit punt zijn de herstelplannen voor ná COVID-19 en de economische stimuleringspakketten die door overheden, bedrijven en internationale organisaties worden voorgesteld een goede plek om te beginnen.
De pandemie heeft laten zien hoe vreselijk slecht onze gezondheidssystemen zijn toegerust voor schokken en spanningen in alle mogelijke varianten, of het nu gaat om de toename op de korte termijn van de COVID-19-besmettingen of om de gevolgen voor de gezondheid op de langere termijn van de klimaatverandering. Als overheden investeren in het verbeteren en versterken van gezondheidssystemen, moeten ze daar doelstellingen op het gebied van de aanpassing aan en de verzachting van de klimaatverandering aan toevoegen.
Hetzelfde geldt voor de investeringen, zowel de publieke als de private, in het versterken van de veerkracht. Zoals mondiale gezondheidsautoriteiten en pleitbezorgers van het milieu hebben betoogd, kan uitsluitend wanneer leiders en besluitvormers ervoor zorgen dat alle aspecten van het herstel na COVID-19 ʻgezond en groenʼ zijn het ʻnieuwe normaalʼ van na de pandemie er een zijn die de planeet en al zijn bewoners beschermt.
Omdat zowel de pandemie als de klimaatverandering mondiale problemen zijn die geen acht slaan op politieke grenzen, is internationale samenwerking cruciaal. De United Nations Climate Change Conference (COP26) die in november dit jaar had moeten plaatsvinden in Schotland is uitgesteld tot 2021. Maar dit mag de vooruitgang niet in de weg zitten.
In plaats daarvan moet het uitstel worden beschouwd als een kans voor leiders om hun huiswerk te doen en de basis te leggen voor een conferentie die gezondheidsoverwegingen centraal stelt in de klimaatonderhandelingen. In de klimaatovereenkomst van Parijs uit 2015 werd het woord ʻgezondheidʼ slechts eenmaal genoemd – in de preambule. COP26 moet aanleiding geven tot een nóg ambitieuzer plan waarin klimaat- en gezondheidsdoelstellingen worden gecombineerd.
ʻFlatten the curveʼ was de mantra van de aanvankelijke COVID-19-respons. Om te voorkomen dat gezondheidszorgsystemen zouden worden overspoeld, en om tijd te winnen teneinde de capaciteit ervan te kunnen vergroten, moesten bevolkingen actie ondernemen om de verspreiding van het virus te vertragen. We moeten vandaag de dag dezelfde logica toepassen op de klimaatactie, door de curve platter te maken van de uitstoot van broeikasgassen en van onze bredere ecologische voetafdruk, teneinde tijd te winnen om duurzame systemen te bouwen.
Het verschil is uiteraard dat, anders dan in het geval van de gezondheidszorg, de grenzen van de planeet niet kunnen worden opgerekt. Wij zijn degenen die ons moeten aanpassen. De pandemie zal ons niet redden, maar zou wél de katalysator kunnen zijn die we nodig hebben om onszelf te redden.
To have unlimited access to our content including in-depth commentaries, book reviews, exclusive interviews, PS OnPoint and PS The Big Picture, please subscribe
In 2024, global geopolitics and national politics have undergone considerable upheaval, and the world economy has both significant weaknesses, including Europe and China, and notable bright spots, especially the US. In the coming year, the range of possible outcomes will broaden further.
offers his predictions for the new year while acknowledging that the range of possible outcomes is widening.
CALAMBA – Terwijl de wereld zich richt op de COVID-19-crisis blijft de klimaatverandering voortschrijden. De gevolgen zijn verwoestend en worden dat steeds meer – ook voor de respons op de pandemie zelf.
