Duitslands keuze

FRANKFURT – De eurocrisis heeft de Europese Unie al doen veranderen van een vrijwillige associatie van gelijkwaardige staten in een relatie tussen crediteuren en debiteuren, waaruit geen eenvoudige ontsnapping mogelijk is. De crediteuren zouden grote sommen geld verliezen als een lidstaat zou besluiten de monetaire unie te verlaten, maar de debiteuren worden nu onderworpen aan een beleid dat hun depressie verergert, hun schuldenlast verdiept en hun ondergeschikte positie laat voortduren. Als gevolg hiervan dreigt de crisis de Europese Unie zelf te vernietigen. Dat zou een tragedie van historische dimensies zijn, die alleen kan worden voorkomen door Duitse stuurmanskunst.

De oorzaken van de crisis kunnen niet goed worden begrepen zonder de fatale zwakte van de euro te onderkennen: door een onafhankelijke centrale bank in het leven te roepen, hebben de lidstaten schulden gemaakt in een munt die ze niet kunnen controleren. Aanvankelijk hebben zowel de autoriteiten als de marktdeelnemers alle staatsobligaties behandeld alsof ze geen risico vertegenwoordigden, waardoor een pervers motief voor de banken ontstond om zich helemaal vol te proppen met de obligaties van de zwakkere landen. Toen de Griekse crisis het spook van een staatsbankroet deed opdoemen, reageerden de financiële markten extra fel, door alle zwaar in de schulden stekende lidstaten van de eurozone de status toe te kennen van een derdewereldland dat te veel schulden heeft gemaakt in buitenlandse valuta's. Vervolgens werden deze lidstaten behandeld alsof ze de exclusieve verantwoordelijkheid droegen voor hun ongeluk, en werd er niets gedaan aan de structurele defecten van de euro.

Als dit eenmaal is begrepen, ligt de oplossing voor de hand. Zij kan in één woord worden opgesomd: euro-obligaties.

Als de landen die zich houden aan het nieuwe Begrotingspact van de Europese Unie al hun schulden in euro-obligaties zouden mogen omzetten, zouden de positieve gevolgen daarvan bijna wonderbaarlijk zijn. Het gevaar van een staatsbankroet zou verdwijnen, evenals de risicopremies. De bankbalansen zouden een onmiddellijke stimulans ondergaan, net als de staatsbegrotingen van de zwaar in de schulden stekende landen.

Italië zou bijvoorbeeld 4% van zijn bruto binnenlands product (bbp) besparen; zijn begroting zou een overschot gaan vertonen; en de bezuinigingen zouden plaatsmaken voor fiscale impulsen. Als gevolg daarvan zou de economie weer gaan groeien en zou de verhouding van de staatsschuld tot het bbp dalen. Het grootste deel van de schijnbaar onoplosbare problemen zou als sneeuw voor de zon verdwijnen; het zou voelen als het wakker worden uit een nachtmerrie.

In overeenstemming met het Begrotingspact zouden de lidstaten alleen nieuwe euro-obligaties mogen uitgeven ter vervanging van hun aflopende obligaties; na vijf jaar zouden de uitstaande schulden dan geleidelijk zijn teruggelopen tot 60% van het bbp. Een lidstaat die extra schulden zou maken, zou louter op eigen kracht kunnen bijlenen. Het Begrotingspact moet hier en daar worden aangepast om ervoor te zorgen dat de straffen voor het niet nakomen ervan automatisch, onmiddellijk en – om geloofwaardig te blijven – niet te streng zullen zijn. Een strikter Begrotingspact zou het risico van een staatsbankroet praktisch elimineren.

Secure your copy of PS Quarterly: The Climate Crucible
PS_Quarterly_Q3-24_1333x1000_No-Text

Secure your copy of PS Quarterly: The Climate Crucible

The newest issue of our magazine, PS Quarterly: The Climate Crucible, is here. To gain digital access to all of the magazine’s content, and receive your print copy, subscribe to PS Premium now.

Subscribe Now

Euro-obligaties zouden dus niet ten koste gaan van Duitslands kredietstatus. Integendeel, ze zouden gunstig afsteken bij de staatsobligaties van de Verenigde Staten, Engeland en Japan.

