skidelsky148_Matt Dunham - WPA PoolGetty Images_boris johnson cabinet Matt Dunham/WPA Pool/Getty Images

De monetaristische fantasie is voorbij

LONDEN – Het gedwongen ontslag van de Britse minister van Financiën, Sajid Javid, is het jongste signaal dat het macro-economisch beleid op zʼn kop wordt gezet, en niet alleen in Groot-Brittannië. Naast het voltooien van de rituele begrafenis van het bezuinigingsbeleid dat door de Britse regering sinds 2010 werd gevoerd, heeft het vertrek van Javid op 13 februari een bredere betekenis.

Premier Boris Johnson is vastbesloten het verzet van het ministerie van Financiën tegen zijn grootse bestedingsplannen te breken. De vorige keer dat een Britse premier probeerde de overheidsuitgaven dusdanig te verhogen was in 1964, toen de Labour-premier Harold Wilson het ministerie van Economische Zaken (DEA) oprichtte om de vijandigheid van het ministerie van Financiën tegen zijn bestedingsbeleid het hoofd te bieden. Na de crisis van het pond sterling in 1966 wisten de haviken van het ministerie van Financiën de controle echter weer in handen te krijgen en werd het DEA snel weer opgedoekt. Het ministerie van Financiën, het oudste en meest cynische regeringsdepartement, weet hoe het rustig moet afwachten.

Maar de jongste coup van Johnson is tevens illustratief voor een mondiale verschuiving van het monetaire naar het begrotingsbeleid. Na de Tweede Wereldoorlog begon het stabiliseringsbeleid van de economie, het geesteskind van John Maynard Keynes, als een begrotingsinstrument. Het betoog luidde dat het overheidsbudget moest worden gebruikt om een instabiele economie met volledige werkgelegenheid in evenwicht te brengen.

https://prosyn.org/GbIYp4snl