NEW YORK – Nu de cruciale presidentsverkiezingen in Amerika naderen, heeft de campagne een hoogtepunt bereikt, waarbij Donald Trump en zijn trawanten die steeds radicalere beloften uiten over wat ze met de macht zouden doen. Maar zulke beloften, bijvoorbeeld met betrekking tot het fiscaal beleid, zullen onvermijdelijk gebroken worden. Het is immers mathematisch onmogelijk om tegelijkertijd de belastingen voor bedrijven en miljardairs te verlagen, basisprogramma’s zoals defensie en sociale zekerheid in stand te houden, en het begrotingstekort te verlagen.
Enkele van de meer absurde beloften van de Trump-campagne komen van Elon Musk, die beweert te weten hoe hij twee biljoen dollar op de federale begroting kan bezuinigen. Dit is een nogal boude bewering van iemand wiens bedrijven zo afhankelijk zijn van overheidscontracten en reddingsoperaties (zonder de lening van 465 miljoen dollar die Tesla kreeg van de regering-Obama, was het bedrijf misschien wel failliet gegaan).
Musks beweringen leggen een verbazingwekkende onwetendheid over zowel economie als politiek aan de dag. Zijn voorstellen komen neer op een bezuiniging van ongeveer een derde van alle overheidsuitgaven – acht keer méér dan wat het General Accountability Office (de interne waakhond van de overheid) raamt als verspilling of fraude. De VS zouden onder meer moeten snijden in alle ‘discretionaire’ uitgaven, inclusief defensie, gezondheidszorg, onderwijs en de ministeries van Financiën en Handel, en moeten bezuinigen op Sociale Zekerheid, Medicare en andere gevestigde, overweldigend populaire programma’s.
Zulke drastische bezuinigingen impliceren dat Trump zou moeten proberen het Congres ervan te overtuigen om grote veranderingen in deze programma’s aan te brengen. Maar reken daar niet op. Trump heeft vier jaar de tijd gehad om de ‘administratieve staat’ te ontmantelen toen hij president was, en dat heeft hij niet waargemaakt. Nu doet hij populistische beloften die het tekort zouden vergroten (in plaats van verkleinen) – met ruim 7,5 biljoen dollar in de komende tien jaar.
Zulke ingrijpende bezuinigingen zouden verwoestende gevolgen hebben voor de Amerikaanse economie en samenleving. ‘Slash-and-burn’-beleid mislukt onvermijdelijk. Net zoals de strategie van de Amerikaanse minister van Financiën Andrew Mellon om de broekriem aan te halen onder Herbert Hoover heeft bijgedragen aan de Grote Depressie, heeft het bezuinigingsbeleid in het Verenigd Koninkrijk onder veertien jaar regering van de Conservatieven geleid tot anderhalf decennium van stagnatie.
Het contrast tussen de economische programma’s van Trump en Kamala Harris had niet schriller kunnen zijn. Harris’ agenda zou de kosten van levensonderhoud verlagen – voortbouwend op de bepalingen van de Inflation Reduction Act (IRA) om de kosten van medicijnen en energie omlaag te brengen – en huisvesting betaalbaarder maken, terwijl Trumps tarieven (een belasting op geïmporteerde goederen) alles duurder zouden maken voor de Amerikanen, vooral voor huishoudens met een midden- of lager inkomen.
Op vrijwel elk gebied waarop het land voor een uitdaging staat, zou het beleid van Trump de zaken erger maken. Zelfs vóór de pandemie daalde de levensverwachting in de VS – toch al de laagste onder de geavanceerde economieën – onder Trump. Door te streven naar intrekking van de Affordable Care Act en de IRA-bepaling die de prijzen van medicijnen op recept verlaagt, zou Trump de situatie alleen nog maar verergeren.
Amerika staat ook bovenaan de lijst van geavanceerde economieën als het gaat om ongelijkheid, en Trumps belastingverlagingen voor de rijken zouden de kloof nog groter maken. Het beleid van Harris zou daarentegen direct gericht zijn op het verbeteren van de levensstandaard van de middenklasse.