Er is geen twijfel mogelijk dat natuurrampen toenemen qua frequentie en intensiteit als gevolg van de klimaatverandering. Alleen al dit jaar heeft Australië geworsteld met de meest verwoestende bosbranden ooit. Oost-Afrikaanse landen zijn geteisterd door de ergste plaag van woestijnsprinkhanen in decennia. De Solomon Eilanden, Vanuatu, Fiji en Tonga werden getroffen door een tropische cycloon van categorie 5. Europa is geblakerd door een record-brekende hittegolf. Mijn land, de Filippijnen, is geconfronteerd met intense overstromingen, en het tyfoonseizoen is nog lang niet voorbij.
Dergelijke risicoʼs, zo waarschuwen wetenschappers, zullen waarschijnlijk kruisen met de COVID-19-uitbraak en de volksgezondheidsrespons, mede door de druk op de gezondheidszorgsystemen te verhevigen, de hulpmiddelen voor het lenigen van noodtoestanden uit te putten en het vermogen van mensen te ondermijnen om zich aan de social distancing-regels te houden. De zich ontvouwende economische crisis en de reeds lang bestaande sociaal-economische ongelijkheid zullen erdoor verergeren, zowel binnen landen als binnen hele regioʼs.
De recente tyfoon op de Filippijnen illustreert de uitdagingen die voor ons liggen. Harde wind en ernstige overstromingen hebben velen ertoe gedwongen hun quarantaine af te breken en naar overvolle evacuatiecentra te vluchten, waar het vrijwel onmogelijk is om vast te houden aan de social distancing-protocollen. Deze afstandsregels hebben ook de redding gecompliceerd van zoʼn 200.000 mensen die bedreigd worden door overstromingen en aardverschuivingen. Het aantal mensen met behoefte aan hulp – dat tijdens de lockdown toch al hoog was – is nog aanmerkelijk toegenomen. Ziekenhuizen die al met te weinig hulpmiddelen te kampen hadden, zullen naar verwachting worden overstroomd door patiënten met besmettelijke ziekten, zoals dengue en leptospirose, die zich waarschijnlijk steeds verder zullen verspreiden naarmate de klimaatverandering voortschrijdt.
De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat COVID-19 tot op zekere hoogte de impact van de mensheid op het milieu aan banden heeft gelegd. De afgelopen drie maanden zijn autoʼs geparkeerd gebleven, hebben fabrieken hun activiteiten ingeperkt, en zijn elektriciteitscentrales opgehouden met het verbranden van steenkool. Als gevolg daarvan is de uitstoot van koolstofdioxide dramatisch gedaald – en zelfs naar het niveau van 2010 teruggevallen. De stedelijke luchtverontreiniging is verdwenen, zodat velen hebben kunnen genieten van de terugkeer van blauwe luchten boven megasteden die voortdurend door smog geplaagd werden, en van berichten over wilde dieren die door de lege straten zwierven.
Dergelijke ontwikkelingen hebben het narratief gevoed dat de pandemie Moeder Aarde een broodnodige adempauze heeft verschaft. Maar zelfs als dit waar zou zijn, zou het respijt van korte duur zijn en weinig veranderen aan het langetermijn-traject van de klimaatverandering.
HOLIDAY SALE: PS for less than $0.7 per week
At a time when democracy is under threat, there is an urgent need for incisive, informed analysis of the issues and questions driving the news – just what PS has always provided. Subscribe now and save $50 on a new subscription.
Subscribe Now
Feitelijk hebben dezelfde onderzoekers die hebben bericht dat de lockdowns als gevolg van COVID-19 ertoe hadden geleid dat de emissies zijn gedaald ook bericht dat, toen de lockdowns werden versoepeld, de emissies onmiddellijk weer zijn gestegen. Zij voorspellen dat de pandemie zal leiden tot een reductie van het totaal van de uitstoot in 2020 met maximaal 13%, en dan alleen nog als sommige beperkingen wereldwijd van kracht zullen blijven tot het eind van dit jaar. Als we eenmaal zijn teruggekeerd naar het ʻnormaalʼ van vóór de pandemie, zullen de emissies dat ook doen.
