AMSTERDAM – Sinds de Braziliaanse president Luiz Inácio Lula da Silva in 2023 zijn ambt weer opnam en tegen de wereld zei dat Brazilië ‘terug is op het wereldtoneel,’ heeft de regering zich ingespannen om zich op te werpen als wereldleider op het gebied van het klimaat. Als huidige voorzitter van de G20 zet Brazilië zich in voor een duurzame bio-economie en meer klimaatfinanciering – doelen die het zeker zal blijven nastreven als gastheer van de VN-conferentie over klimaatverandering (COP30) volgend jaar. Bovendien vormde het land onlangs een trojka met de gastheren van COP28 (de Verenigde Arabische Emiraten) en COP29 (Azerbeidzjan) om de doelstelling van het klimaatverdrag van Parijs om de opwarming van de aarde te beperken tot 1,5º Celsius overeind te houden.
De Braziliaanse regering is niet bang geweest om rijke landen en individuen uit te dagen als onderdeel van haar inspanningen om de wereldwijde temperatuurstijging een halt toe te roepen. Maar om de grootste impact te hebben, moet Brazilië zelf het goede voorbeeld geven. Zoals het gezegde luidt: liefdadigheid begint thuis. De timing kon niet beter zijn: landen moeten voor februari 2025 ambitieuzere emissiereductiedoelstellingen voor 2035 indienen, bekend als de nationaal vastgestelde bijdragen (NDC’s).
De noodzaak om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen is nog nooit zo urgent geweest voor Brazilië, dat onlangs werd getroffen door recordoverstromingen en al wekenlang verwoestende bosbranden bestrijdt. Investeren in aanpassing en veerkracht vereist zeker meer geldstromen van de rijke landen, die verantwoordelijk zijn voor het grootste deel van de historische vervuiling, naar kwetsbare landen die lijden onder de ergste gevolgen van de opwarming van de aarde. Maar het terugdringen van de uitstoot en van de winning van fossiele brandstoffen, die de gezondheid van traditionele en inheemse gemeenschappen heeft geschaad, hun land heeft verwoest en hun vermogen om voor hun gezinnen te zorgen heeft verminderd, is ook een kwestie van economische en sociale ontwikkeling. Brazilië moet een energiebeleid ontwikkelen dat werkt voor deze gemeenschappen.
Secure your copy of PS Quarterly: The Climate Crucible
The newest issue of our magazine, PS Quarterly: The Climate Crucible, is here. To gain digital access to all of the magazine’s content, and receive your print copy, subscribe to PS Premium now.
Subscribe Now
Het aandeel elektriciteit uit wind- en zonne-energie neemt snel toe, en deze hernieuwbare energiebronnen worden met de dag goedkoper. Brazilië heeft zon en wind in overvloed, evenals de middelen om deze technologieën met succes toe te passen. Maar het is net zo belangrijk dat lokale gemeenschappen al bezig zijn met het uitbreiden van de infrastructuur voor schone energie, en dat ze innovatieve en effectieve oplossingen hebben gecreëerd om deel te kunnen nemen aan het besluitvormingsproces over het koolstofvrij maken van de economie.
Diverse door de gemeenschap geleide en gedecentraliseerde projecten voor schone energie, vaak ontwikkeld in samenwerking met NGO’s, worden in heel Brazilië gelanceerd, van geïsoleerde dorpen in het Amazonegebied tot dichtbevolkte favela’s (informele nederzettingen) in Rio de Janeiro. Tegelijkertijd hebben de inheemse volken van het land robuuste overlegprotocollen ontwikkeld voor het ontwerp en de uitvoering van publieke en particuliere projecten voor hernieuwbare energie op hun land.
Vorig jaar werd COP28 afgesloten met een overeenkomst om ‘af te stappen van fossiele brandstoffen’ – de eerste keer dat een dergelijke oproep werd gedaan op de klimaattop –, en om tegen 2030 hernieuwbare energie te verdrievoudigen en de energie-efficiëntie te verdubbelen. Om die overeenkomst na te komen, moet de regering van Lula het valse idee bestrijden dat fossiele brandstoffen noodzakelijk zijn voor de ontwikkeling, en een aanvulling kunnen zijn op inspanningen om hernieuwbare energie op te schalen en een eerlijke toegang te bieden tot gemeenschapsgerichte hernieuwbare energie.