Naast de crises op het gebied van de gezondheid en de ongelijkheid, kost de klimaatverandering de Amerikanen veel levens en materiële schade. Toch heeft Trump fossiele brandstofmagnaten gepaaid voor campagnebijdragen, waarbij hij in ruil daarvoor beloofde om de regelgeving op het gebied van de vervuiling terug te schroeven. Niet alleen zou hij Amerika zo achter laten lopen op veel andere landen bij de transitie naar een schone energie-economie; hij zou van de VS ook (weer) een internationale paria maken.
Dit zijn enkele van de vele redenen waarom drieëntwintig Amerikaanse economen die de Nobelprijs gewonnen hebben onlangs een open brief ondertekenden waarin ze Harris steunden. Het is moeilijk om twee economen het over veel zaken eens te laten zijn, maar we concludeerden dat ‘Harris’ economische agenda over het algemeen de gezondheid, investeringen, duurzaamheid, veerkracht, werkgelegenheid en eerlijkheid van onze natie zal verbeteren, en veel beter zal zijn dan de contraproductieve economische agenda van Donald Trump.’ Economische kwesties spelen een belangrijke rol bij deze verkiezing en wij Nobel-economen concludeerden dat ‘Kamala Harris een veel betere rentmeester van onze economie zou zijn.’
Veel Amerikanen willen begrijpelijkerwijs alle chaos (en overtollige COVID-19-doden) vergeten die heerste tijdens het presidentschap van Trump. Maar dat moeten we niet doen. Nu Trump openlijk op zoek is naar vergelding tegen wat hij de ‘vijanden van binnenuit’ noemt en de Republikeinse Partij nu niets anders meer is dan een persoonlijkheidscultus, bestaat er weinig twijfel dat een tweede presidentschap van Trump nog erger zou zijn dan het eerste.
Hoewel de economische kracht van Amerika rust op de fundamenten van wetenschap en technologie, heeft Trump herhaaldelijk voorgesteld om enorm te snijden in de federale uitgaven voor onderzoek, wat desastreus zou zijn voor de vooruitgang in de basiswetenschap en domino-effecten zou hebben in veel belangrijke economische sectoren. Tijdens zijn eerste presidentschap begrepen zelfs de Republikeinen de roekeloosheid van zijn voorstellen op dit gebied en stemden ze tegen. Maar nu is de zelfverloochenende dienstbaarheid van de partij aan hem totaal.
In een andere open brief kregen mijn collega-Nobelprijswinnaars onder de economen en ikzelf gezelschap van andere Nobelprijswinnende wetenschappers (ruim tachtig in totaal). Samen wijzen we erop dat ‘de enorme sprong voorwaarts qua levensstandaard en levensverwachting in de afgelopen twee eeuwen grotendeels het resultaat is van de vooruitgang in wetenschap en technologie. Kamala Harris erkent dit en begrijpt dat het behoud van Amerika’s leiderschap op deze gebieden budgettaire steun van de federale overheid, onafhankelijke universiteiten en internationale samenwerking vereist. Harris erkent ook de sleutelrol die immigranten altijd hebben gespeeld in de vooruitgang van de wetenschap.’
Helaas heeft zelfs Musk – wiens bedrijven afhankelijk zijn van fundamentele wetenschap, bedreven door anderen – niet volledig overwogen wat Trump zou betekenen voor zijn bottom line. Hebzucht op de korte termijn – een fixatie op belastingverlagingen en lichtere regelgeving – heeft veel captains of industry en finance ertoe verleid zich bij het Trump-kamp aan te sluiten. Trump biedt vriendjeskapitalisme – een soort kapitalisme dat, zelfs als het goed uitpakt voor Musk en andere miljardairs, niet goed zal zijn voor de rest van ons. Maar Harris straalt tenminste de hoop uit dat de Amerikanen door goed na te denken en samen te werken een veerkrachtigere, inclusievere, sneller groeiende economie kunnen creëren – een economie die beter presteert dan het vriendjeskapitalisme en de voordelen van de groei eerlijker verdeelt.