Euro-obligaties zijn zeker geen wondermiddel. De impuls die ervan zou uitgaan is wellicht niet genoeg om voor herstel te zorgen; er zijn misschien extra fiscale en monetaire maatregelen nodig. Maar dat zou een luxe-probleem zijn. Verontrustender is dat euro-obligaties de verschillen tussen de diverse lidstaten van de eurozone niet zouden wegnemen waar het de concurrentiekracht betreft. Individuele landen zouden nog steeds structurele hervormingen moeten doorvoeren. De Europese Unie zou ook een bankenunie nodig hebben om alle landen tegen gelijke voorwaarden kredieten te kunnen verstrekken. (De steunoperatie voor Cyprus heeft deze behoefte acuter gemaakt door het speelveld nog ongelijkwaardiger te maken). Maar de aanvaarding van euro-obligaties door Duitsland zou de sfeer veranderen en de noodzakelijke hervormingen vergemakkelijken.

Helaas blijft Duitsland zich met hand en tand verzetten tegen euro-obligaties. Sinds de Duitse bondskanselier Angela Merkel haar veto heeft uitgesproken over het idee, is er geen aandacht meer aan besteed. Het Duitse publiek ziet niet in dat instemmen met euro-obligaties minder riskant en kostbaar zou zijn dan door blijven gaan met slechts het minimale te doen om de euro te redden.

Duitsland heeft het recht om euro-obligaties af te wijzen. Maar het heeft het recht niet om de zwaar in de schulden stekende landen ervan te weerhouden aan hun ellende te ontkomen door zich aaneen te sluiten en ze uit te geven. Als Duitsland tegen euro-obligaties is, moet het land overwegen uit de euro te stappen. Verrassend genoeg zouden euro-obligaties, uitgegeven door een eurozone zonder Duitsland, nog steeds gunstig afsteken bij de staatsobligaties van landen als de Verenigde Staten, Engeland en Japan.

De reden is eenvoudig. Omdat alle opgetaste schulden in euro's worden gerekend, maakt het alle verschil van de wereld welk land de euro verlaat. Als dat Duitsland zou zijn, zou de euro in waarde dalen en zouden de debiteurenlanden hun concurrentiekracht herwinnen. Hun schulden zouden in reële termen verminderen en als zij euro-obligaties zouden uitgeven, zou de dreiging van een staatsbankroet verdwijnen. Hun schuldenlast zou plotseling houdbaar worden.

Tegelijkertijd zou het grootste deel van de aanpassingsproblemen voor rekening komen van de landen die uit de euro zouden stappen. Hun exporten zouden minder concurrerend worden, en ze zouden op hun thuismarkten op zware concurrentie stuiten van het resterende deel van de eurozone. Ze zouden ook verliezen lijden op hun vorderingen en beleggingen die in euro's worden gerekend.

Als Italië daarentegen de eurozone zou verlaten, zou zijn in euro's gerekende schuldenlast ondraaglijk worden en moeten worden gesaneerd, zodat het mondiale financiële stelsel in chaos zou worden gestort. Dus als er een land zou moeten opstappen, zou dat Duitsland moeten zijn en niet Italië.

Er kunnen sterke argumenten worden aangevoerd voor het pleidooi om Duitsland te laten kiezen tussen het aanvaarden van euro-obligaties en het verlaten van de eurozone, maar het is minder duidelijk welk van de twee opties beter zou zijn voor het land. Slechts het Duitse electoraat is gekwalificeerd om te beslissen.

Als er vandaag in Duitsland een referendum zou worden gehouden, zouden de voorstanders van een vertrek uit de eurozone met het grootste gemak winnen. Maar als ze er beter over zouden kunnen nadenken, zouden de mensen misschien tot inkeer komen. Zij zouden dan ontdekken dat de kosten voor Duitsland van het autoriseren van euro-obligaties zwaar overdreven zijn, en de kosten van een vertrek uit de euro gebagatelliseerd.

Het probleem is dat Duitsland niet is gedwongen om te kiezen. Het kan het minimale blijven doen dat nodig is om de euro in stand te houden. Dat heeft duidelijk de voorkeur van Merkel, althans tot na de komende verkiezingen.

Europa zou oneindig veel beter af zijn als Duitsland een definitieve keuze zou maken tussen het aanvaarden van euro-obligaties en een vertrek uit de eurozone, ongeacht de uitkomst; Duitsland zou eveneens beter af zijn. De situatie wordt steeds beroerder en zal op de langere termijn beslist onhoudbaar worden. Een wanordelijke desintegratie die uitloopt op wederzijdse beschuldigingen en niet-vereffende claims zou Europa in een slechtere toestand achterlaten dan aan het begin van het stoutmoedige experiment van de eenwording. Dat is duidelijk niet in het belang van Duitsland.

Vertaling: Menno Grootveld

https://prosyn.org/rRr67Minl