trump tax bill speech white house Jabin Botsford/The Washington Post/Getty Images

De Grote Amerikaanse Belastingroof is één jaar oud

BERKELEY – Het is nu een jaar geleden dat de Amerikaanse president Donald Trump en zijn mede-Republikeinen hun enorme belastingverlaging voor het bedrijfsleven door het Congres hebben geramd. Destijds beschreven de critici van de “Tax Cuts and Jobs Act” de wet als een cynisch cadeautje voor rijke aandeelhouders. Maar er was ook een aanzienlijk aantal economen dat zijn steun aan de wet gaf.

Eén prominente groep, waarvan de meeste leden in eerdere Republikeinse regeringen hadden gediend, voorspelde bijvoorbeeld in TheWall Street Journal dat de belastingverlaging het bbp op de lange termijn een impuls van 3 tot 4% zou geven, met een “bijkomende stijging” van ongeveer 0,4% “van het jaarlijkse tempo van de bbp-groei” in het komende decennium. En in een open brief aan het Congres betoogde een coterie van ruim honderd economen dat “de macro-economische feedback van de [belastingverlaging] meer dan voldoende zou zijn om het inkomensverlies voor de overheid te compenseren,” wat impliceerde dat de wet mettertijd budgetneutraal zou zijn.

Op dezelfde manier betoogde Robert J. Barro van de Harvard Universiteit in a commentaar voor Project Syndicate dat de belastingverlaging het reële (voor de inflatie gecorrigeerde) bbp per hoofd van de bevolking zou doen oplopen met een onwaarschijnlijke 7%. En Michael J. Boskin van het Hoover Instituut ondersteunde deze analyse in een daaropvolgend commentaar.

Tenslotte beweerden Kevin Hassett, voorzitter van de Raad van Economische Adviseurs van het Witte Huis, en Greg Mankiw van de Harvard Universiteit dat de productiviteitswinst van het belastingpakket vooral de lonen en niet zozeer de winsten ten goede zou komen, omdat buitenlandse spaarders hun geld in de VS zouden beleggen.

De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat dit vooral langetermijnvoorspellingen waren. Maar voorstanders van de wet claimden niettemin dat we genoeg extra investeringen zouden zien om de groei met 0,4% per jaar te laten stijgen. Dat impliceert een jaarlijkse groei van de investeringen van grofweg $800 mrd, waardoor de jaarlijkse investeringen van 17,5% naar ongeveer 21,5% van het bbp zouden moeten oplopen. We kunnen niet weten hoeveel de Amerikaanse economie zou zijn gegroeid zonder de belastingverlaging. Maar zoals uit onderstaande grafiek blijkt, zijn de investeringen niet naar dat niveau gestegen, en lijkt het er ook niet op dat dit binnenkort zal gebeuren.

[Grafiek]

Secure your copy of PS Quarterly: The Climate Crucible
PS_Quarterly_Q3-24_1333x1000_No-Text

Secure your copy of PS Quarterly: The Climate Crucible

The newest issue of our magazine, PS Quarterly: The Climate Crucible, is here. To gain digital access to all of the magazine’s content, and receive your print copy, subscribe to PS Premium now.

Subscribe Now

Dat is geen verrassing. In de tijd dat alle eerder genoemde economen hun optimistische voorspellingen deden over de vermoedelijke gevolgen van het belastingpakket, schilderden neutrale cijferaars als het Tax Policy Center een realistischer beeld. En anders dan voor de meeste voorstanders van de verlaging is de raison d’être van het Tax Policy Center niet het plezieren van donoren of een specifieke politieke partij, maar het doen van zo goed mogelijke voorspellingen.

De diepgaande meningsverschillen over de mogelijke gevolgen van de belastingwet van vorig jaar ergerden Binyamin Applebaum van TheNew York Times. “Wat betekent het om met de handtekeningen te komen van honderd economen die zich vóór een bepaald voorstel uitspreken als honderd anderen een tegenovergestelde verklaring ondertekenen?” vroeg Applebaum destijds op Twitter. “Hoe rechtvaardigt Harvard bijvoorbeeld dat ze mensen in dienst hebben die beweren in dezelfde discipline werkzaam te zijn, terwijl ze elkaar publiekelijk verketteren als charlatans? Hoe moeten gewone mensen, laat staan de leden van het Congres, in Godsnaam uitvogelen welke hoogleraren de serieuze economen zijn?”

We kunnen nu antwoord geven op deze laatste vraag. Wetenschap gaat over de zoektocht naar waarheid. Als wetenschappers erachter komen dat ze iets verkeerd hebben gezien, vragen ze zich af waarom, teneinde hun methodologie te kunnen verbeteren en het in de toekomst wellicht beter te kunnen zien. De economen die voorspelden dat de belastingverlaging zou leiden tot een snelle stijging van de investeringen en duurzame groei blijken het nu bij het verkeerde eind te hebben gehad. Als het serieuze wetenschappers zouden zijn, zouden ze dit als een teken opvatten dat ze iets moeten leren. Maar helaas is dat niet het geval. Ze zijn stil gebleven, wat erop duidt dat ze niet verbaasd zijn om te zien dat de investeringen niet doen wat zij hadden beloofd.

Maar waarom zouden ze ook verbaasd moeten zijn? Het is immers illusoir om te veronderstellen, zoals hun modellen doen, dat de investeringen snel stijgen (of dalen) als buitenlandse beleggers zich naar de VS spoeden (of daar juist uit wegvluchten). Individuen en bedrijven schroeven hun besparingen niet plotseling op, alleen maar omdat de winst na belastingen is gestegen. Hoewel een hogere winstmarge sparen winstgevender maakt, worden ook de inkomsten uit eerdere besparingen erdoor verhoogd, wat de noodzaak tot sparen vermindert. Over het geheel genomen neutraliseren deze twee effecten elkaar.

Al diegenen van wie vorig jaar opiniestukken en onderzoeken ter ondersteuning van de belastingverlaging zijn verschenen wisten dit (of hadden dit moeten weten). Dat is de reden dat ze niet de moeite hebben genomen hun foutieve voorspellingen nader te onderzoeken om vast te stellen wat ze gemist zouden kunnen hebben. Het is alsof ze de hele tijd al hebben geweten dat ze er met hun voorspellingen naast zaten.

Voor verslaggevers die zich nog steeds afvragen naar welke economen ze moeten luisteren, moet het antwoord nu wel duidelijk zijn. Als er één boodschap aan het afgelopen jaar kan worden ontleend, is het deze: “Als je me één keer in de maling neemt, moet je je schamen; als het twee keer gebeurt, moet ík me schamen.”

J. Bradford DeLong, een vroegere onderminister van Financiën van de VS, is hoogleraar economie aan de Universiteit van Californië te Berkeley en als onderzoeker verbonden aan het National Bureau of Economic Research.

https://prosyn.org/xXJCiStnl