Vertaling: Menno Grootveld
NEW YORK – Nu de cruciale presidentsverkiezingen in Amerika naderen, heeft de campagne een hoogtepunt bereikt, waarbij Donald Trump en zijn trawanten die steeds radicalere beloften uiten over wat ze met de macht zouden doen. Maar zulke beloften, bijvoorbeeld met betrekking tot het fiscaal beleid, zullen onvermijdelijk gebroken worden. Het is immers mathematisch onmogelijk om tegelijkertijd de belastingen voor bedrijven en miljardairs te verlagen, basisprogramma’s zoals defensie en sociale zekerheid in stand te houden, en het begrotingstekort te verlagen.
Enkele van de meer absurde beloften van de Trump-campagne komen van Elon Musk, die beweert te weten hoe hij twee biljoen dollar op de federale begroting kan bezuinigen. Dit is een nogal boude bewering van iemand wiens bedrijven zo afhankelijk zijn van overheidscontracten en reddingsoperaties (zonder de lening van 465 miljoen dollar die Tesla kreeg van de regering-Obama, was het bedrijf misschien wel failliet gegaan).
Musks beweringen leggen een verbazingwekkende onwetendheid over zowel economie als politiek aan de dag. Zijn voorstellen komen neer op een bezuiniging van ongeveer een derde van alle overheidsuitgaven – acht keer méér dan wat het General Accountability Office (de interne waakhond van de overheid) raamt als verspilling of fraude. De VS zouden onder meer moeten snijden in alle ‘discretionaire’ uitgaven, inclusief defensie, gezondheidszorg, onderwijs en de ministeries van Financiën en Handel, en moeten bezuinigen op Sociale Zekerheid, Medicare en andere gevestigde, overweldigend populaire programma’s.
Zulke drastische bezuinigingen impliceren dat Trump zou moeten proberen het Congres ervan te overtuigen om grote veranderingen in deze programma’s aan te brengen. Maar reken daar niet op. Trump heeft vier jaar de tijd gehad om de ‘administratieve staat’ te ontmantelen toen hij president was, en dat heeft hij niet waargemaakt. Nu doet hij populistische beloften die het tekort zouden vergroten (in plaats van verkleinen) – met ruim 7,5 biljoen dollar in de komende tien jaar.
Zulke ingrijpende bezuinigingen zouden verwoestende gevolgen hebben voor de Amerikaanse economie en samenleving. ‘Slash-and-burn’-beleid mislukt onvermijdelijk. Net zoals de strategie van de Amerikaanse minister van Financiën Andrew Mellon om de broekriem aan te halen onder Herbert Hoover heeft bijgedragen aan de Grote Depressie, heeft het bezuinigingsbeleid in het Verenigd Koninkrijk onder veertien jaar regering van de Conservatieven geleid tot anderhalf decennium van stagnatie.
Het contrast tussen de economische programma’s van Trump en Kamala Harris had niet schriller kunnen zijn. Harris’ agenda zou de kosten van levensonderhoud verlagen – voortbouwend op de bepalingen van de Inflation Reduction Act (IRA) om de kosten van medicijnen en energie omlaag te brengen – en huisvesting betaalbaarder maken, terwijl Trumps tarieven (een belasting op geïmporteerde goederen) alles duurder zouden maken voor de Amerikanen, vooral voor huishoudens met een midden- of lager inkomen.
BLACK FRIDAY SALE: Subscribe for as little as $34.99
Subscribe now to gain access to insights and analyses from the world’s leading thinkers – starting at just $34.99 for your first year.
Subscribe Now
Op vrijwel elk gebied waarop het land voor een uitdaging staat, zou het beleid van Trump de zaken erger maken. Zelfs vóór de pandemie daalde de levensverwachting in de VS – toch al de laagste onder de geavanceerde economieën – onder Trump. Door te streven naar intrekking van de Affordable Care Act en de IRA-bepaling die de prijzen van medicijnen op recept verlaagt, zou Trump de situatie alleen nog maar verergeren.
Amerika staat ook bovenaan de lijst van geavanceerde economieën als het gaat om ongelijkheid, en Trumps belastingverlagingen voor de rijken zouden de kloof nog groter maken. Het beleid van Harris zou daarentegen direct gericht zijn op het verbeteren van de levensstandaard van de middenklasse.