Het laten voortduren van de lockdowns – die de armsten en meest kwetsbaren onevenredig veel schade berokkenen – is niet verantwoord. Een pandemie verlamt de economie, verscherpt de ongelijkheid en verkort mensenlevens of schopt ze in de war. Een pandemie mag niet worden gezien als een kans voor de planeet om ʻop adem te komen,ʼ of als een ecologische blessing in disguise. Het is zeker geen automatische route naar het op een gezonde en eerlijke manier koolstofvrij maken van de economie.
Maar dit betekent niet dat de pandemie de vooruitgang geen impuls kan geven. Het verzekeren van een gezondere, duurzamer en eerlijker toekomst – die niet wordt getekend door steeds meer gezondheidscrises en andere rampen – kan alleen worden verwezenlijkt door het op een geleidelijke, doelbewuste en geplande manier koolstofvrij maken van de economie en door een inclusieve opbouw van meer veerkracht. Op dit punt zijn de herstelplannen voor ná COVID-19 en de economische stimuleringspakketten die door overheden, bedrijven en internationale organisaties worden voorgesteld een goede plek om te beginnen.
De pandemie heeft laten zien hoe vreselijk slecht onze gezondheidssystemen zijn toegerust voor schokken en spanningen in alle mogelijke varianten, of het nu gaat om de toename op de korte termijn van de COVID-19-besmettingen of om de gevolgen voor de gezondheid op de langere termijn van de klimaatverandering. Als overheden investeren in het verbeteren en versterken van gezondheidssystemen, moeten ze daar doelstellingen op het gebied van de aanpassing aan en de verzachting van de klimaatverandering aan toevoegen.
Hetzelfde geldt voor de investeringen, zowel de publieke als de private, in het versterken van de veerkracht. Zoals mondiale gezondheidsautoriteiten en pleitbezorgers van het milieu hebben betoogd, kan uitsluitend wanneer leiders en besluitvormers ervoor zorgen dat alle aspecten van het herstel na COVID-19 ʻgezond en groenʼ zijn het ʻnieuwe normaalʼ van na de pandemie er een zijn die de planeet en al zijn bewoners beschermt.
Omdat zowel de pandemie als de klimaatverandering mondiale problemen zijn die geen acht slaan op politieke grenzen, is internationale samenwerking cruciaal. De United Nations Climate Change Conference (COP26) die in november dit jaar had moeten plaatsvinden in Schotland is uitgesteld tot 2021. Maar dit mag de vooruitgang niet in de weg zitten.
In plaats daarvan moet het uitstel worden beschouwd als een kans voor leiders om hun huiswerk te doen en de basis te leggen voor een conferentie die gezondheidsoverwegingen centraal stelt in de klimaatonderhandelingen. In de klimaatovereenkomst van Parijs uit 2015 werd het woord ʻgezondheidʼ slechts eenmaal genoemd – in de preambule. COP26 moet aanleiding geven tot een nóg ambitieuzer plan waarin klimaat- en gezondheidsdoelstellingen worden gecombineerd.
ʻFlatten the curveʼ was de mantra van de aanvankelijke COVID-19-respons. Om te voorkomen dat gezondheidszorgsystemen zouden worden overspoeld, en om tijd te winnen teneinde de capaciteit ervan te kunnen vergroten, moesten bevolkingen actie ondernemen om de verspreiding van het virus te vertragen. We moeten vandaag de dag dezelfde logica toepassen op de klimaatactie, door de curve platter te maken van de uitstoot van broeikasgassen en van onze bredere ecologische voetafdruk, teneinde tijd te winnen om duurzame systemen te bouwen.
Het verschil is uiteraard dat, anders dan in het geval van de gezondheidszorg, de grenzen van de planeet niet kunnen worden opgerekt. Wij zijn degenen die ons moeten aanpassen. De pandemie zal ons niet redden, maar zou wél de katalysator kunnen zijn die we nodig hebben om onszelf te redden.
Vertaling: Menno Grootveld