Om de wereld te laten zien dat Brazilië het goede voorbeeld kan geven bij de mondiale transitie naar hernieuwbare energie, moet het bijgewerkte NDC zich verbinden tot doortastende maatregelen, zoals het stopzetten van nieuwe projecten op het gebied van fossiele brandstoffen en het sluiten van bestaande projecten, en het inzetten van de middelen die nodig zijn om het wereldwijde doel van verdrievoudiging van de opwekking van hernieuwbare energie te halen. Bovendien moet de regering, om het doel van energiegerechtigheid te bevorderen, beleid implementeren dat erop is gericht dat zonne- en windenergie kwetsbare gemeenschappen bereikt.
Als de Braziliaanse regering een nationaal platform creëert dat operationele steun biedt aan deze schone energieoplossingen, kan het land de wereld laten zien dat het mogelijk is om koolstofarm te worden en tegelijkertijd de mens op de eerste plaats te zetten. In feite is dit niet alleen mogelijk, maar ook essentieel.
Een paar jaar geleden kwam de wereld samen om de COVID-19-pandemie te bestrijden. Regeringen staken snel middelen in de ontwikkeling en productie van vaccins, en creëerden zo in recordtijd de instrumenten om een nieuw probleem op te lossen. In dit geval heeft de wereld alles wat nodig is om de energietransitie te versnellen en de opwarming van de aarde te beperken; het enige wat ontbreekt, is de politieke wil om ambitieuze doelen en beleid te formuleren en door te zetten. Brazilië kan en moet een van de eerste landen zijn die dat laat zien.
To have unlimited access to our content including in-depth commentaries, book reviews, exclusive interviews, PS OnPoint and PS The Big Picture, please subscribe
The annual BRICS summit is an ideal occasion for political leaders like Vladimir Putin to promote a vision of a world that the United States does not lead. But each year also brings further confirmation that the grouping serves no real purpose beyond generating symbolic gestures and lofty rhetoric.
thinks the grouping continues to show that it serves no purpose beyond generating symbolic political gestures.
Recent examples of resurgent authoritarianism demonstrate that defeat is the midwife of anti-democratic ire. When an autocratic movement regains control of the state’s machinery after being ousted from power, inexperience no longer prevents it from attacking institutions directly.
see a pattern of authoritarian movements becoming more effective when given a second shot at power.
AMSTERDAM – Sinds de Braziliaanse president Luiz Inácio Lula da Silva in 2023 zijn ambt weer opnam en tegen de wereld zei dat Brazilië ‘terug is op het wereldtoneel,’ heeft de regering zich ingespannen om zich op te werpen als wereldleider op het gebied van het klimaat. Als huidige voorzitter van de G20 zet Brazilië zich in voor een duurzame bio-economie en meer klimaatfinanciering – doelen die het zeker zal blijven nastreven als gastheer van de VN-conferentie over klimaatverandering (COP30) volgend jaar. Bovendien vormde het land onlangs een trojka met de gastheren van COP28 (de Verenigde Arabische Emiraten) en COP29 (Azerbeidzjan) om de doelstelling van het klimaatverdrag van Parijs om de opwarming van de aarde te beperken tot 1,5º Celsius overeind te houden.
De Braziliaanse regering is niet bang geweest om rijke landen en individuen uit te dagen als onderdeel van haar inspanningen om de wereldwijde temperatuurstijging een halt toe te roepen. Maar om de grootste impact te hebben, moet Brazilië zelf het goede voorbeeld geven. Zoals het gezegde luidt: liefdadigheid begint thuis. De timing kon niet beter zijn: landen moeten voor februari 2025 ambitieuzere emissiereductiedoelstellingen voor 2035 indienen, bekend als de nationaal vastgestelde bijdragen (NDC’s).