Naast de crises op het gebied van de gezondheid en de ongelijkheid, kost de klimaatverandering de Amerikanen veel levens en materiële schade. Toch heeft Trump fossiele brandstofmagnaten gepaaid voor campagnebijdragen, waarbij hij in ruil daarvoor beloofde om de regelgeving op het gebied van de vervuiling terug te schroeven. Niet alleen zou hij Amerika zo achter laten lopen op veel andere landen bij de transitie naar een schone energie-economie; hij zou van de VS ook (weer) een internationale paria maken.
Dit zijn enkele van de vele redenen waarom drieëntwintig Amerikaanse economen die de Nobelprijs gewonnen hebben onlangs een open brief ondertekenden waarin ze Harris steunden. Het is moeilijk om twee economen het over veel zaken eens te laten zijn, maar we concludeerden dat ‘Harris’ economische agenda over het algemeen de gezondheid, investeringen, duurzaamheid, veerkracht, werkgelegenheid en eerlijkheid van onze natie zal verbeteren, en veel beter zal zijn dan de contraproductieve economische agenda van Donald Trump.’ Economische kwesties spelen een belangrijke rol bij deze verkiezing en wij Nobel-economen concludeerden dat ‘Kamala Harris een veel betere rentmeester van onze economie zou zijn.’
Veel Amerikanen willen begrijpelijkerwijs alle chaos (en overtollige COVID-19-doden) vergeten die heerste tijdens het presidentschap van Trump. Maar dat moeten we niet doen. Nu Trump openlijk op zoek is naar vergelding tegen wat hij de ‘vijanden van binnenuit’ noemt en de Republikeinse Partij nu niets anders meer is dan een persoonlijkheidscultus, bestaat er weinig twijfel dat een tweede presidentschap van Trump nog erger zou zijn dan het eerste.
Hoewel de economische kracht van Amerika rust op de fundamenten van wetenschap en technologie, heeft Trump herhaaldelijk voorgesteld om enorm te snijden in de federale uitgaven voor onderzoek, wat desastreus zou zijn voor de vooruitgang in de basiswetenschap en domino-effecten zou hebben in veel belangrijke economische sectoren. Tijdens zijn eerste presidentschap begrepen zelfs de Republikeinen de roekeloosheid van zijn voorstellen op dit gebied en stemden ze tegen. Maar nu is de zelfverloochenende dienstbaarheid van de partij aan hem totaal.
In een andere open brief kregen mijn collega-Nobelprijswinnaars onder de economen en ikzelf gezelschap van andere Nobelprijswinnende wetenschappers (ruim tachtig in totaal). Samen wijzen we erop dat ‘de enorme sprong voorwaarts qua levensstandaard en levensverwachting in de afgelopen twee eeuwen grotendeels het resultaat is van de vooruitgang in wetenschap en technologie. Kamala Harris erkent dit en begrijpt dat het behoud van Amerika’s leiderschap op deze gebieden budgettaire steun van de federale overheid, onafhankelijke universiteiten en internationale samenwerking vereist. Harris erkent ook de sleutelrol die immigranten altijd hebben gespeeld in de vooruitgang van de wetenschap.’
Helaas heeft zelfs Musk – wiens bedrijven afhankelijk zijn van fundamentele wetenschap, bedreven door anderen – niet volledig overwogen wat Trump zou betekenen voor zijn bottom line. Hebzucht op de korte termijn – een fixatie op belastingverlagingen en lichtere regelgeving – heeft veel captains of industry en finance ertoe verleid zich bij het Trump-kamp aan te sluiten. Trump biedt vriendjeskapitalisme – een soort kapitalisme dat, zelfs als het goed uitpakt voor Musk en andere miljardairs, niet goed zal zijn voor de rest van ons. Maar Harris straalt tenminste de hoop uit dat de Amerikanen door goed na te denken en samen te werken een veerkrachtigere, inclusievere, sneller groeiende economie kunnen creëren – een economie die beter presteert dan het vriendjeskapitalisme en de voordelen van de groei eerlijker verdeelt.
Vertaling: Menno Grootveld