De noodzaak om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen is nog nooit zo urgent geweest voor Brazilië, dat onlangs werd getroffen door recordoverstromingen en al wekenlang verwoestende bosbranden bestrijdt. Investeren in aanpassing en veerkracht vereist zeker meer geldstromen van de rijke landen, die verantwoordelijk zijn voor het grootste deel van de historische vervuiling, naar kwetsbare landen die lijden onder de ergste gevolgen van de opwarming van de aarde. Maar het terugdringen van de uitstoot en van de winning van fossiele brandstoffen, die de gezondheid van traditionele en inheemse gemeenschappen heeft geschaad, hun land heeft verwoest en hun vermogen om voor hun gezinnen te zorgen heeft verminderd, is ook een kwestie van economische en sociale ontwikkeling. Brazilië moet een energiebeleid ontwikkelen dat werkt voor deze gemeenschappen.
Secure your copy of PS Quarterly: The Climate Crucible
The newest issue of our magazine, PS Quarterly: The Climate Crucible, is here. To gain digital access to all of the magazine’s content, and receive your print copy, subscribe to PS Premium now.
Subscribe Now
Het aandeel elektriciteit uit wind- en zonne-energie neemt snel toe, en deze hernieuwbare energiebronnen worden met de dag goedkoper. Brazilië heeft zon en wind in overvloed, evenals de middelen om deze technologieën met succes toe te passen. Maar het is net zo belangrijk dat lokale gemeenschappen al bezig zijn met het uitbreiden van de infrastructuur voor schone energie, en dat ze innovatieve en effectieve oplossingen hebben gecreëerd om deel te kunnen nemen aan het besluitvormingsproces over het koolstofvrij maken van de economie.
Diverse door de gemeenschap geleide en gedecentraliseerde projecten voor schone energie, vaak ontwikkeld in samenwerking met NGO’s, worden in heel Brazilië gelanceerd, van geïsoleerde dorpen in het Amazonegebied tot dichtbevolkte favela’s (informele nederzettingen) in Rio de Janeiro. Tegelijkertijd hebben de inheemse volken van het land robuuste overlegprotocollen ontwikkeld voor het ontwerp en de uitvoering van publieke en particuliere projecten voor hernieuwbare energie op hun land.
Vorig jaar werd COP28 afgesloten met een overeenkomst om ‘af te stappen van fossiele brandstoffen’ – de eerste keer dat een dergelijke oproep werd gedaan op de klimaattop –, en om tegen 2030 hernieuwbare energie te verdrievoudigen en de energie-efficiëntie te verdubbelen. Om die overeenkomst na te komen, moet de regering van Lula het valse idee bestrijden dat fossiele brandstoffen noodzakelijk zijn voor de ontwikkeling, en een aanvulling kunnen zijn op inspanningen om hernieuwbare energie op te schalen en een eerlijke toegang te bieden tot gemeenschapsgerichte hernieuwbare energie.
Om de wereld te laten zien dat Brazilië het goede voorbeeld kan geven bij de mondiale transitie naar hernieuwbare energie, moet het bijgewerkte NDC zich verbinden tot doortastende maatregelen, zoals het stopzetten van nieuwe projecten op het gebied van fossiele brandstoffen en het sluiten van bestaande projecten, en het inzetten van de middelen die nodig zijn om het wereldwijde doel van verdrievoudiging van de opwekking van hernieuwbare energie te halen. Bovendien moet de regering, om het doel van energiegerechtigheid te bevorderen, beleid implementeren dat erop is gericht dat zonne- en windenergie kwetsbare gemeenschappen bereikt.
Als de Braziliaanse regering een nationaal platform creëert dat operationele steun biedt aan deze schone energieoplossingen, kan het land de wereld laten zien dat het mogelijk is om koolstofarm te worden en tegelijkertijd de mens op de eerste plaats te zetten. In feite is dit niet alleen mogelijk, maar ook essentieel.
Een paar jaar geleden kwam de wereld samen om de COVID-19-pandemie te bestrijden. Regeringen staken snel middelen in de ontwikkeling en productie van vaccins, en creëerden zo in recordtijd de instrumenten om een nieuw probleem op te lossen. In dit geval heeft de wereld alles wat nodig is om de energietransitie te versnellen en de opwarming van de aarde te beperken; het enige wat ontbreekt, is de politieke wil om ambitieuze doelen en beleid te formuleren en door te zetten. Brazilië kan en moet een van de eerste landen zijn die dat laat zien.
Savio Carvalho is hoofd regio’s bij 350.org.
Vertaling: Menno Grootveld